Categorie: Producten | Gepubliceerd: 06 mei 2015

Focus op het drankenkarton

Waren het in 2012 nog zo'n veertig Nederlandse gemeenten die drankenkartons apart inzamelden, begin 2015 zijn dat er volgens stichting Hedra 160. Een verdere stijging wordt dit jaar nog verwacht. Nu de inzameling goed van de grond komt, rijst de vraag: hoe staat het eigenlijk met de verwerking?

Gerard Weernink drankenkartons.jpgGerard Weernink:“Mijn basis is dat ik van ieder component de maximale toegevoegde waarde wil creëren.”

Inge Eggermont van stichting Hedra legt net de telefoon neer. “Iemand vroeg of Pringles-verpakkingen ook bij de drankenkartons mochten worden gegooid.” Eggermont krijgt tegenwoordig wel vaker van dit soort vragen. “Men wil weten of verpakkingen die op drankenkartons lijken, mogen meeliften op het nieuwe inzamelsysteem. Denk aan koffiebekers of sodabekers van een fastfoodrestaurant. Maar de komende jaren is dat geen optie.” Het antwoord op de Pringles-vraag blijkt ook ‘nee’, omdat het geen verpakkingen zijn voor vloeibare levensmiddelen.

Punt is dat de inzameling en recycling van drankenkartons nog geen stevige wettelijke basis heeft. In het Besluit beheer verpakkingen 2014 is weliswaar een artikel opgenomen waarmee de producentenverantwoordelijkheid kan worden uitgebreid naar drankenkartons, maar dat artikel is niet officieel in werking getreden. Ook de Raamovereenkomst verpakkingen biedt nog weinig houvast. Na de afgesproken pilot drankenkartons en een aanvullende analyse van het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken besloot staatssecretaris Wilma Mansveld in juni 2014 om de gescheiden inzameling en recycling van drankenkartons met ingang van 2015 mogelijk te maken voor gemeenten en landelijk in te voeren. In ieder geval voor een periode van drie jaar. Deelnemende gemeenten moeten in 2015 40 procent van de drankenkartons gescheiden inzamelen, en 70 procent in 2017. Dat is de ambitie die de staatssecretaris samen met de raamovereenkomstpartijen heeft geformuleerd. Concreet betekent dit 40 procent van het volume van wat gemeenten zouden kúnnen inzamelen.

Gemiddeld verbruikt een inwoner op jaarbasis 4,2 kilo aan drankenkartons. Aan de hand van de inzamelcijfers die een gemeente invult in de Wastetool van Nedvang, in combinatie met het aantal inwoners in die betreffende gemeente kan worden bepaald of de doelstelling is gehaald. Een doelstelling die Eggermont overigens ambitieus noemt. “Respons gaat gepaard met tijd. De burger moet aan een nieuw systeem wennen.” En niet alleen de burger moet wennen. Ook betrokken partijen en stakeholders hebben nog het nodige te beslechten. Zo stelde stichting Afvalfonds Verpakkingen (StAV) de vergoeding voor de inzameling en de recycling van drankenkartons vast op 398 euro per ton, zonder dat daar overeenstemming over was bereikt met de VNG. Onder het motto ‘bezint eer ge begint’ adviseerde die gemeenten op haar beurt goed na te gaan of de vergoeding voor hen voldoende was. En het pleidooi van de VNG voor keuzevrijheid voor gemeenten bij de inzameling van drankenkartons, dus ook in combinatie met oud papier, viel weer verkeerd bij Papier Recycling Nederland (PRN). Die organisatie stelde dat drankenkartons bij het oud papier de papierkringloop in gevaar zouden brengen. Voorlopig nog voldoende stof voor discussie, zo blijkt wel.

