Categorie: inzameling | Gepubliceerd: 15 september 2021

Rova wil inzicht in circulaire prestaties vergroten

Rova wil meer zicht krijgen op wat verderop in de keten gebeurt met de afvalstromen die zij inzamelt. Want welke circulaire prestatie leveren de aangesloten gemeenten nu eigenlijk en aan welke knoppen kan met elkaar gedraaid worden om die prestatie te verbeteren? Het blijkt nog niet zo eenvoudig te achterhalen.

In afvalland staat Rova bekend als een innovatief publiek bedrijf dat de laatste jaren vooropliep in het terugdringen van het aantal kilo's restafval in zijn werkgebied in Midden- en Oost-Nederland. Het introduceerde concepten als diftar, omgekeerd inzamelen en 100-100-100 – een programma waarin inwoners werden gestimuleerd om (rest)afvalvrij te leven. Dit droeg eraan bij dat 80 procent van de 23 Rova-gemeenten de Vang-doelstelling voor 2020 heeft behaald: hier wordt 75 procent van het afval gescheiden en minder dan 100 kilo restafval per persoon per jaar geproduceerd. Zoals bij zo veel publieke bedrijven is de focus van Rova de laatste jaren voor een belangrijk deel verlegd naar het verhogen van de kwaliteit van ingezamelde stromen. Met de aanpak #Terugwinnaars helpt Rova samen met de gemeenten inwoners op dit moment hun afval zo goed mogelijk te scheiden, zodat grondstofstromen zo min mogelijk vervuild worden. Immers, hoe schoner de stromen, hoe hoogwaardiger ze gerecycled kunnen worden. Maar hoeveel van het gescheiden ingezamelde afval wordt nu eigenlijk daadwerkelijk gerecycled, hoe hoogwaardig gebeurt dat en aan welke knoppen kan worden gedraaid om de circulaire prestatie in de totale keten te verbeteren? Met onder andere die vragen houdt Corina Hendriks, programmamanager kwaliteit grondstoffen bij Rova, zich bezig.

Een stroomdiagram dat in grote lijnen inzicht geeft in wat er gebeurt met door Rova ingezamelde glazen verpakkingen, pmd en gft.
Afbeelding: Rova

 

“Het is mooi dat we in het Rova-werkgebied afval goed scheiden, maar dat zegt nog niet alles over de circulaire prestaties”, zegt Hendriks. “In de circulaire economie die we met zijn allen nastreven gaat het om wat daadwerkelijk met het gescheiden ingezamelde afval gebeurt. Daar willen we onze gemeenten de komende jaren stap voor stap meer inzicht in gaan geven, want heel eerlijk: zo veel zicht op wat met ingezameld afval gebeurt, is er nog niet in het land. En dat terwijl wel steeds vaker gesproken wordt over recyclingdoelstellingen voor gemeenten. We willen weten hoeveel van ons afval wordt gerecycled of hoger op de R-ladder terechtkomt en aan welke knoppen wij en de partners in de keten kunnen draaien om de totale circulaire prestatie te verhogen. Verder willen we meer weten over de impact van vervuiling op recycling. Wat betekent het voor de recyclingmogelijkheden van grondstoffen als bijvoorbeeld de pmd-stroom vervuild is? We streven ernaar met zogenoemde sankeys [zie illustraties, red.] deze recyclingprestaties visueel inzichtelijk te maken voor onze gemeenten. Zij kunnen hiermee in één oogopslag gaan zien hoe een toch wel complexe keten in elkaar steekt.”

