Categorie: Politiek en beleid | Gepubliceerd: 12 mei 2022

Heijnen erg voorzichtig tegenover ongeduldige Kamer

Het debat van staatssecretaris Vivianne Heijnen over de circulaire economie leverde vooral onbeantwoorde vragen op. Haar beleid is nog volop in ontwikkeling en veel antwoorden kon ze dus niet geven.

“Ongelukkig”. Zo noemde staatssecretaris Vivianne Heijnen de timing van het commissiedebat in de Tweede Kamer over de circulaire economie op 11 mei. Op de agenda stonden 21 rapporten, evaluaties, rapportages en reacties, maar geen beleidsstukken of plannen. Half mei, volgende week dus, komt er een brief waarin ze de hoofdlijnen van haar beleid uiteenzet. Die hoofdlijnen worden dan uitgewerkt in een nieuw Nationaal programma Circulaire Economie dat in november verschijnt. Dus Heijnen had de Kamerleden niet veel te vertellen. Toch was er een debat gepland van maar liefst zes uur. Heijnen kreeg een spervuur van vragen en suggesties op haar af. Maar over de aanstaande hoofdlijnenbrief zei ze niet meer dan dat die inderdaad alleen maar de hoofdlijnen zal bevatten van “de normerende, beprijzende en stimulerende maatregelen” die in het actieplan van november in detail zullen zijn uitgewerkt. Ook op veel andere vragen en suggesties kwam weinig anders dan toezeggingen van een brief, een onderzoek of wachten op de uitkomsten van overleg met andere ministeries of ontwikkelingen in de EU. Hoewel de Kamerleden begrip hebben dat Heijnen pas 120 dagen in functie is, waren haar antwoorden toch te onbevredigend. Dus volgt binnenkort een plenair Tweeminutendebat met moties om meer sturing aan het beleid te geven.

Kamerleden ongedurig

In de eerste termijn van het debat, waarin de Kamerleden met elkaar in debat kunnen gaan of vragen aan de staatssecretaris kunnen stellen, was er vooral veel ongeduld over de trage voortgang, het gemis aan samenhang en vooral het ontbreken van concreet beleid. Wat zijn de routes voor 2030? Hoe gaan we onze grondstoffenbehoefte inrichten om onze afhankelijkheid te verminderen? Hoe zorgen we dat producenten zich echt verantwoordelijk gaan gedragen voor de hele keten? Wat doen we met consuminderen en moeten we reclame aanpakken? Hoe voorkomen we greenwashing? En ga zo maar door. Van de suggesties viel op dat alleen de VVD en Ja21 meer zien in het stimuleren van ondernemers en het wegnemen van regels, terwijl D66, CDA, PvdA, PvdD, GroenLinks en CU meer zien in het door PBL bepleite dwang en drang.
De Kamerleden kwamen sterk naar voren in het debat. In tegenstelling tot Heijnen die nog maar vier maanden staatssecretaris is, zitten de Kamerleden al sinds maart 2021 in de banken en hebben zich in de lange kabinetsformatie natuurlijk goed kunnen voorbereiden. Daar zal ook wel enig ongeduld uit zijn voortgekomen.

Heijnen wil van 'circulaire economie' af, maar weet niet hoe

Staatssecretaris Vivianne Heijnen tijdens het debat als het gaat over bewustwording:
"Het is belangrijk dat we de bewustwording bij mensen gaan veranderen. Er is al veel aandacht voor duurzaamheid. Circulaire economie is als zodanig wat minder bekend bij consumenten, terwijl wel vaak consumenten dingen doen die al circulair zijn, zonder dat ze dat weten. Daar hebben we allemaal nog wel een slag te slaan. Het heeft ook te maken met het feit dat de term circulaire economie niet de meest toegankelijke term is, maar ik heb ook nog steeds geen beter woord gevonden."

