Provincies willen routekaart naar circulair 2050

Het kabinet presenteerde vorige maand een geactualiseerd Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE), dat door het Planbureau voor de Leefomgeving meteen gekraakt werd als onvoldoende ondersteunend voor de doelstellingen. In een brief aan demissionair staatssecretaris Thierry Aartsen van Infrastructuur en Waterstaat geeft het Interprovinciaal Overleg (Ipo) aan zich aan te sluiten bij die analyse, en de zorgen over te weinig concrete randvoorwaarden en instrumenten te delen. 

"Op weg naar de duidelijke doelstelling van 2050 resteren slechts 25 jaren voor een complexe opgave", stellen de provincies. Oftewel: de tijd dringt, maar de overheid lijkt die urgentie onvoldoende te voelen. "Ondernemers snakken naar een duidelijke perspectief om verantwoord in te gaan zetten op circulaire innovaties." Voor een stabiel langetermijnbeleid vragen de provincies om een routekaart richting 2050, met onder meer duidelijke tussendoelen en maatregelen en een helder pakket aan instrumenten en randvoorwaarden. Ze denken dan bijvoorbeeld aan regelgeving en financiële instrumenten, zoals een garantstelling voor investeringen in circulaire innovaties en gelijke regels voor producten, of die nu geïmporteerd worden of hier geproduceerd worden. "Wij verzoeken dit mee te geven aan de komende coalitie-onderhandelingen."

Europa

Verder begrijpen de provincies waarom het Rijk inzet op Europese maatregelen voor het stimuleren van de circulaire economie, en steunen zij deze aanpak. Tegelijkertijd waarschuwen ze echter dat Nederland hierdoor ook afhankelijk wordt van de belangen van andere EU-lidstaten, en dat deze belangen in kunnen gaan tegen de (milieu)normering "die wij in Nederland normaal en wenselijk vinden." Ze stellen daarom een verkenning voor, naar hoe een gelijk speelveld tot de gewenste norm kan leiden.