Categorie: Regels, toezicht en rechtspraak | Gepubliceerd: 19 december 2023

Papierslib in co-vergisters komt bedrijven duur te staan

Het leveren van papierslib aan co-vergistingsbedrijven voor vergisting levert papierfabrieken en bemiddelende (transport)bedrijven tienduizenden euro's aan boetes op. Feitelijk leidinggevenden ontspringen de dans.

Elf zaken over papierslib hamerde rechter gisteren af in Zwolle.
Foto: Nikolay Antonov | Dreamstime

In een serie van elf uitspraken heeft de Rechtbank Overijssel gisteren (18 december) papierfabrieken en bemiddelende en transportbedrijven beboet voor betrokkenheid bij het leveren van papierslib aan co-vergisters. De boetebedragen liepen uiteen van 10.000 euro tot 150.000 euro. Voor alle boetes gold dat minstens de helft van de boete alleen hoeft te worden voldaan aan als de veroordeelde binnen drie jaar nog eens in de fout gaat. De rechter stelde ook het wederrechtelijk verkregen voordeel vast voor betrokken bedrijven. Dat liep in de tonnen. Sommige bedrijven moet dit terugbetalen aan de Staat, maar één bedrijf hoefde dat niet – dat zou door alle aandacht voor de zaak al flink wat imagoschade hebben opgelopen en daarmee afdoende ‘gestraft’.

Papierslib op het land

De zaak kwam in 2020 aan het rollen toen de politie Noord-Nederland een onderzoek startte na een controle van de Friese uitvoeringsdienst Fumo waarbij slibmateriaal werd aangetroffen. Dit bleek papierslib te zijn, afkomstig van een bedrijf uit de provincie Gelderland dat zich bezig houdt met inzameling en bewerking van afvalwater uit de papierindustrie. Dit papierslib bevat een zeer hoog kopergehalte. Het is een afvalstof en mag niet op de bodem worden toegepast.

Het bedrijf dat zich van het papierslib wilde ontdoen, was volgens het Openbaar Ministerie (OM) op de hoogte van de slechte kwaliteit van het slib, aangezien de gebruikelijke afnemer het slib niet meer wilde en kon verwerken. Daarom zou het bedrijf in zee zijn gegaan met een aantal bemiddelende- en transportbedrijven om het slib ergens anders kwijt te kunnen en zo kosten te drukken. Dat heeft er volgens het OM toe geleid dat er papierslib richting in totaal elf co-vergistingsbedrijven in Noord-Nederland is gegaan, in de periode van 25 september 2018 tot en met 26 augustus 2019.

Op grond van de meststoffenwetgeving kan papierslib echter niet worden gedefinieerd als meststof, alleen als afvalstof. Daarom mag het niet in co-vergisters worden gebruikt. Dit is niet zonder reden. Het digestaat (restproduct na vergisting) van een vergister wordt namelijk uitgereden op het land en het papierslib met de hoge kopergehaltes komt daarmee in nog geconcentreerdere vorm in de natuur terecht, met alle nadelige gevolgen van dien.

Leidinggevenden niet bestraft

Het OM betoogde vorige maand voor de rechtbank in Zwolle dat een feitelijk leidinggevende een taakstraf van 120 uur opgelegd zou moeten krijgen voor zijn aandeel in de papierslibzaak. De rechter ging hier niet in mee. Naar zijn oordeel is er in deze zaak sprake van een “zodanige, aperte onevenredigheid van de vervolgingsbeslissing dat vervolging onverenigbaar is met het verbod van willekeur.” Met andere woorden: de rechter vindt het niet uit te leggen dat één betrokken leidinggevende wel en de andere leidinggevenden niet vervolgd zouden moeten worden.

Dit najaar nam de Tweede Kamer nog een motie aan die de regering oproept op met het OM in gesprek te gaan over de mogelijkheid om in het geval een (ernstig) milieudelict vaker naast de onderneming ook feitelijk leidinggevenden te vervolgen. Dit zou nu onvoldoende gebeuren. Het OM weersprak dit tegenover AfvalOnline, al erkende het wel dat dit soort vervolgingen in de praktijk een complexe opdracht kunnen zijn.

Gerelateerde artikelen