Categorie: column | Gepubliceerd: 01 april 2003

Herijken en renoveren

Minister Kamp en staatssecretaris Van Geel hebben eind vorig jaar aangegeven het grote aantal VROM-regels te willen beperken. In lijn met het Strategisch Akkoord van het demissionaire kabinet Balkenende moeten onnodige regels en bureaucratie worden teruggedrongen. Op zich een logische gedachte; de beide paarse kabinetten hadden immers al fors ingezet op het snoeien in de administratieve lasten voor het bedrijfsleven, een exercitie die overigens weinig succesvol was. Van de voorgenomen 25 procent reductie werd een schamele 6 procent gerealiseerd.

Onlangs presenteerde het ministerie van VROM een indrukwekkend overzicht van alle milieuregels met de vraag om binnen enkele weken aan te geven welke hiervan niet langer meer nodig zijn. Op het eerste gezicht een verzoek dat er in gaat als 'Gods woord in een ouderling', temeer daar je als belangenbehartiger al jarenlang hebt gepleit voor minder gedetailleerde, consistente en handhaafbare regels. De bewindslieden hebben de Tweede Kamer beloofd om medio 2003 aan te geven welke regels vereenvoudigd en gesaneerd kunnen worden. Hoewel deze kordaatheid zeer is toe te juichen, schuilt hierin een gevaar. De verleiding bestaat om in de euforie van 'minder dus beter' maar lukraak te gaan schrappen. Dat is niet verstandig. In het afgelopen decennium zijn veelal op ad hoc basis regels gemaakt, waarbij onvoldoende tijd is genomen om de effecten ervan te doorgronden en te beoordelen. Het is daarom niet zo eenvoudig om nu precies aan te geven wat weg kan of weg moet en de consequenties daarvan te overzien. Een dergelijke herijkingsoperatie zal dus gestructureerd plaats moeten vinden, waarbij wellicht meer tijd nodig is dan enkele maanden. Ik pleit daarbij niet voor een langlopende studie of nieuwe projectgroep, maar voor een pragmatische aanpak. Haal bijvoorbeeld een groep afvaldeskundigen uit het bedrijfsleven en een aantal beleidsambtenaren en wetgevingsjuristen van VROM enkele dagen bij elkaar en laat ze samen het scala aan afvalregels doorspitten onder het motto: 'wat moet nu wel en wat niet wettelijk geregeld worden'. Vervolgens moet er tijd worden ingeruimd om de opgefriste regels op hun effecten te beoordelen. Geen hapsnap meer dus.

Vooruitlopend op deze actie zou ik een aftrap willen geven, namelijk het schrappen van het aanstaande Besluit financiële zekerheid. Deze AMvB treedt met ingang van 1 mei in werking. Dit besluit voldoet niet aan de criteria waaraan nieuwe regels zouden moeten voldoen. Er mogen namelijk geen regels worden opgelegd tenzij de noodzaak ervan overtuigend is aan te tonen. Deze overtuigende onderbouwing ontbreekt in dit besluit. Daar komt nog bij dat deze AMvB aan provinciale vergunningverleners de mogelijkheid biedt, bedrijven naar eigen inzicht en hartelust allerlei financiële belemmeringen op te leggen, waardoor concurrentievervalsing ontstaat en het afvalbedrijven op hoge kosten jaagt. Daar VROM de AMvB slechts als een stok achter de deur beschouwt, dient dit besluit dus onmiddellijk naar de prullenbak te verdwijnen. Het schrappen van het Besluit financiële zekerheid werkt in dit verband als een lichtend voorbeeld en zal een stimulans zijn om het huidige oerwoud aan afvalregels gestructureerd te renoveren.


Vakblad Afval! april 2003 (nummer 3)


Auteur: André Donders
is directeur van de Vereniging Nederlandse Afvalondernemingen