Initiatieven

“Nederland heeft alles in huis om geld te verdienen met recycling en het hergebruik van grondstoffen. Wij zijn nu al de toppers van Europa. Maar de ontbrekende schakel zijn de drankenkartons”, aldus VVD-Kamerlid Remco Dijkstra in december 2014. In een motie verzocht hij de regering niet alleen in te zetten op de inzameling, maar ook om verwerkingscapaciteit en banen rond drankenkartons in Nederland te laten ontstaan. Want de bulk van wat nu in Nederland vrijkomt, gaat de oostgrens over naar Duitse verwerkers als Delkeskamp en Papierfabrik Niederauer Mühle. Initiatieven rond de verwerking van drankenkartons op Nederlandse bodem zijn er al wel: in het zuiden van het land, bij toiletpapier- en tissuefabrikant Van Houtum, en in het oosten bij Autour Solutions.

‘Levende biomassa’

In de papier- en kartonverwerkingsindustrie worden richtlijnen gehandhaafd als het gaat om verpakkingen die in contact komen met levensmiddelen. Wat de richtlijnen onder meer voorschrijven, is dat de microbiële kwaliteit voldoende moet zijn, rekening houdend met het einddoel van het geproduceerde materiaal. Drankenkartons mogen worden hergebruikt als ruw materiaal voor verpakkingen van bepaalde levensmiddelen, mits ze niet in contact zijn geweest met restafval. Logische vraag aan de potentiële Nederlandse verwerkers van drankenkartons, Gerard Weernink van Autour Solutions en Bas Gehlen van Van Houtum, is dus: Hoe staat het met de verwerking van drankenkartons die uit een nascheidingsinstallatie komen? Gaan jullie die ook verwerken? Gehlen: “We hebben er wel naar gekeken, maar nee, die gaan we niet verwerken. Los van het feit dat voor nagescheiden drankenkartons dus aparte regelgeving geldt, was dit materiaal echt niet meer gezond. Het was levende biomassa geworden, dat wil je niet hebben.”
Weernink: “Dit materiaal was voor mijn proces geen dilemma. Ik maak eenzelfde kwalitatief product uit nagescheiden als uit brongescheiden drankenkartons. Hygiënisch en microbiologisch zien die vezels er na het proces precies hetzelfde uit. Alleen belemmert de huidige regelgeving mij de afzet van het nagescheiden materiaal. Afnemers van dit materiaal kunnen het niet zo hoogwaardig inzetten als ik zou willen.”

Maar of Dijkstra’s wens echt in vervulling gaat, is nog de vraag. Bas Gehlen, algemeen directeur bij Van Houtum, licht toe waarom zijn bedrijf interesse heeft in de verwerking van drankenkartons: “Dit past 200 procent in onze duurzaamheidsstrategie. Wij maken wegwerpproducten zoals toiletpapier en handdoekjes. Die proberen we te maken van gerecycled papier, maar het aanbod daarvan daalt. In plaats van dat we die aanvoer van steeds verder weg moeten halen, hebben we gekeken naar wat we aan potentiële lokale grondstoffen konden vinden. Drankenkartons zijn daar een mooi voorbeeld van.” Duurzaamheid was ook de driver voor Gerard Weernink van Autour Solutions om zich te richten op de verwerking van drankenkartons. “Dat klinkt misschien een beetje afgezaagd, maar ik zie in Nederland dat veel materialen als ‘gerecycled’ worden gerekend wanneer ze apart zijn ingezameld. Of wanneer slechts gedeeltelijke recycling heeft plaatsgevonden. Drankpakken worden nog niet voor de volle 100 procent gerecycled en ik vind dat je daar wel naartoe moet. Mijn basis is dat ik van iedere component de maximale toegevoegde waarde wil creëren. Daarmee wil ik me in de markt onderscheiden.”

