In haar eerste Circularity Gap Report op sectorniveau trekt Circle Economy een droevige conclusie over de circulariteit van bouwmaterialen in Nederland: slechts 8 procent verdient het predicaat 'circulair'.
De Nederlandse gebouwde omgeving lijkt met een hoog recycling- en hergebruikcijfer van 88 procent een circulaire koploper in de wereld, maar de waarheid is dat bouw- en sloopafval nog vooral wordt gebruikt voor laagwaardige toepassingen: het verdwijnt bijvoorbeeld onder onze wegen. Slechts 8 procent van de materialen toegepast in de bouw komt uit afgedankte materialen die zijn teruggebracht in de kringloop. Dat blijkt uit het Circularity Gap Report voor de gebouwde omgeving in Nederland, dat Circle Economy onlangs heeft aangeboden aan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en vakbondsorganisaties FNV en CNV. Het rapport licht pijnpunten in de bouwketen uit, maar ook enkele concrete oplossingen voor een meer circulaire bouwsector.
Veel van de grote crises in Nederland komen samen in de bouwsector: het grootste tekort aan arbeidskrachten in jaren, de stikstofcrisis, een enorm woningtekort, de snelle groei van grondstoffenschaarste en klimaatverandering. De bouwsector is de grootste verbruiker van grondstoffen, goed voor 40 procent van het energieverbruik en 30 procent van het waterverbruik. De sector draait op volle toeren en moet alles uit de kast halen om aan de vraag te voldoen; het kabinet verwacht tot 2025 jaarlijks 75.000 nieuwe woningen te bouwen. Een van de voorgestelde oplossingen is duurzaam en circulair bouwen, zodat er meer kan worden gedaan met minder en er efficiënter met grondstoffen wordt omgegaan. De bouwsector staat echter nog maar aan het begin van het circulaire proces. Er zijn andere vaardigheden nodig, een andere manier van omgaan met verspilling en een andere manier van zakendoen in het algemeen, maar hoe? Met vier what-if-scenario's om het tij te keren, geeft het rapport antwoord op deze vraag.
Uit het rapport blijkt dus dat de Nederlandse bouwsector een stuk minder circulair is dan het lijkt; slechts 8 procent is circulair en krijgt een gelijkwaardige of zelfs verbeterde toepassing in het bouwproces. Toch is er reden tot optimisme. Jacco Verstraeten-Jochemsen van Circle Economy: “Nederland is goed voorbereid om de omslag naar een circulaire economie mogelijk te maken. De sector heeft mooie initiatieven, de infrastructuur is aanwezig en er is een mentaliteitsverandering gaande. Maar de geplande acties worden nog niet op grote schaal toegepast.”
Circle Economy ontwikkelde – in samenwerking met partners – concrete oplossingen voor bedrijven, landelijke en lokale politici, stedenbouwkundigen en vakbonden. Twee belangrijke oplossingen die het rapport voorstelt, zijn onder meer:
Begin juni presenteerde minister Hugo de Jonge van Volkshuisvestiging en Ruimtelijke Ordening nog een nieuw beleidsprogramma voor een versnelde verduurzaming van de gebouwde omgeving. Daarin noemde hij onder andere dat de overheid wil inzetten op circulair bouwen. Hoe hij dit precies gaat stimuleren bleef echter vaag.
In de eind mei door de minister, ontwerp-, bouw- en technieksector ondertekende intentieverklaring ‘Samen doorbouwen in onzekere tijden’ viel ook al op dat er met geen woord wordt gerept over de inzet van meer secundaire grondstoffen als alternatief voor primaire grondstoffen in de bouw. Deze verklaring werd ondertekend door vele partijen, maar brancheverenigingen voor slopers en voor brekers en sorteerders (Veras en BRBS Recycling) waren niet betrokken. Een teken dat een geïntegreerde circulaire bouwketen met een gedeelde visie op circulariteit nog ver weg is? Misschien wel.
Positieve ontwikkelingen zijn er echter ook, bijvoorbeeld vanuit de markt. Bouwbedrijf Bam kondigde onlangs bijvoorbeeld aan met vier partners te gaan samenwerken om reststromen hout te verwerken tot circulaire spaanplaten. Dit met als doel hiervan nieuwe woningen te maken.
»
Circularity Gap Report over gebouwde omgeving in Nederland