Categorie: column | Gepubliceerd: 14 juni 2003

Wereld te winnen

Eind mei vond het congres 'Grensoverschrijdend verkeer van afval binnen de EU' plaats. Verschillende deskundigen en vertegenwoordigers bespraken de ontwikkelingen vanuit nationaal en internationaal perspectief. Uitvoerig werd stilgestaan bij de toegenomen export, die de afvalwereld in zijn greep houdt.
Het is zonder enige twijfel zo dat in de afgelopen periode de export van afval naar Duitsland is toegenomen. Voor de goede orde, het betreft hier afval dat geschikt is voor nuttige toepassing en dus mag worden geëxporteerd. Deze toename wordt allereerst veroorzaakt door het feit dat in Duitsland meer mogelijkheden zijn om afval nuttig toe te passen dan in ons land, omdat daar het begrip anders wordt uitgelegd dan hier. Van harmonisatie is dus geen sprake. Vervolgens is het zo dat door de hoogte van de stortheffing de kosten van het storten in Nederland fors zijn toegenomen, waardoor de verbrandingstarieven zijn meegegroeid en het bewerken in Duitsland economisch interessanter is geworden.
Door de toename van export is een substantiële stroom niet meer voor be- of verwerking in Nederland beschikbaar. Logisch dat sommigen dit met lede ogen aanzien en alles op alles zetten om het afval zoveel mogelijk binnenslands te houden. Maar het gaat toch te ver om export van afval als illegaal en frauduleus te bestempelen, zoals de heer Koopmans, lid van de CDA-fractie in de Tweede Kamer deed. Tijdens zijn bijdrage op het congres hanteerde hij in een adem de trits export, illegaal, ontwijking en fraude. De staat zou tientallen miljoenen euro's mislopen aan gederfde stortheffing.
Er is helemaal geen sprake van het ontwijken of ontduiken van belasting, laat staan van fraude. De hoge stortheffing is destijds in het leven geroepen om het storten zoveel mogelijk in te dammen. Het is een regulerende heffing, waarvan de opbrengst louter een meevaller is voor de minister van financiën. Het resultaat is dat in Nederland aanmerkelijk minder wordt gestort en het beleid op dit punt dus succesvol is geweest.
Om het 'exportprobleem' aan te pakken stelde de heer Koopmans voor om als een soort schoktherapie de grenzen voor afval te sluiten. Daarmee spant hij echter het paard achter de wagen. Afvalvraagstukken moeten in een grenzeloos Europees verband worden opgelost. Als de heer Koopmans zo nodig wil ingrijpen, kan hij zich, als onderdeel van de wetgevende macht, beter inspannen om de zo broodnodige harmonisatie van de regelgeving te bewerkstelligen. Daar is nog een wereld te winnen.


Vakblad Afval! juni 2003 (nummer 5)


Auteur: André Donders
is directeur van de Vereniging Nederlandse Afvalondernemingen.