Categorie: Politiek en beleid | Gepubliceerd: 16 februari 2024

Botst Verpakkingsrichtlijn met EU-wetgeving?

In de aankomende EU-verpakkingsrichtlijn staan nu speciale regels voor plastic verpakkingen. Maar dat lijkt in te druisen tegen EU-wetgeving.

Dat zeggen brancheverenigingen EuPC (Europese kunststofverwerkers), Elipso (Franse verpakkingsindustrie) en IK Industrievereinigung Kunststoffverpackungen (Duitse plastic verpakkingsproducenten). Hierbij verwijzen ze naar een beoordeling over de verpakkingsrichtlijn die zij hebben aangevraagd bij advocatenkantoor Dentons.

In die beoordeling legt Dentons uit dat de verpakkingsrichtlijn secundaire EU-wetgeving is, en daarom onderhevig is aan primaire EU-wetgeving en Europese rechtsbeginselen. Het rechtsbeginsel dat het belangrijkst is voor de beoordeling van de verenigbaarheid van de verpakkingsrichtlijn met Europese wetgeving, is het beginsel van gelijke behandeling. Dit houdt in dat vergelijkbare omstandigheden gelijk moeten worden behandeld, tenzij er een objectieve rechtvaardiging is voor een verschillende behandeling. Kanttekening daarbij is wel dat EU-wetgevers hierin beperkte discretionaire bevoegdheid hebben. Maar als bepalingen in de EU-verpakkingsrichtlijn niet aan deze standaard voldoen, dan mogen bedrijven die hier de gevolgen van ondervinden, naar het Europese Hof van Justitie stappen.

Discriminatie en vrijstellingen

Volgens Dentons zijn er meerdere bepalingen in de verpakkingsrichtlijn die discrimineren tegen plastic. Zo valt alleen plastic onder het verbod op flexibele wegwerpverpakkingen voor consumptie ter plaatse, en is er voor verse groente en fruit alleen een verbod op plastic-wegwerpverpakkingen. Ook op het gebied van hergebruik zijn er discriminerende regels. Zo gelden er voor kratten en dozen bijvoorbeeld alleen minimum hergebruikpercentages als deze van plastic zijn. Aan de andere kant zijn er ook vrijstellingen voor andere materialen die niet voor plastic gelden. Zo worden verpakkingen van lichtgewicht hout, kurk, textiel, rubber, keramiek en porselein vrijgesteld van 'design for recycling'-vereisten. Ook zijn er geen minimum recyclaatvereisten voor verpakkingen die minder dan 5 gewichtsprocent plastic bevatten.

Gevolgen

Dit soort bepalingen, die alleen voor plastic van toepassing zijn, druisen volgens Dentons naar alle waarschijnlijkheid in tegen het Europese rechtsbeginsel van gelijke behandeling. Uit onderzoeken blijkt volgens Dentons dat discrimineren tegen plastic verpakkingen niet gepast of terecht is, en ook nog eens tegen de doelstellingen van de verpakkingsrichtlijn zou werken. Uit onderzoek zou blijken dat specifieke regels die alleen betrekking hebben op kunststofverpakkingen en alle andere verpakkingsmaterialen vrijstellen, zullen leiden tot een algehele toename van de hoeveelheid verpakkingsafval en de uitstoot van broeikasgassen. Ook zouden dat soort regels “de circulaire economie van kunststoffen belemmeren en leiden tot een overschakeling op andere verpakkingsmaterialen met met vaak minder gunstige eigenschappen, waardoor nieuwe milieuproblemen ontstaan.”

Oproep

Voorzitter van IK Industrievereinigung Kunststoffverpackungen Martin Engelmann roept de Europese Raad en het Europees Parlement op om speciale regels voor plastic verpakkingen en vrijstellingen voor andere verpakkingsmaterialen te schrappen uit het voorstel voor de verpakkingsrichtlijn waar nu nog over onderhandeld wordt. “Dit is de enige manier om de wettelijke en planningszekerheid te creëren die bedrijven nodig hebben voor de transformatie naar een circulaire economie,” aldus Engelmann.