De grootindustrie wil absolute zekerheid over de verwerking van hun afval. Die continuïteit is cruciaal om de productie te vrijwaren. In crisistijd is verwerkingscapaciteit schaars en dus blijft Indaver investeren in nieuwe installaties en in technologieën voor afvalverwerking en hoogwaardige recycling. Daarnaast speelt het afvalbedrijf in de - onder druk staande - energietoelevering een cruciale rol in een nieuw warmtenetwerk voor de industrie.
Door de toenemende aandacht voor de circulaire economie en de gifvrije omgeving worden zeer zorgwekkende stoffen (ZZS), gevaarlijk afval en de daarmee gepaard gaande risico’s nog sterker gereglementeerd. Zorgvuldige analyses van de samenstelling van afvalstromen zijn daarbij cruciaal. Indaver ontwikkelde voor bepaalde kritieke stromen een zogeheten ‘Waste Identity Card’ die voor zowel de klant als de afvalverwerker alle kritieke parameters opsomt om een veilige, efficiënte en duurzame verwerking mogelijk te maken. Wie wil investeren in nieuwe installaties voor de verwerking van gevaarlijk en/of complex afval, moet een lang voorbereidings- en vergunningentraject doorlopen. Daarom is het ook belangrijk om bestaande installaties goed te onderhouden en bij het vervangen van onderdelen te kiezen voor de best beschikbare technologieën en apparatuur om duurzame verwerkingsoplossingen te kunnen blijven bieden.
Nieuwe turbines voor een betere energieprestatie, meer opslagcapaciteit dankzij grotere tankenparks voor specifieke afvalstromen en de meest duurzame gaswassing om emissies zo zuiver mogelijk te maken: het zijn slechts enkele voorbeelden hoe Indaver investeert in haar brede verwerkingsportfolio in Europa, dat steeds dicht bij de industrie is gelegen. De investeringen lonen. De grootindustrie weet dat en verzekert zich zo van verwerkingscapaciteit via langetermijncontracten. En door te kiezen voor duurzame en veilige oplossingen voor dikwijls gevaarlijk en complex afval vermijdt ze ook risico’s, zoals potentiële rechtszaken of schadeclaims.
Goed begrijpen wat de noden zijn van de industrie is allesbepalend voor de oplossing. Met IndaChlor, de recycling van gechloreerd afval in zoutzuur, en Plastics-to-Chemicals, die post-consumer plastic verpakkingen omzet in basischemicaliën voor de industrie, toont Indaver dat ze de circulaire economie waarmaakt in de praktijk. Maar er is meer. Zo verdwijnen vandaag nog steeds heel wat edelmetalen mee in de afvaloplosmiddelen van de farmaceutische en chemische industrie. Die bedrijven gebruiken edelmetalen zoals palladium en rhodium als katalysatoren om bepaalde chemische reacties mogelijk te maken. Indaver wint deze waardevolle en zeer dure grondstoffen terug uit de vloeibare afvalstoffen. Zo biedt het afvalbedrijf een kostenefficiënte oplossing, helpt het de ecologische voetafdruk van de farmaceutische en chemische industrie te verkleinen en draagt het bij aan hun duurzaamheidsdoelstellingen. Dankzij deze ‘one stop’-oplossing, van logistiek van de vloeibare fasen tot de levering van de geraffineerde edele metalen, kan de industrie zich concentreren op hun eigen productieproces.
In de haven van Antwerpen werken verschillende partners samen aan het eerste ‘open access’-warmtenetwerk in België. In eerste instantie voorzien Indaver en Port of Antwerp een basisnet naar de industrie, waarna er een koppeling komt met het residentiële warmtenet. Alles begint bij de verwerkingsprocessen van Indaver in Antwerpen-Noord, waar heel wat warmte vrijkomt. Dit wordt nu al gebruikt voor eigen bedrijfsprocessen en productie van elektriciteit. De restwarmte die overblijft na de productie van elektriciteit, is nog steeds geschikt voor verwarmingstoepassingen. Om warmtenetten economisch interessant te maken, zijn afnemers noodzakelijk. Naast het stoomnetwerk Ecluse, dat thermische verwerkingsinstallaties van Indaver op linkeroever met vijf naburige chemische bedrijven in de haven van Antwerpen verbindt, verwarmt ook het mechanische ontwateringsproject Amoras van de Antwerpse haven zijn gebouwen met restwarmte van Indaver.
En nu is er het nieuwe Warmtenet Antwerpen-Noord. De grootste moutgroep ter wereld Boortmalt heeft op zo’n 8 kilometer van Indaver zijn grootste mouterij. Met een productiecapaciteit van 470.000 ton per jaar wordt hier genoeg mout gemaakt om zo’n 16 miljard biertjes per jaar te brouwen. Boortmalt maakt momenteel gebruik van warmtekrachtkoppelingen en gasbranders om deze proceswarmte te produceren. Wanneer Boortmalt in de toekomst rechtstreeks warmte tapt uit het warmtenetwerk, bespaart het bedrijf een hoeveelheid aardgas die vergelijkbaar is met de jaarlijkse consumptie van ongeveer 10.000 gezinnen.
De voordelen voor mens en maatschappij zijn groot. Wanneer het leidingnet volledig is aangelegd, zal dit warmtenet goed zijn voor een jaarlijkse CO2-besparing van 80.000 ton. Dat is evenveel CO2 als 25.000 Antwerpse gezinnen op één jaar uitstoten. Niet minder dan 3.000 huishoudens, zeven scholen en meerdere openbare gebouwen krijgen hun warmte in de toekomst via een warmtenetwerk dat gevoed wordt met restwarmte uit industrie en steden. Met deze betrouwbare energietoelevering maken we ons ook minder afhankelijk van niet-Europese bronnen. Bijzonder aan dit netwerk is dat het ‘open access’ is dat het eerste in zijn soort in België wordt: het zal open staan voor nieuwe leveranciers en afnemers van warmte die in een latere fase wensen toe te treden. Zo stemt de industrie vraag en aanbod van warmte op elkaar af.
» Bekijk de profielpagina op AfvalOnline of ga direct naar de website
Vakblad Afval! maart 2022 (nummer 2)