Categorie: Politiek en beleid | Gepubliceerd: 05 februari 2024

UPV-tarieven textiel kunnen omhoog

Om de echte kosten van de inzameling, sortering en recycling van gebruikt textiel beter te reflecteren, zouden de UPV-tarieven fors omhoog moeten. Ook is meer informatie nodig over wat er met textiel gebeurt na inzameling.

Een inzamelcontainer voor textiel in Amsterdam.
Foto: Gonny Jeths | AfvalOnline

Het huidige tarief in de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) voor textiel is gemiddeld 0,03 euro per kledingstuk. Als de echte kosten (inclusief milieukosten) meegerekend worden, kan dit stijgen naar tussen de 0,47 en 2,34 euro per kledingstuk. Dat stelt Circle Economy in een rapport over de verschillende bestemmingen van Nederlands textielafval, opgesteld in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Het ministerie zal nog reageren op de uitkomsten en aanbevelingen uit het rapport.

Gefragmenteerd

De textielmarkt is gefragmenteerd: 84 procent van het gescheiden ingezameld textiel uit Nederland wordt geëxporteerd, maar de grootste ontvanger (Polen) ontvangt 'maar' 10 procent. Export binnen de EU, maar ook naar landen als India en Pakistan, wordt daarnaast vaak nog gevolgd door verdere export buiten de regio. Zo gaat textielafval uit India en Pakistan vaak weer verder naar Afrikaanse landen zoals Togo, Kenia en Ghana. Dat maakt het lastig om deze stromen goed te blijven volgen.

Nederland fungeert bovendien als hub: niet al het textiel dat wij exporteren, komt ook uit ons land. Zo was in 2020 98,3 kton afkomstig uit andere landen, met name Duitsland, en werd het naar Nederland gestuurd voor sortering. Opvallend genoeg wordt ook 55 procent van het textiel dat in Nederland wordt ingezameld, naar het buitenland geëxporteerd voor sortering, ondanks "significante binnenlandse sorteercapaciteit". Dat laat volgens het rapport zien dat het textiellandschap ingewikkeld is: de rol van Nederland is niet in isolatie te analyseren, maar moet gezien worden als een speler in een heel netwerk. 

Volgens Circle Economy moet er in Nederland meer aandacht komen voor het temperen van negatieve effecten op ontvangende landen en de rol die de Nederlandse overheid hierin kan hebben. Niet middels een exportverbod, maar via een wettelijk bindende financiële verantwoordelijkheid voor het geëxporteerde textiel. Dat kan bijvoorbeeld door fondsen uit UPV te gebruiken om informele verkoop, recycling en verwijdering in ontvangende landen te ondersteunen. 

Gebruikt textiel

Waar gaat textielafval dan zoal naartoe? Voor veel landen is dat lastig te kwantificeren, omdat niet alle landen en spelers textielstromen hetzelfde definiëren: is het bijvoorbeeld tweedehands kleding, gebruikt textiel of textielafval? Er zijn ook geen systemen om de bewegingen van meermaals geëxporteerde en geïmporteerde partijen textiel goed te volgen. Maar Nederland zelf is hierop een uitzondering, met gedetailleerde data over afvalbeheer. 

Er zijn twee belangrijke exportcodes voor textielafval: 'gebruikt textiel en kleding' en 'gesorteerde en ongesorteerde gebruikte vodden en resten'. Kijkend naar 'gebruikt textiel en kleding' ontvangen na Polen (17,01 kton) ook Pakistan (15,77 kton), Kameroen (9,94 kton), Kirgizië (8,74 kton) en Duitsland (8,51 kton) relatief veel Nederlands textiel. Opvallend is dat de textielstromen niet gelijk verdeeld worden onder de landen. Zo is de gemiddelde waarde per ton van het textiel dat naar Duitsland gaat het hoogst, met 1.854 euro per ton. Ook België (1.348 euro per ton) en Kameroen (1.233 euro per ton) ontvangen textiel van relatief hoge waarde. Aan de andere kant van het spectrum betaalt Pakistan slechts gemiddeld 284 euro per ton. Dat is nog minder dan de helft van wat de nummer twee op deze lijst betaalt: de Verenigde Arabische Emiraten betalen gemiddeld 693 euro per ton. 

Vodden en resten

Voor de vodden en resten is Frankrijk juist de belangrijkste ontvanger, met 23,93 kton. Daarna volgen Duitsland (13,77 kton), India (10,27 kton) en België (7,73 kton). Opvallend is dat in deze categorie met uitzondering van India alleen Europese landen in de top 10 staan, hoewel daarbij opgemerkt moet worden dat veel stromen dus weer verder geëxporteerd zullen worden. Qua waarde ontvangt Duitsland hier de waardevolste stromen (1.110 euro per ton), gevolgd door Denemarken (1.022 euro per ton) en Zweden (1.021 euro per ton). India betaalt met 105 euro per ton juist het minst, gevolgd door Frankrijk (323 euro per ton) en het Verenigd Koninkrijk (386 euro per ton).