Categorie: Politiek en beleid | Gepubliceerd: 24 oktober 2022

Recht op reparatie uitgesteld

Een negatieve beoordeling van de Europese Raad voor regelgevingstoetsing (RSB) heeft geleid tot uitstel van een Europees recht op reparatie. Europarlementariërs vragen zich nu hardop af of de RSB wel objectief is.

Oorspronkelijk stond de presentatie van het voorstel gepland voor november, maar in het werkprogramma voor 2023 van de Europese Commissie dat vorige week werd gepubliceerd, staat het recht op reparatie nu gepland voor ergens in “de komende maanden.” Opmerkelijk is echter dat het niet voorkomt in de gedetailleerde lijst van projecten voor 2023.

Belang

Europarlementariërs Anna Cavazzini en René Repasi vragen nu toegang tot documenten die gerelateerd zijn aan het Commissievoorstel voor het recht op reparatie, inclusief de beoordeling van de RSB en alle daaraan gerelateerde correspondentie en vergaderingen. Normaal gesproken zou toegang tot dit soort documenten, die voor intern gebruik bestemd zijn, worden geweigerd als dit het beslissingsproces van de RSB zou ondermijnen. Er bestaat echter een uitzondering, wanneer er sprake is van een zwaarder wegend openbaar belang. Volgens Repasi en Cavazzini is dat hier het geval. “In het geval van het wetgevingsvoorstel over het recht op reparatie is het voor het publiek duidelijk van belang te begrijpen waarom een intern orgaan van de Commissie een negatief advies heeft uitgebracht over een voorstel waarop tijdens de desbetreffende openbare raadpleging veel reacties van burgers en belanghebbenden zijn gekomen. Er is echter geen openbare uitleg gegeven.”

Objectief?

Volgens de Europarlementariërs zou onderzoek van de ‘Corporate Europe Observatory’ (CEO) naar twee negatieve beoordelingen van het RSB over over een commissievoorstel voor de Richtlijn Corporate Sustainability Due Diligence, vraagtekens hebben gezet bij de objectiviteit en de integriteit van het RSB. CEO is een non-profit organisatie die onderzoek doet naar de invloed van lobbygroepen op EU-beleid en besluiten. Cavazzini en Repasi vragen zich nu hardop af in hoeverre de beoordeling van het RSB was beïnvloed door belangengroepen. Ook om de geloofwaardigheid van het RSB te waarborgen zou het van belang zijn om zo transparant mogelijk te zijn wat betreft de redeneringen achter de negatieve beoordeling.