Categorie: Management | Gepubliceerd: 02 juli 2014

Afvalstoffenbelasting uitgebreid naar verbranding

Vanaf 2015 wordt de afvalstoffenbelasting niet alleen meer geheven op afval dat gestort wordt, maar ook op afvalverbranding. Dat moet meer opleveren voor de staatskas én het milieu.

 

dreamstime_2416998.jpg
Foto: Corepics Vof | Dreamstime.com

Dat blijkt uit een brief van staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën aan de Tweede Kamer. In de Begrotingsafspraken 2014 is afgesproken dat de afvalstoffenheffing weer ingevoerd zou worden en jaarlijks 100 miljoen euro moet opbrengen. Met de huidige vorm van de belasting wordt die opbrengst in 2015 echter niet gehaald. Ook zegt Wiebes dat de belasting nu weinig bijdraagt aan het halen van milieudoelen. Daarom werd al eerder toegezegd dat de belasting in 2015 herzien zou worden.

 

Op basis van een studie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) stelt Wiebes nu voor het afval te belasten dat door Nederlandse bedrijven of gemeenten wordt aangeboden om te storten of te verbranden. De belasting wordt geheven over het afval dat aangeboden wordt aan verbrandings- en stortinrichtingen. Voor afvalstoffen die de inrichtingen weer verlaten wordt een belastingvermindering toegepast.

"Op deze wijze worden de lasten van een afvalstoffenbelasting evenwichtig verdeeld over burgers en bedrijven en is er een brede grondslag, waardoor het tarief relatief laag kan blijven", aldus de staatssecretaris. Daarnaast wordt op deze manier recycling bevoordeeld ten opzichte van verbranden en storten.

Tarief

Het tarief zal zowel voor storten als verbranden 13 euro per ton bedragen. Omdat dit een relatief laag bedrag is, is besloten geen verdere vrijstellingen op te nemen. De belasting zal in 2018 worden geëvalueerd.

Er is ook overwogen de belasting te heffen bij de inzamelaars van afval. Dit voorstel stuitte echter op uitvoeringstechnische bezwaren. Het aantal belastingplichtigen zou dan namelijk aanmerkelijk toenemen, waardoor ook veel controle-inspanningen bij zouden moeten komen. "Omwille van de doelmatigheid van het toezicht en de uitdagingen waar de Belastingdienst de komende jaren voor staat, wordt daarom de voorkeur gegeven aan het bestaande systeem, waarin de belasting geheven wordt bij een betrekkelijk gering aantal, bij voorbaat bekende inrichtingen."

Buitenland

Afval van buitenlandse bedrijven is uitgezonderd van de heffing. Dat zou de belasting namelijk veel gecompliceerder maken en bovendien leiden tot handhavingsgegevens. De effecten op de export van afval worden wel in het oog gehouden. Als uit de monitoringsgegevens van het Landelijk Afval Plan (Lap) zou blijken dat er een substantiële stijging is van export van afval naar het buitenland, kunnen vanaf 1 januari 2016 de tarieven voor het verbranden worden verlaagd en de tarieven voor het storten worden verhoogd.

Vereniging Afvalbedrijven

Vorig jaar werd ook al even gesproken over een belasting op het verbranden van afval. De meeste bedrijven in de afvalsector gaven toen al aan sterk tegen een dergelijke taks te zijn. De werkelijke kosten van een verbrandingstaks zouden volgens veel bedrijven namelijk veel hoger liggen dan de lastenverzwaring alleen. Doordat brandbaar afval Nederland uit zal vluchten vanwege de open grenzen, zullen ook recycling- en inzamelbedrijven direct de effecten ondervinden. In het kielzog kunnen immers ook andere stromen over de grens verdwijnen.

De Vereniging Afvalbedrijven reageert dan ook met afschuw op het voorstel van staatssecretaris Wiebes. De VA spreekt van "kortzichtig beleid met desastreuze gevolgen voor Nederlandse economie". Nederlands restafval zal over de grens verdwijnen en de kosten voor recycling en verwerking zullen stijgen, zo vreest de VA. "Op termijn kan het om 2,2 miljoen ton restafval van huishoudens en bedrijven gaan. Dat staat gelijk aan dertig procent van de Nederlandse verbrandingscapaciteit en vertegenwoordigt een omzet van ruim 150 miljoen euro." De overgang naar de circulaire economie kan zo wel vergeten worden.