Principeakkoord over cao's voor gemeentelijke sector

In de nieuwe cao’s is een salarisstijging voor iedereen afgesproken, waarbij de nadruk ligt op medewerkers in de eerste schalen in het loongebouw. De salarisstijging varieert gemiddeld van ruim 13 procent aan de basis tot ruim 12 procent in schaal 5 en bijna 7 procent in schaal 11, meldt VNG namens de werkgeversdelegatie.

Medewerkers krijgen daarnaast een extra vakantiedag en een extra feestdag erbij en een vergoeding voor hybride werken van 3 euro per dag. Het zogenoemde derde ziektejaar wordt afgeschaft en vervangen door een werkgeversbijdrage aan een individuele arbeidsongeschiktheidsverzekering.

FNV Overheid benadrukt dat het akkoord in de laagste schaal zorgt voor een loonsverhoging van bijna 16 procent en dan aflopend naar de hoogste schalen. Gemiddeld komt dit neer op een loonsverhoging van 9,1 procent voor alle werknemers.

Akkoord met consequenties

Het principeakkoord is gisteren (21 februari) gesloten door de werkgeversorganisaties VNG en WSGO en de vakbonden FNV, CNV en PDO. Het gaat om de Cao Gemeenten en de Cao SGO voor samenwerkende gemeentelijke organisaties. Onder deze cao’s samen vallen zo’n 190.000 medewerkers in de gemeentelijke sector. 

De VNG benadrukt zich te zullen blijven inzetten voor goede afspraken met het Rijk over de structurele financiering van de taken. De salarisstijging moet immers wel betaalbaar blijven voor gemeenten.

Ledenraadplegingen

De VNG en de WSGO leggen het principeakkoord voor aan hun achterbannen. Hun ledenraadplegingen starten maandag 27 februari. De besturen van de WSGO en de VNG besluiten uiterlijk 6 april 2023 of de werkgevers het akkoord bekrachtigen. Na bekrachtiging worden de teksten van de nieuwe cao’s geredigeerd en daarna aangemeld en gepubliceerd op www.caogemeenten.nl en www.wsgo.nl.

De vakbonden laten weten het principeakkoord ‘binnenkort’ voor te leggen aan de leden. FNV Overheid doet dat in ieder geval met een zogenoemd positief advies, maar de leden hebben het laatste woord.

Stakingen

De vakbonden eisten aanvankelijk onder meer 12 procent loonsverhoging voor 2023 en een automatische prijscompensatie, terwijl de VNG in haar laatste loonbod van 14 december 5 procent per 1 februari 2023 en 3 procent per 1 april 2024 bood. Daarop klapten de onderhandelingen.

De werkgevers waarschuwden dat de vakbonden er onrealistische eisen op nahielden. Voor de vakbonden reden om te gaan staken. Door het hele land vonden de afgelopen week acties plaats, waarbij het afval zich met name in de grote steden snel opstapelde op straat. Uiteraard zijn de stakingen inmiddels voorlopig opgeschort.