Categorie: Politiek en beleid | Gepubliceerd: 18 mei 2022

IenW scheidt afval zelf slecht

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gaat over afvalbeleid, maar kan zelf het afval een stuk beter scheiden.

Mark Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat.
Foto: Rijksoverheid/Martijn Beekman

Momenteel is 71 procent van al het afval van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) restafval, terwijl de doelstelling maximaal 35 procent is. In 2021 was er in absolute aantallen wel beduidend minder afval, maar dat komt vooral door de thuiswerkplicht in het kader van de coronapandemie. In 2021 ging het om circa 161 ton afval, tegenover 373 ton in 2020 en 802 ton in 2019. Het afval dat er wel was, is slechter gescheiden. In 2019 was het aandeel restafval namelijk nog 53 procent en in 2020 64 procent. 

Dat blijkt uit het Duurzaamheidsverslag 2021, waarin het ministerie samenvat wat IenW het afgelopen jaar heeft bereikt op het gebied van duurzaamheid binnen de eigen bedrijfsvoering. Minister Mark Harbers heeft het duurzaamheidsverslag aan de Tweede Kamer gestuurd in het kader van Verantwoordingsdag. Het verslag is alleen online te lezen.

"Als ministerie dat verantwoordelijk is voor het afvalbeleid in Nederland nemen we onze verantwoordelijkheid om [de afvalscheiding] aan te pakken", valt in het jaarverslag te lezen. Er is gewerkt aan bewustwordingscampagnes en met extra stickers en aanduidingen wil IenW het scheidingspercentage opkrikken. Voordat er meer maatregelen genomen worden, wacht het ministerie echter tot er weer meer medewerkers op kantoor zijn.

Vervanging vangrails

De duurzaamheid van IenW zit veelal in de projecten die Rijkswaterstaat (RWS) uitvoert. Zo voerde RWS in 2021 een experiment uit, waarbij vangrails na slijtage niet vervangen maar gerenoveerd werden. Dat is omslachtiger dan vervangen en het was niet duidelijk of dat zou lukken binnen de gebruikelijke tijdsduur van verkeersbeperkingen. Bij groot onderhoud aan de A79 tussen Maastricht en Heerlen werd het toch geprobeerd, om de aannames over economische en technische haalbaarheid te toetsen in de praktijk. Met succces, want inmiddels staan er meerdere nieuwe projecten op de planning waar renovatie van vangrails wordt toegepast. Door vangrails te renoveren zijn er maar liefst 94 procent minder primaire grondstoffen nodig dan bij vervanging.