Heijnen erg voorzichtig

Een sterke indruk maakte Heijnen in haar eerste debat over de circulaire economie allerminst. Een groot contrast met haar voorganger Stientje van Veldhoven die het onderwerp zeer na aan het hart lag. Die bevlogenheid laat Heijnen vooralsnog niet zien. Veel antwoorden las ze voor van papier. Ze heeft dan ook niet de enorme voorkennis van jarenlang Tweede Kamer woordvoerderschap op dit onderwerp die Van Veldhoven wel had toen ze aantrad. Van Veldhoven had ook een visie en een agenda die ze wilde voltooien. Heijnen laat dat nog niet zien. Ten gunste van haar moet wel gezegd worden dat de startpositie ook niet vergelijkbaar was. Toen Van Veldhoven als staatssecretaris in 2017 begon was de ontwikkeling van de circulaire economie in een opstartfase. Met de vijf transitieagenda’s een half jaar later werd echt gestart met de ombuiging naar circulair volgens het Rijksbrede programma ‘Nederland Circulair in 2050’ uit 2016. Inmiddels staat al redelijk wat beleid op de rit en blijkt een tandje extra veel complexer. Want daarvoor komt Heijnen op beleidsterreinen van andere ministeries en is ze dus afhankelijk van de medewerking van haar collega’s. Dat was goed te merken in het debat, want bij antwoorden verwees ze veelvuldig naar lopende gesprekken met vooral Economische Zaken en Klimaat, maar ook met Justitie, Binnenlandse Zaken, Volksgezondheid en Landbouw. Daarnaast is de circulaire economie in de Europese Unie speerpunt geworden met een stortvloed aan regelgeving tot gevolg. Heijnen houdt de EU-regels aan, maar lijkt er niet al te veel op vooruit te willen lopen.

Het gevolg is dat Heijnen zich in het debat meermalen afhankelijk opstelde van Europees beleid of van beleid bij ander ministeries. Dat wekte verontrusting bij enkele Kamerleden die zich afvroegen of ze zich wel hard genoeg inzette voor haar verantwoordelijkheden ten aanzien van de circulaire economie. Hieronder een weergave van een aantal van de onderwerpen die langskwamen tijdens het debat. 

Grondstoffen- en productbeleid

Kiki Hagen (D66) wil dat Nederland een grondstoffenstrategie ontwikkelt waarin staat welke grondstoffen we nodig hebben en waar die vandaan moeten komen. Erik Haverkort (VVD) constateerde dat vrijheid van welvaart alleen bestaat als grondstoffen vrij beschikbaar zijn, en dat die zekerheid de afgelopen periode steeds meer onder druk is komen te staan. Heijnen antwoordde dat de leveringszekerheid van grondstoffen nadrukkelijk aandacht krijgt in het nieuwe CE-programma dat ze aanstaande november presenteert. Een grondstoffenstrategie zal het niet zijn, omdat dat volgens haar meer op Europees niveau moet liggen. Hagen bestreed dit, omdat Nederland zelf ook de zekerheid van grondstoffen moet nastreven en dat niet aan de EU moet overlaten. In het CE-programma zal Heijnen aangeven welke productgroepen het meeste kritiek zijn ten aanzien van beschikbaarheid.

CE en klimaat

Heijnen is met minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten in overleg over de intensivering van het beleid en welk deel van het klimaatbeleid zijn weerslag kan krijgen op het beleid voor de circulaire economie. In het coalitieakkoord is afgesproken dat ook de circulaire economie zal bijdragen aan het behalen van de klimaatdoelen. Heijnen heeft hoge verwachtingen van die gesprekken en voorspelt aanvullende maateregelen om aanvullende doelen te halen. Dat zou betekenen dat een deel van het budget voor klimaat ook beschikbaar komt voor de circulaire economie. Vooral Eva van Esch (PvdD) maakt zich zorgen over het afnemend budget voor de circulaire economie op de begroting van IenW, terwijl het PBL concludeerde dat te weinig financiering een struikelblok is. Heijnen ziet echter ook mogelijkheden bij IenW zelf en bij andere ministeries, want de circulaire economie spreidt zich meer uit naar andere beleidsterreinen.

Producentenverantwoordelijkheid (UPV)

Groot zorgenpunt bij de commissieleden is de UPV. Volgens Kiki Hagen is inmiddels gebleken dat dit beleidsinstrument faalt. Producenten zien het als een extra kostenpost en voelen zich niet verantwoordelijk voor de hele keten. Het blijft nu teveel bij inzamelen en recyclen. Ze wil dat de overheid zich niet meer aan de zijlijn opstelt maar zich er actief mee bemoeit. Ook Agnes Mulder (CDA) merkt op dat veel van de kosten van bijvoorbeeld verpakkingen uiteindelijk bij de burger belanden, omdat veel materiaal toch eindigt als restafval en dus verrekend wordt met de afvalstoffenheffing. Opvallend was dat Heijnen die redenering niet kon volgen, dus komt het nog terug in het Tweeminutendebat kondigde Mulder aan. Wel beloofde Heijnen met de VNG in gesprek te zullen gaan omdat gemeenten moeite hebben met de UPV. Dat wekte verbazing bij Hagen, die herinnerde dat de VNG 0,2 fte beschikbaar heeft voor dit dossier. Verder gaat Heijnen ook een brief sturen aan de producentenorganisaties waarin ze nog eens uiteen zal zetten welk doel de UPV heeft en wat de rol van de UPV alsmede die van de producenten voor de hele keten moet zijn.

