Categorie: Politiek en beleid | Gepubliceerd: 21 december 2016

"Stevige kritiek op IenM zorgelijk"

Nederlandse handhavers die Europese richtlijnen strenger handhaven dan hun collega's in de rest van Europa. Dat helpt niet bij de transitie naar een meer circulaire economie. Een cultuuromslag is noodzakelijk, vindt Tweede Kamerlid Remco Dijkstra (VVD). En afnemers en aanbieders van reststromen moeten meer rechtszekerheid krijgen van de overheid.

Remco-dijkstra-1349031407.jpgTweede Kamerlid Remco Dijkstra (VVD).

Het Kamerlid heeft naar eigen zeggen alle vertrouwen in de mensen die bij de Inspectie Leefomgeving & Transport (ILT)  en Omgevingsdiensten dag in dag uit het handhavingswerk uitvoeren, maar stelt dat zij wel heldere instructies verdienen. “De bestuurlijke leiding en de politiek moeten deze mensen juist instrueren en hen de juiste tools geven om hun werk goed uit te kunnen voeren”, stelt Dijkstra. “Daar moet de staatssecretaris voor gaan zorgen, en snel ook.”

Dijkstra reageert met zijn uitspraken op het artikel Afnemer wil rechtszekerheid uit Vakblad Afval! dat afgelopen week verscheen. In een notendop gaat het artikel over hoe de overheid de circulaire economie met de mond belijdt, maar er achter de schermen volgens betrokkenen nog veel misgaat.

Rechtszekerheid

Het grootste probleem dat in het artikel wordt aangekaart, is dat afnemers van grondstoffen rechtszekerheid willen over of een reststroom uit bijvoorbeeld een fabriek een afvalstof is of niet. De Nederlandse overheid heeft blijkens de getuigenissen in het artikel de grootst mogelijke moeite hier duidelijkheid over te verschaffen. De geïnterviewden geven aan dat zij sterk de indruk hebben dat nieuwe circulaire initiatieven nu vastlopen op de onduidelijkheid die de overheid in stand houdt met haar beleid, maar ook met de vergunningverlening en handhaving.

Samenvattend schort er nog al wat aan het ontwerp-Lap3, aan de RWS-toets ‘Afval of grondstof’, de mogelijkheid om een rechtsoordeel aan te vragen en aan de Helpdesk Afvalbeheer van Rijkswaterstaat. Ambtenaren wordt risicomijdend gedrag verweten – zij zouden te snel zeggen dat iets ‘afval’ is en op antwoorden moet soms lang worden gewacht.

Stevige kritiek

“Ik lees in het artikel stevige kritiek op het blijkbaar nog voorzichtige beleid vanuit het ministerie van Infrastructuur en Milieu”, reageert Dijkstra. “Dat vind ik zorgelijk want ik hou me als woordvoerder hier nu een tijd mee bezig. Als doener wil ik dat mijn visie ook op de werkvloer positief uitwerkt. Aan de mooie woorden van de staatsecretaris alleen heb ik helemaal niks.”

In het artikel in Vakblad Afval! wordt een aantal suggesties gedaan om een eind te maken aan de kafkaëske situaties waar ondernemers mee te maken kunnen krijgen als ze van de overheid willen weten of een reststroom een afvalstof is of niet. Zo suggereerde de commissie-Corbey ooit dat de bewijslast voor ondernemers omgedraaid zou moeten worden. Oftewel: als producent stel je een dossier op waarom jouw stroom een product is en geen afvalstof. De toezichthouder of handhaver moet vervolgens maar met tegenbewijs komen als die vindt dat die bewering niet klopt. Consultant Jan IJzerman doet in het artikel de suggestie om het overheidsbeleid te vereenvoudigen door te gaan werken met de drie niet-afvalcriteria uit de brief over de North Sea Resources Roundabout die staatssecretaris Dijksma in december 2015 naar de Tweede Kamer stuurde. Dan zou gelden dat een stof geen afval is ‘als het gebruik ervan zeker is, rechtmatig én bijdraagt aan efficiënt grondstofgebruik.’

Dijkstra voelt wel voor de omkering van de bewijslast. “Alles is dan voortaan grondstof tenzij… Dat lijkt me een stuk beter werken dan dat partijen met een lastig afvalstempel worden opgezadeld dat belemmerend werkt voor de inzet van secundaire grondstoffen in nieuwe circulaire projecten”, zegt de VVD’er. “Dat er nu veel langdurige rechtszaken lopen is een teken dat er onduidelijkheid heerst. Al eerder drong ik er bij de toenmalige en huidige PvdA-staatssecretaris op aan om definities te moderniseren. Dat was in 2013 en 2014. De circulaire economie is voor de VVD vooral een economisch verhaal. Als we de economische kant, het verdienmodel, vergeten, wordt het niks. Als iets een positieve waarde heeft voor een ander én veilig is, moet het gewoon getransporteerd en ingezet kunnen worden, ook internationaal, zonder te veel rompslomp van eigen Evoa-interpretaties. Het standpunt van de VVD is er eentje van vooral kansen pakken, en milieuwinst en economie laten samengaan door massa te creëren in plaats van goedwillende ondernemers te frustreren. Dan kunnen handhavers zich vervolgens concentreren op de boeven.”

Kamervragen

Het Kamerlid stelt vandaag naar aanleiding van het artikel Kamervragen aan de staatssecretaris. Dijkstra: “Ik wil weten hoe de staatssecretaris oordeelt over de kritiek dat de overheid afnemers en aanbieders van reststromen te weinig rechtszekerheid geeft. Ook ben ik benieuwd hoe het met de bemensing staat op de Helpdesk Afvalbeheer en of de staatssecretaris het beeld herkent dat de helpdesk vragen van ondernemers regelmatig niet correct beantwoordt. Tot slot wil ik horen of en hoe de informatievoorziening richting ondernemers verbeterd kan worden, of het klopt dat de Omgevingsdiensten en de ILT bij het beoordelen van een reststroom strenger zijn dan in het buitenland en of de staatssecretaris positief aankijkt tegen het idee van een omgedraaide bewijslast.”

Gerelateerde artikelen