Categorie: Regels, toezicht en rechtspraak | Gepubliceerd: 07 september 2020

Gunning Westerkwartier aan Hoeksema houdt stand voor rechter

De gunning van de gemeente Westerkwartier aan Hoeksema Recycling in een aanbestedingsprocedure voor de inzameling en verwerking van brongescheiden afval, houdt stand voor de rechter.

Bedrijvencombinatie Stuut-Hummel (een combinatie van loonbedrijf Stuut uit Jonkersvaart en afvalverwerker Hummel uit Leek) had bij de rechtbank Noord-Nederland een kort geding aangespannen tegen de gemeente. De gunning aan Hoeksema was namelijk niet tijdens de oorspronkelijke aanbestedingsprocedure tot stand gekomen, maar pas na een zogenoemde mededingingsprocedure met onderhandeling. Reden hiervoor was dat de aanvankelijke inschrijving van Hoeksema (4,6 miljoen euro) het budget van de gemeente (circa 1,3 miljoen euro) ruim overschreed. In de onderhandeling werd dit bedrag naar 2,5 miljoen euro teruggebracht door onder meer de contractduur op te rekken van zes jaar naar acht jaar (2021 tot en met 2028) en doordat de gemeente aanbestedingseisen had losgelaten, danwel versoepeld. Volgens Stuut-Hummel was de opdracht hiermee wezenlijk gewijzigd. Hadden deze nieuwe voorwaarden deel uitgemaakt van de oorspronkelijke opdracht, dan had Stuut-Hummel wel ingeschreven en daarmee een kans gehad op het binnenhalen van deze opdracht.

Waarde

De rechter loopt alle argumenten van Stuut-Hummel na die erop moeten wijzen dat de opdracht wezenlijk veranderd is. Bijvoorbeeld dat de uiteindelijk overeengekomen prijs nog altijd bijna twee keer zo hoog is als het budget van de gemeente. De rechter wijst erop dat een overheidsopdracht zonder nieuwe aanbestedingsprocedure kan worden gewijzigd, indien de wijzigingen, ongeacht de waarde ervan, niet wezenlijk zijn. Met andere woorden, de waarde van een opdracht is geen grond om iets een wezenlijke wijziging te noemen. Daar gaat dus het argument van de prijs.

Termijn

Het argument dat de termijn van de opdracht zou zijn gewijzigd van zes naar acht jaar veegt de rechter ook van tafel aangezien de acht jaar al was voorzien. Er was immers sprake van overeenkomst van zes jaar met een optie tot verlenging van nog eens twee jaar.

Brandstof inzamelwagens

Dan was een eis losgelaten dat de inzamelvoertuigen op CNG moesten rijden. In plaats daarvan werd ook rijden op blauwe diesel toegestaan. Dit zou volgens Stuut-Hummel tot een heel ander kostenplaatje leiden. Maar ook hiervan zegt de rechtbank dat de waarde er niet toe doet bij beoordeling of iets een wezenlijke wijziging is. Wat er wel toe doet, is of het wijzigingen van deze eis tot een andere kring van gegadigden zou hebben geleid. Maar daar zegt Stuut-Hummel allereerst niets over en verder zou volgens de rechtbank elke inschrijver kunnen aanbieden dat hij na gunning inzamelwagens aanschaft die rijden op CNG of blauwe diesel. De wijziging zou dus niet een andere kring van gegadigden opleveren.

Rekening

Tot slot was ook de eis verlaten dat inkoop en distributie van de milieuzakken en zakken voor textiel voor rekening en risico van de inschrijver moest komen. Deze plicht verschoof naar de gemeente. Dit zou volgens Stuut-Hummel zo’n 150.000 euro aan materiaalkosten op jaarbasis schelen. De voorzieningen rechter vindt echter dat dit bedrag niet nader is onderbouwd en wijst er bovendien op dat ook deze wijziging niet tot een andere kring van gegadigden zou leiden.

En daarmee komt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat van wezenlijke wijzigingen in de opdracht geen sprake is en blijft de gunning aan Hoeksema overeind.