Categorie: Politiek en beleid | Gepubliceerd: 03 augustus 2016

Afvalverwerking dankbaar onderwerp voor samenwerking

Nederlandse gemeenten werken veel samen in regionale samenwerkingsverbanden. Met name de samenwerking op het gebied van afvalverwerking verloopt over het algemeen goed.

samenwerking.jpg
Foto: Tom Wang | Dreamstime.com

Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Twente in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) dat in gaat op de effecten van regionaal bestuur voor gemeenten. Om een meer verdiept beeld te kunnen krijgen van de effecten van regionaal bestuur, voerden de onderzoekers analyses uit bij veiligheidsregio’s, arbeidsmarktregio’s en samenwerkingsverbanden op het gebied van regionale economische ontwikkeling én afvalverwerking. Uit deze analyses kwam naar voren dat de relaties binnen samenwerkingsverbanden op het gebied van afvalverwerking goed zijn, zeker in vergelijking met het algemene beeld van samenwerkingsverbanden.

Kosten

De onderzoekers stellen dat de samenwerkingsverbanden op het gebied van afval een sterk zakelijk karakter hebben. Anders dan bij samenwerkingsverbanden op andere terreinen, kunnen financiële kosten en baten hier relatief eenvoudig worden verdeeld. De samenwerkingskosten zijn hier daarom lager dan bij andere samenwerkingsverbanden.

De invloed van de gemeenteraad op regionale afvalverwerking – voor wie volgens de onderzoekers vooral de tarieven een belangrijk issue zijn – is ongeveer gelijk met het algemene beeld, maar veel groter dan bij de eerder genoemde veiligheids- en arbeidsmarktregio’s. De kosten voor afvalverwerking (inclusief inzameling) bedragen gemiddeld 97,17 euro per inwoner.

Beleidsdoelstellingen

Samenwerking op het gebied van afvalverwerking draagt het sterkst bij aan het bereiken van lokale beleidsdoelstellingen. Vergeleken met andere samenwerkingsverbanden scoort regionale afvalverwerking op dit punt het best. Dat is ook het geval voor het behalen van regionale beleidsdoelen.

De effectiviteit van regionale afvalverwerking is uitgedrukt in het percentage afval dat gescheiden wordt. Het landelijk gemiddelde ligt op 63 procent. Omgevingsdienst Brabant-Noord scoort met 91 procent het hoogst, terwijl dat percentage bij Afvalbeheer Groningen met 46 procent het laagst ligt.

38 samenwerkingsverbanden

De onderzoekers vonden in Nederland in totaal 38 regionale organisaties voor afvalverwerking. De meeste ervan hebben een nv of bv structuur met gemeenten (en soms ook andere overheden) als aandeelhouder, een enkele keer is deze taak ondergebracht in een ander samenwerkingsverband zoals een regionale omgevingsdienst. De grootse regionale afvalverwerkings-organisatie is HVC met 46 gemeenten (en zes waterschappen) uit Noord-Holland, Zuid-Holland en Flevoland. De kleinste organisaties is het samenwerkingsverband Noordoost Groningen (Sanog) dat belast is met de inzameling en verwerking van afvalstoffen in Appingedam en Delfzijl.

Vang-doelstelling

Dit voorjaar bleek uit onderzoek van IPR Normag ook al dat gemeenten samenwerkend effectiever kunnen zijn. Samenwerking kan niet alleen de efficiëntie vergroten, maar ook zorgen voor meer effectiviteit. Zo kunnen gemeenten makkelijker hun Vang-doelstellingen halen, concludeerden de onderzoekers. IPR Normag voerde het onderzoek uit in opdracht van de NVRD en het programma Vang en keek hierbij naar de verschijningsvormen, ervaringen en mogelijkheden van intergemeentelijke samenwerking op het gebied van afvalbeleid. Het gezamenlijk organiseren van de afvalinzameling, of gezamenlijk aanbesteden, viel buiten de scope van het onderzoek.

Bestuurlijke drukte

In het onderzoek van de Universiteit Twente keken de onderzoekers specifiek naar de mogelijk negatieve effecten van de ‘bestuurlijke drukte’ die zou ontstaan door de veelheid aan samenwerkingsverbanden tussen Nederlandse gemeenten. Een gemiddelde gemeente werkt in zestien samenwerkingsverbanden met 47 verschillende gemeenten samen.

Volgens de onderzoekers valt het wel mee met de negatieve effecten. Hoewel er tussen de verschillende typen regionaal bestuur enige verschillen zijn, hebben regionale verbanden over het geheel gezien betrekkelijk positieve effecten voor gemeenten. Meer dan driekwart van de gemeenten gaf vooral aan dat samenwerkingsverbanden simpelweg nodig zijn voor het realiseren van de belangrijkste doelstellingen van B en W, het ontwikkelen van doeltreffend beleid of voor het verbeteren van de dienstverlening en bedrijfsvoering. Kleinere gemeenten hebben samenwerking het hardst nodig, vooral voor de ontwikkeling en uitvoering van beleid en voor het verminderen van de kwetsbaarheid van de ambtelijke organisatie.

Met de democratische controle op samenwerkingsverbanden is in de meeste gevallen weinig mis: ongeveer 90 procent van de gemeenten heeft via portefeuillehouders invloed op regionale besluitvormingsprocessen en bijna driekwart heeft hier rechtstreeks via de gemeenteraden invloed op. Voor wat betreft de bestuurlijke effectiviteit blijken regionale besturen beter te presteren dan vaak wordt aangenomen. Tot slot blijkt volgens de onderzoekers dat de complexiteit van samenwerkingsrelaties relaties maar zeer beperkte gevolgen heeft voor de samenwerkingscultuur en voor de democratische kwaliteit en bestuurlijke effectiviteit van regionaal bestuur. Alleen het aantal samenwerkingspartners heeft een gering negatief effect op de democratische kwaliteit van regionaal bestuur.

Gerelateerde artikelen