Categorie: Circulaire activiteiten | Gepubliceerd: 17 februari 2022

Haarlem en Zandvoort lonken naar HVC

De gemeenten Haarlem en Zandvoort gaan verkennen of ze de verwerking van het huishoudelijk restafval kunnen inbesteden bij HVC.

De gemeenten Haarlem en Zandvoort staan, evenals veel andere gemeenten, voor de vraag wat ze met de verwerking van het restafval gaan doen wanneer het contract met AEB eind van dit jaar afloopt. De keuze is inbesteden of aanbesteden. Haarlem en Zandvoort willen het liefst komen tot een langjarige overeenkomst. Gezamenlijk optrekken zien ze daarbij als een voordeel, omdat dat logistieke efficiency oplevert bij Spaarnelanden met betrekking tot de overslag en het transport van het afval. Hoewel de gemeenten benadrukken dat de definitieve keuze tussen inbesteden bij een overheidspartij of aanbesteden pas verderop in het jaar gemaakt zal worden, kiezen de colleges nu voor de verkenning van de inbestedingsvariant. En wel bij HVC, die de beste propositie zou hebben.

Argumenten

Argumenten die de gemeenten aandragen zijn onder meer dat de inzet op duurzaamheid via een aanbesteding wel kan worden afgedwongen, maar slechts eenmalig in het programma van eisen. Bij inbesteden kan dat via de aandeelhouders een veel structureler karakter hebben, zodat er bij wijziging van inzicht gestuurd kan worden richting de nieuwe beste duurzame mogelijkheden. Ze verwachten dat met een langdurige overeenkomst met een marktpartij de tussentijdse inzet op duurzaamheid ingeperkt kan worden en het aangeboden tarief weer zal stijgen. Ook regionale samenwerking en innovatie kunnen beter met inbesteden worden bereikt, denken ze. Verder menen ze dat met een langlopende aandeelhoudersrelatie beter zekerheid en stabiliteit te bereiken.

Tarief

Alleen wat betreft tarieven zou de voorkeur kunnen liggen bij aanbesteden, omdat marktpartijen bij een aanbesteding lagere tarieven zullen aanbieden dan overheidsgedomineerde partijen. Dit prijsverschil zal naar verwachting 160.000 euro (6 procent) voor Haarlem en 23.000 euro (8 procent) voor Zandvoort bedragen. Ten opzichte van het huidige contract is dit verschil veel kleiner (1-2 procent), waardoor de keuze naar verwachting geen of nauwelijks consequenties heeft voor de afvalstoffenheffing. Omdat het jaarlijks kostenverschil (relatief) dusdanig klein is, baseren de gemeenten zich bij de keuze voor inbesteden vooral op de overige aspecten (duurzaamheid, innovatie, zekerheid en stabiliteit, en regionale samenwerking).

Voorkeur voor HVC

In de ‘Rapportage verkenning aanbesteden en inbesteden’ dat KplusV in opdracht van de twee gemeenten heeft opgesteld, zijn HVC en Omrin beschreven als mogelijke inbestedingspartners. Twence had aangegeven geen interesse te hebben in het afval uit deze gemeente, vanwege de omvang (Haarlem 40 kton en Zandvoort 4 kton) in combinatie met de afstand. De gemeenten kiezen voor HVC vooral vanwege de nabijheid van deze organisatie en de voordelen die dat oplevert wat betreft transportafstanden (kosten en CO2) en regionale samenwerking. Ze merken daarbij op dat HVC door de toetreding van de Avalex-gemeenten (die overigens niet zonder slag of stoot ging) stappen heeft gezet in verdere benutting van de resterende verbrandingscapaciteit met een hogere efficiency tot gevolg. De toevoeging van Haarlem en Zandvoort zou hieraan ook verder kunnen bijdragen, denken ze. Mocht het inbestedingstraject tot niets leiden, dan kunnen de gemeenten nog aansluiten bij een regionale aanbestedingsprocedure van andere 'AEB-gemeenten'. 

Eerder deze week werd bekend dat de gemeente Aalsmeer zich oriënteert op aansluiting bij Omrin.