Categorie: beurs | Gepubliceerd: 10 juni 2022

Ifat blijft internationale trekpleister voor afval en water

Opgelucht is de organisatie van de Ifat dat de vakbeurs na vier jaar toch weer staat, hoewel de niveaus van voor corona nog niet gehaald worden. Het broertje in Hannover deed het minder.

Vorige week vrijdag (3 mei) sloot na vijf volle dagen de internationale vakbeurs Ifat weer voor twee jaar haar deuren. Een beurs met tevreden standhouders, bezoekers en ook gelieerde brancheverenigingen. “Het is geweldig om te zien dat Ifat zo'n sterke herstart maakt, want het is een zeer belangrijke, duurzame motor voor de circulaire economie en de milieu-industrie”, zei Johannes Kirchhoff, voorzitter van de Ifat München adviesraad. De organisatie was duidelijk opgelucht dat het de beurs toch weer op de kaart heeft weten te zetten na de pandemie. Want dat was nog spannend de afgelopen maanden. Toch was er wel wat ongenoegen. Tegelijk met de Ifat werd de Hannover Messe georganiseerd. Een beurs die zich vooral op technologische ontwikkeling richt, maar zeker overlap heeft met de Ifat. Die beurs is echter zowel met standhouders als bezoekers kleiner dan de Ifat. Toch besteden de nationale en internationale media veel meer aandacht aan de Hannover Messe. Sterker nog: de nationale media hadden aanvankelijk helemaal geen aandacht voor de Ifat.

Ondanks China en Rusland

Vier jaar na de vorige beurs in 2018, door corona werd editie 2020 overgeslagen, is wel duidelijk dat de pandemie en de oorlog in Oekraïne hun invloed hebben gehad. Met 119.000 bezoekers, waarvan de helft uit het buitenland, blijft het evenement er een met een grootse internationale allure. Toch daalde het aantal bezoekers ten opzichte van 2018 met 15 procent. Op de beursvloer werd al opgemerkt dat het aantal Aziatische aanwezigen wel erg weinig was. Door de strenge covid-maatregelen in China is internationaal reizen en dan ook een beursbezoek niet mogelijk. Door de sancties vanwege de oorlog met Oekraïne bleven ook de Russen thuis. De buitenlandse aandacht was er overigens niet minder om: bijna 60.000 bezoekers uit 155 verschillende landen en regio’s.

Minder gemopper

Ondanks dat er minder bezoekers waren, waren de standhouders zeer tevreden, zo merkte de redactie tijdens het bezoeken gedurende de beursweek op. Normaal wordt de beurs goed gewaardeerd, maar is er altijd wel wat te klagen over de service of de kosten. Dat werd nu niet gehoord. Zowel bezoekers als standhouders waren erg blij dat ‘het weer kon’ en dat maakte natuurlijk ook een bijzonder goede sfeer.

Groot was de beurs zoals altijd. Met 260.000 vierkante die alle achttien hallen besloegen en nog een groot deel van het buitenterrein. Totaal waren er 2.984 standhouders, 10 procent minder dan in 2018. Ook hiervan kwam de helft van buiten Duitsland, verspreid over 59 landen. Op de beursvloer was meer ruimte ingericht voor kleine symposia of lezingen is de indruk. In totaal waren er vier speciale ruimtes specifiek gewijd aan de circulaire economie, bijvoorbeeld voor kunststoffen en bouwmaterialen.

Op de beurs nam de circulaire economie meer ruimte in beslag dan ooit. Bij de opening benadrukte de Duitse minister van Milieu Steffi Lemke: “Een goed functionerende circulaire economie bespaart primaire hulpbronnen, vermindert de afhankelijkheid en levert een belangrijke bijdrage aan de bescherming van het klimaat en de biodiversiteit. Mijn beleid is erop gericht de circulaire economie in alle stadia van haar cyclus te helpen versterken en van milieubescherming een aantrekkelijk bedrijfsmodel te maken.”

Ifat kerngegevens 2022* 2018
Oppervlakte (m2) 260.000 260.000
aantal standhouders 2.984 3.305
uit aantal landen 59 58
aantal bezoekers 119.000 142.472
uit aantal landen 155 162