Wachten op groen licht

Afgelopen jaar heeft zowel Van Houtum als Autour Solutions met pilotinstallaties uitgebreid technologisch onderzoek gedaan naar de verwerking van drankenkartons. Beide zijn gekomen tot een bijzonder proces. Gehlen: “Van Houtum is een cradle-2-cradle producent, dus onze werkwijze is gezond voor mens en milieu. Onze hele fabriek, dus ook de waterzuivering, draait zonder biocides. Voor de verwerking van drankenkartons, die bol staan van de bacteriën, was dat een behoorlijke uitdaging. Het heeft dan ook even geduurd voordat het ons uiteindelijk was gelukt om af te rekenen met de bacteriën zonder gebruik van chemie. De vezels, aluminium- en kunststoffractie krijgen we bovendien heel schoon. Als we deze installatie op grote schaal bouwen, dan lopen we op het gebied van drankenkartonverwerking wel voorop.”

Ook Weernink is trots op de grondstoffen die uit zijn proces komen. “We hebben echt een hoogwaardige, lange vezel die schoon en geurvrij is en bovendien microbiologisch helemaal onder controle. Dus vrij van gisten en schimmels.” Voor een deel van het verwerkingsproces heeft hij zelfs patent aangevraagd: “Dat heeft betrekking op de wijze waarop we de aluminiumlaag kunnen scheiden van de twee kunststoflagen waartussen die zit opgesloten. Wij doen dat anders dan anderen en krijgen de materialen heel zuiver.”

Gerard Weernink:

“Ik zie in Nederland dat veel materialen als ‘gerecycled’ worden gerekend wanneer ze apart zijn ingezameld.”

Bas Gehlen:

“Het heeft even geduurd voordat het ons uiteindelijk was gelukt om af te rekenen met de bacteriën zonder gebruik van chemie.”

Over de afzet van die twee stromen, maakt zowel Weernink als Gehlen zich weinig zorgen. Maar waar Van Houtum de vrijgekomen vezels (goed voor zo’n 75 procent van het totale volume van het drankenpak) direct in het eigen productieproces zou kunnen inzetten, is Autour Solutions nog op zoek naar een goede afzet voor haar vezels. “Wij zoeken naar de hoogst haalbare toepassing waarin de lange, sterke vezel van drankenkartons het best tot zijn recht komt. Op dit moment zijn potentiële afnemers naar onze samples aan het kijken. Als die akkoord zijn, en afnemer van ons product willen worden, dan gaan we de fabriek bouwen.” Afwachten dus nog, voorlopig. Weernink denkt aan een installatie met een verwerkingscapaciteit van 20 kton op jaarbasis. Hoewel hij zich nu primair richt op drankenkartons, sluit hij in de toekomst de uitbreiding naar andere gelamineerde papiersoorten niet uit. “Die Pringles-verpakkingen bijvoorbeeld zijn theoretisch geen probleem, daar heb ik ook al succesvolle proeven mee gedaan. Maar mijn focus ligt nu op het drankenpak.”

Van Houtum laat in het midden hoeveel drankenkartons ze bij groen licht voor de installatie zouden kunnen verwerken. “Als we investeren, doen we dit royaler. Dus voor meer stromen dan alleen drankenkartons. We zijn bijvoorbeeld ook bezig met olifantsgras en wat kleinere papiersoorten.” Bij Van Houtum staat niets principieels meer de investering in de weg. Ze zijn de laatste puntjes op de i aan het zetten (zoals de definitieve plaatsbepaling van de installatie) om het project definitief te starten. Geen van de bedrijven laat de keuze dus afhangen van of er een wettelijke plicht komt voor de inzameling en verwerking van drankenkartons. Eggermont verwacht ook niet dat de drankenkartons eerder dan 2017 in de Raamovereenkomst zullen worden opgenomen. “De staatssecretaris wil medio 2015 evalueren. Dan wordt er gekeken naar zaken als de werkelijke gemaakte kosten, de kwaliteit en de respons. Daarna wordt het een politiek traject. Maar als de recycling succesvol is, dan kun je er niet meer omheen.”


Vakblad Afval! april 2015 (nummer 2)


Auteur: Senta in 't Veld