Categorie: Column | Gepubliceerd: 01 april 2003

HIER en DAAR wat afval

Onze Lieve Heer heeft vele kostgangers, die allemaal afval produceren. Gezamenlijk houden ze daarmee een leger anderen aan het werk en beïnvloeden het aanzien van hun omgeving. Wilmie Geurtjens geeft haar kijk op de wondere afvalwereld.

Altijd als ik die witte vliegtuigstrepen zie word ik gegrepen door verlangen, gemengd met een vleug angst. Waar gaat die kist naartoe? Ik wil ook naar een onbekend of in ieder geval ander land. Los zijn van de grond en de besognes die me daar bezig houden. Tegelijkertijd, al heet het dat vliegen veiliger is dan autorijden, voel ik de vage vrees neer te storten. Want het is hoog. Het gaat hard. Als het toestel valt is het echt afgelopen.
Toch vliegen vrijwel alle Nederlanders wel eens. We zijn een redelijk milieubewust volk, maar op Schiphol is het gelijk afgelopen. Zodra het om onze vakantie gaat trekt er een waas over onze geest. Daar mag niemand aankomen. Dan maar een keertje spilziek. Bekend is het voorbeeld van het retourtje Amsterdam-Kreta. De daarvoor verbruikte energie is gelijk aan de hoeveelheid die nodig is om de huizen van de passagiers een jaar te verwarmen. Dan hebben we het nog niet over de bergen wegwerp- en verpakkingsartikelen die voor, tijdens en na de vlucht usance zijn. Maar we denken er liever niet over na, want vakantie is leuk.
Gek genoeg zie je op Schiphol over het algemeen weinig vrolijkheid. Men zeurt en knort over vertragingen, lang zitten, pijnlijke benen. Een reis naar Australië betekent nu eenmaal langer reizen en meer fysiek ongemak dan eentje naar Overijssel. Nog niet zo lang geleden was vakantie een bijzondere verworvenheid. Bedoeld om uit te rusten en na twee weken weer verkwikt aan de slag te gaan. Tijd om te dromen en na te denken. Door de eigen omgeving te verlaten en veel in de natuur te zijn maakte men als het ware ook een innerlijke reis. Het lijkt erop dat vakantie nu voor velen behalve een recht ook een plicht is geworden. Eentje waarbij je zoveel mogelijk moet meemaken, rennend van kick naar kick. Epibreren in een duinpan is voor slomo's. Dus kom je de bakker tegen in een Thaise Bananabar, is de buurjongen al wezen duiken op de Malediven, gaan arme studenten paraglyden in Spanje en vervolgens wildwaterraften in Frankrijk. Hoeveel adrenaline kan een mens aan zonder buiten zichzelf te raken? En: is de prijs voor de wereld als geheel niet te hoog? Kusten zijn overal identiek geworden. Eindeloze hoogbouw die de nabijgelegen zee als open riool gebruikt. Onafzienbare bergen afval die zonder veel beleid in het achterland worden gedumpt en moge God zich erover ontfermen. Voorheen arme landen hebben dankzij het toerisme een enorme sprong voorwaarts gemaakt in welvaart. Jammer genoeg gaat dat gepaard met een achteruitgang van hun natuur en milieu. Voor we ons dus weer op weg reppen naar de volgende vakantie, zouden we ons daarom eens af kunnen vragen waarom we gaan. Reizen vindt bijna iedereen leuk, maar hoever moet je gaan? Voor die innerlijke reis, het dromen en nadenken waar een mens zo van opknapt, hoef je niet ver weg. Dat kan thuis of tijdens een wandeling in het dichtstbijzijnde bos. Dan maken we in ieder geval een stuk minder rotzooi.


Vakblad Afval! april 2003 (nummer 3)


Auteur: Wilmie Geurtjens