Categorie: Regels, toezicht en rechtspraak | Gepubliceerd: 07 mei 2014

ARN informeert handhavers over demontagevergoeding

Auto Recycling Nederland (ARN) heeft handhavende instanties geïnformeerd over de wijzigingen van de demontagevergoeding.

Tijdens de halfjaarlijkse branchebijeenkomst voor medewerkers van de Omgevingsdiensten zijn de medewerkers geïnformeerd over de wijzigingen waar de bij ARN aangesloten autodemontagebedrijven en shredders vanaf 1 augustus mee te maken krijgen. Op die datum stopt ARN met de demontagevergoeding voor glas en grote kunststof onderdelen. De bijeenkomst vond plaats in de PST-fabriek van ARN in Tiel.

ARN Tiel PST fabriek mei 2010(014).JPGSinds vorig jaar zijn de Omgevingsdiensten – of Regionale Uitvoeringsdiensten – namens de Nederlandse gemeenten verantwoordelijk voor zaken als vergunningverlening en het toezicht en handhaving op gebied van milieu. De veranderingen rond de demontagevergoeding brengen voor de diverse medewerkers van de Omgevingsdiensten veranderingen met zich mee. “Daarom was het goed om de branchebijeenkomst voor onze medewerkers te laten plaatsvinden bij ARN”, vertelt Theo Roelofs van de Omgevingsdienst Noord-Veluwe en tevens voorzitter van het Brancheteam Autodemontage. “Voor onze medewerkers is dit de ideale gelegenheid om kennis en ervaringen te delen, en om zich te laten informeren over nieuwe en gewijzigde procedures. Het is goed dat ARN er op deze manier voor zorgt dat alle betrokkenen op de hoogte zijn.”

Drie opties

Voor de aanstaande wijzigingen rond de demontagevergoeding hebben autodemontagebedrijven de keuze uit een drietal opties:

  • Doorgaan met handmatig demonteren glas en grote kunststof onderdelen.
  • Stoppen met handmatige demontage en levering van de wrakken aan een shredderlocatie die materiaalrecycling van deze onderdelen garandeert.
  • Stoppen met handmatige demontage en levering van de wrakken aan een tussenhandelaar die garandeert dat de autowrakken een route ingaan die materiaalrecycling van deze onderdelen garandeert.

 

Ongeacht de gemaakte keuze blijft het autodemontagebedrijf verantwoordelijk voor de uiteindelijke materiaalrecycling van glas en grote kunststof onderdelen. Omdat de verwerking niet op het eigen terrein plaatsvindt, zal het autodemontagebedrijf bij een controle door de handhavende instanties dan ook moeten aantonen waar en hoe de betreffende materialen zijn verwerkt. Hiervoor kunnen de autodemontagebedrijven gebruikmaken van een directieverklaring van de tussenhandelaar of het shredderbedrijf. “Het wetsartikel over materiaalrecycling is voldoende duidelijk om op deze manier te gaan handhaven. Wat ons betreft is een directieverklaring een goede, werkbare oplossing. We zullen moeten kijken hoe het in de praktijk werkt”, besluit Theo Roelofs.

Gerelateerde artikelen