Ziekteverzuim in afvalsector licht gestegen

In de bedrijfstak ‘Waterbedrijven en afvalbeheer’ lag het ziekteverzuim van de werknemers op 5,9 procent. Dat is een stijging ten opzichte van 2019, toen het verzuim op 5,7 procent lag. Van elke duizend te werken dagen werden in deze sector in 2020 59 verzuimd wegens ziekte. Alleen in de zorgsector (6,4 procent) en de industrie (6 procent) lag het verzuimpercentage hoger. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), op basis van nieuwe cijfers uit de kwartaalenquête ziekteverzuim en de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden van CBS en TNO.

Het hogere verzuimpercentage in de afvalsector is overigens geen verrassing. Afgelopen september meldde het CBS al, op basis van voorlopige cijfers, dat het ziekteverzuim in de water- en afvalsector in de eerste twee kwartalen van 2020 was gestegen tot respectievelijk 6,7 procent en 5,8 procent. In het derde kwartaal viel het (extra) verzuim overigens weer mee met een percentage van 5,3 procent, even hoog als in dezelfde periode in 2019.

Reden voor verzuim

Als reden voor verzuim gaven de werknemers in 2020 regelmatig griep en verkoudheidsklachten (30,4 procent) aan. Daarna volgen rugklachten, psychische klachten/overspannenheid en buik-, maag- en darmklachten (allen 5 procent) als reden. Klachten die werden veroorzaakt door het coronavirus, met de bevestiging met een test, was vorig jaar voor 2 procent reden van verzuim. Bijna een kwart (24 procent) van de werknemers gaf aan nog nooit te hebben verzuimd.

De kwartaalcijfers over ziekteverzuim worden bepaald aan de hand van een enquête onder bedrijven. Daaruit is niet af te leiden met welke klachten werknemers verzuimen. In de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden worden werknemers wel bevraagd over de klachten waarmee ze de laatste keer hebben verzuimd, eventueel langer dan een jaar geleden.