Problemen en suggesties 

Voorafgaand aan het debat hebben verschillende organisatie ook hun problemen en suggesties naar voren gebracht. Recycling Netwerk Benelux bijvoorbeeld pleitte voor minder grondstoffengebruik en een versterkte aandacht voor de Europese ontwikkelingen. De Afvalvergroeners hadden hun pleidooi voor afschaffing van de importheffing op brandbaar afval ondersteund met een onderzoek naar de effecten op de CO2-uitstoot. De VNG wil dat CE uit de ‘leuke’ hoek komt en meer vanuit de economie wordt bekeken en dat financiële prikkels meer naar de producenten worden geschoven. Waterschappen vinden rioolwater geen afval en willen daarvoor ook de erkenning. Renewi tot slot wees op de talrijke mogelijkheden die recycling kan bieden om CO2-emissies te reduceren, maar wees er ook op dat er dan nog heel wat moet gebeuren.

Conflicterend

Brede zorg in de Kamer was er voor conflicterende wetgeving. Bijvoorbeeld de registratieverplichting die er staat aan te komen voor bepaalde tweedehands producten om heling te voorkomen. Maarten Goudzwaard, nog maar twee maanden in de Tweede Kamer voor JA21, meent dat de administratieve lasten veel te zwaar worden. Heijnen brengt de zorgen over aan haar collega van Justitie, maar heeft niet het idee dat het effect zo drastisch is.

Reclame en marketing

Vooral Joris Thijssen (PvdA) maakte zich hard voor een verbod op wat hij noemde ‘lineaire reclame’: het aanzetten tot consumeren. Hij vond niet zoals Heijnen dat aangestuurd moet worden op bewustwording en gedragsverandering bij consumenten, zoals dat nu door Milieu Centraal wordt gedaan. Hij legde een parallel met het verbod op reclame voor roken. Heijnen wil aansluiten bij de groep van gedragsexperts die ingesteld gaat worden om het klimaatbeleid te ondersteunen. Verder was er ook discussie over greenwashing. Textiel waarin één procent gerecycled materiaal is, mag daarvan gezegd worden dat het 'gerecycled' is? Heijnen wacht daarvoor op de EU waarvan ze na de zomer een Greenwashingstrategie verwacht.

Statiegeld en verpakkingen

Het woord statiegeld viel natuurlijk ook dit debat meerdere malen. Zorgen bij Kamerleden dat de 90 procent inzamelplicht van statiegeldflessen niet gehaald zal worden door de producenten deelt Heijnen niet. Nu is het 80 procent, maar het systeem is nog in de opstartfase. Ze heeft het volste vertrouwen dat eind dit jaar het doel gehaald zal worden. Nu al voorbereidingen treffen om bij te sturen wil ze niet. Ook met de invoering van statiegeld op blikjes voorziet ze geen problemen. Ook dat is aan de producenten om op tijd te regelen. Een innameplicht voor verkooppunten, zoals gevraagd door enkele Kamerleden, gaat ze niet invoeren omdat dat alleen maar vertragend zou werken. Bovendien is die er voor plasticflesjes ook niet, en daar werkt het systeem ook goed.
Voor drankenkartons komt er een doelstelling voor recycling. Hoe hoog die zal worden, wilde Heijnen ondanks herhaaldelijk aandringen van Kauthar Bouchallikht (GroenLinks), niet zeggen. Voor andere verpakkingen komt er geen statiegeld zo deelde Heijnen mee. Die zijn meestal lastig te recyclen en van die verpakkingen moeten we af.
Stieneke van der Graaf (CU) refereerde aan Frankrijk waar sommige producten niet meer in plastic verpakt mogen worden. Waarom kan dat niet in Nederland? Heijnen gaat het uitzoeken en komt er voor de zomer op terug.