Categorie: Producten | Gepubliceerd: 30 mei 2022

Pleidooi voor statiegeld op bekers

Dat producenten van wegwerpbekers verplicht de opruimkosten gaan betalen, zal hun aandeel in het zwerfafval nauwelijks terugdringen. Statiegeld is een betere oplossing.


Tinga en Groot waarschuwen dat wegwerpbekers lang niet alleen voor koffie worden gebruikt.
Foto: Dan Gold | Unsplash

Dat bepleiten de Plastic Soup Surfer Merijn Tinga en Zwerfinator Dirk Groot. Met de app Plastic Avengers riepen zij consumenten op om wegwerpbekers in het zwerfafval vast te leggen. Het doel van de zogenoemde #CupCount campagne was om meer informatie te vergaren over bekers in het zwerfafval, zodat er een eerlijke prijs voor de opruimkosten bepaald kan worden. Producenten worden vanaf 2023 namelijk verantwoordelijk voor de opruimkosten van verschillende soorten zwerfafval, waaronder drinkbekers.

Tussen 15 juni 2021 en 30 april 2022 werden in het kader van #CupCount in totaal bijna 43.000 bekers gefotografeerd. Uit een analyse van deze bekers blijkt dat iets meer dan de helft (53 procent) geen merk bevat of anderszins onherkenbaar is. De producent of het verkoopkanaal zijn dus niet te herleiden. Groot en Tinga pleiten voor een manier om de bekers goed te kunnen identiferen, zoals bijvoorbeeld een QR-code op de bekers. Daarmee kunnen de opruimkosten eerlijk doorbelast worden. Van de bekers die wel herleidbaar waren, was een relatief groot deel (17,6 procent) afkomstig van McDonald's. Douwe Egberts en Starbucks volgen met respectievelijk 3,9 en 3,0 procent op flinke afstand.

Verder betrof circa 75 procent van de vastgelegde bekers 'kartonnen' bekers (met een dun plastic laagje), de rest bestond uit volledig plastic bekers.

Statiegeld

Tegelijkertijd zijn de twee activisten kritisch op het concept zelf van het doorberekenen van de kosten. De opruimkosten van bekers zijn volgens beschikbare cijfers maximaal 24 miljoen euro per jaar. Dat komt bij de huidige gemeentelijke opruimstandaard neer op maximaal 3 cent per opgeruimde beker. Doorberekend naar de 4 miljard bekers die jaarlijks op de markt worden gebracht, komt dat zelfs neer op 0,006 eurocent per geproduceerde beker. Dat is zo'n laag bedrag dat het naar verwachting van Groot en Tinga de zwerfafvalbeker nauwelijks zal terugdringen. "Er is geen prikkel voor de individuele producent om iets te veranderen aan het tot zwerfafval verworden van hun wegwerpbeker omdat meerkosten per beker nihil zijn en bovendien zijn deze kosten in slechts de helft van de gevallen herleidbaar", zo schrijven ze. Statiegeld zou een betere oplossing zijn voor de wegwerpbekers, als opstap naar herbruikbare bekers. "Het kan en gebeurt al. Zie bijvoorbeeld het ‘WeCup’ systeem dat in Haarlem wordt toegepast door twintig horeca-ondernemers of het BillieCup systeem dat nu in een groot aantal universiteiten wordt toegepast. Gezien de verspilling van grondstoffen door eenmalig gebruik en de algehele staat van de aarde zou herbruikbaar de norm moeten zijn."

Niet alleen koffiebekers

Verder merken Tinga en Groot op dat er vaak onterecht alleen over koffiebekers gesproken wordt. Iets minder dan de helft van de vastgelegde bekers was duidelijk aan te merken als koffiebeker (of theebeker). De andere helft van de bekers was gebruikt voor andere dranken zoals frisdrank, zuivel en bier, maar ook voor bijvoorbeeld ijs. De term 'drinkbeker' is dus ook niet voldoende. Het eindrapport noemt dit een maas in de wet en pleit voor een goede en alomvattende definitie van eenmalige bekers in de wetteksten. 

Meer informatie:

» Eindrapport CupCount