Categorie: Management | Gepubliceerd: 10 oktober 2023

Van Rij laat belasting op olie voor plastic aan opvolger

Op olie ingezet voor de productie van plastic zit geen accijns. De inzet van deze olie belasten met een nationale verbruiksbelasting is mogelijk, maar er kleven ook risico's aan.

Marnix van Rij, staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst, schuift de hete aardappel rond het belasten van virgin plastic door naar zijn opvolger.
Foto: Rijksoverheid/Martijn Beekman

Tijdens het circulaire-economiedebat vroegen Tweede Kamerleden Kiki Hagen (D66) en Eva van Esch afgelopen week aandacht voor de belastingvrijstelling voor aardolie die wordt verwerkt in kunststof à 14 miljard euro. Een fiscaal voordeel dat voor onder andere kunststofrecyclers die nauwelijks kunnen concurreren met producenten van virgin plastic niet is uit te leggen. Aan de vrijstelling zelf, die internationaal is geregeld, kan Nederland weinig doen, behalve een intensieve lobby starten voor de afschaffing. Hagen en Van Esch wilden van staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) echter weten of er op korte termijn geen mogelijkheden zijn om het voordeel voor virgin plastic weg te nemen. Kan het kabinet geen nationale verbruiksbelasting op dit plastic zetten?

Heijnen was er niet happig op, maar stelde voor dat haar collega Marnix van Rij van Financiën op de vraag terug zou komen. In een brief aan de Kamer schrijft hij vandaag (10 oktober) dat het zogenoemde non-energetisch gebruik van minerale oliën inderdaad belast kan worden met een nieuw te vormen geven nationale verbruiksbelasting. Maar, zo waarschuwt hij, dit vergt wel een zorgvuldige afweging van de beleidseffecten en de gewenste instrumentenmix. En dat laat hij aan zijn opvolger, gezien de demissionaire status van het zittende kabinet.

Waarschuwing

Als onderdeel van een inventarisatie van fossiele regelingen heeft zijn ministerie eerder wel onderzoeksbureau Kalavasta laten kijken naar de impact van het belasten van non-energetisch verbruik van minerale oliën op drie grote stoomkraakbedrijven in Nederland: Shell Moerdijk, Dow Terneuzen en Sabic Geleen. Kalavasta waarschuwt in een impactanalyse, waar Van Rij naar verwijst, dat een dergelijke heffing een groot effect kan hebben op de continuïteit van de Nederlandse basisindustrie. De producten die deze industrie maakt, hebben namelijk lage brutomarges en kunnen over het algemeen overal ter wereld worden gemaakt. Kortom: chemiereuzen kunnen weleens hun biezen pakken. En de vraag is welke milieuwinst er dan precies wordt geboekt. Precies waarvoor ook Heijnen al voorzichtig waarschuwde tijdens het circulaire-economiedebat.

Onder vergrootglas

Feit is dat fossiele subsidies inmiddels onder een vergrootglas liggen in Den Haag. Eerder nam de Kamer al een motie aan van Jan Paternotte (D66) en Henri Bontenbal (CDA), waarin ze de regering oproepen het afschaffen van fossiele voordelen tot diplomatiek speerpunt te maken. Over een motie van Suzanne Kröger (GroenLinks) en Raoul Boucke (D66), die van het kabinet een doorwrocht plan willen zien om fossiele subsidies af te bouwen, wordt vermoedelijk deze week nog gestemd.