Duik in de keten

Rova wil met de stroomdiagrammen laten zien wat op verschillende plaatsen in de inzamelings- en verwerkingsketen met afvalstromen uit een gemeente gebeurt. Helemaal links in het diagram duidt een verticale balk het moment van inzameling aan. De volgende balken markeren andere schakels in de keten, zoals het overslagpunt, de sorteerder(s) en de verwerker(s). Per schakel wil Rova duidelijk maken wat met de oorspronkelijk ingezamelde stroom gebeurt. In de gft-keten treedt bijvoorbeeld bij de inzameling en overslag vochtverlies op. Bij de gft-verwerker wordt een deel van het gft vergist, een deel gecomposteerd en een deel afgekeurd. In het vergistingsproces wordt een deel van het materiaal omgezet in biogas, een deel wordt alsnog gecomposteerd en een deel bestaat uit decanterwater dat wordt gerecycled. In het composteerproces wordt materiaal omgezet in compost, maar is er ook uitval en productverlies. Helemaal rechts in het diagram wordt de balans opgemaakt: welk percentage van het ingezameld materiaal wordt uiteindelijk gerecycled, hoeveel wordt omgezet in energie en hoeveel massaverlies treedt op?

“Het begin van de keten kunnen wij voor de meeste afvalstromen redelijk goed in beeld brengen”, vertelt Hendriks. “We weten hoeveel we inzamelen, hoeveel materiaal we verliezen bij de overslag en wat we aanleveren bij een sorteerder of recycler – onze directe contractpartner. Daarna wordt het echter lastig. Zeker bij een stroom als pmd gaan de diverse uitgesorteerde stromen op een gegeven moment naar verschillende verwerkers. Wat wordt van al die materiaalstromen gerecycled, hoe hoogwaardig gebeurt dat en hoeveel materiaal wordt alsnog verbrand? Het is allemaal na te vragen, maar de praktijk leert wel dat als verwerkers hierover informatie aanleveren het nog een hele puzzel is om die vragen te beantwoorden. Cijfers blijken in de praktijk nog niet overal aan te sluiten. Bijvoorbeeld doordat verwerkers stromen anders categoriseren: we spreken lang niet altijd dezelfde taal. Daardoor kost het heel veel tijd om data bruikbaar te maken. Het produceren van nauwkeurige sankeys duurt dan ook langer dan we eerder hadden gepland.”

Een stroomdiagram dat inzoomt op Rova's gft-keten. Cijfers ontbreken in het diagram, omdat deze voor 2020 nog niet gevalideerd zijn.
Afbeelding: Rova

 

Breder data delen

In de loop van dit jaar wordt het project om de ketens van afstromen beter in zicht te krijgen ondergebracht bij CirkelWaarde, het samenwerkingsverband van Rova met de publieke afvalorganisaties Avu en Circulus-Berkel. “Als individuele partij kunnen wij overal in de keten om data vragen, maar het is natuurlijk veel effectiever als we dat in breder verband doen. Het mooiste zou zijn als afvaldata uiteindelijk net als afvalstromen circulair worden”, zegt Hendriks. “In eerste instantie staat misschien niet iedereen te springen om data door de hele keten te delen, omdat nog niet altijd duidelijk is hoe herwonnen grondstoffen verderop in de keten worden toegepast en veel informatie bedrijfsgevoelig is. Ik kan me echter voorstellen dat we in de toekomst veilig data kunnen gaan delen via blockchaintechnologie. Daar willen we graag met specialisten verder over doorpraten.”

Circulaire doelstelling voor gemeenten?

Als het publieke afvalbedrijven zoals Rova lukt meer grip te krijgen op de circulaire prestaties bij grondstoffen die ze voor gemeenten inzamelen, lijkt het in theorie niet onlogisch hieraan ook circulaire doelstellingen te koppelen voor de gemeente. Op zich is dit een goed idee, meent Corina Hendriks van Rova, omdat de verantwoordelijkheid van de gemeente voor de circulaire economie verder strekt dan enkel het reduceren van restafval en het stimuleren van goede afvalscheiding door inwoners. Tegelijkertijd vindt ze dat het realiseren van een doelstelling wel binnen de beïnvloedingssfeer van een gemeente moet liggen. “In de praktijk is het realiseren van circulaire doelstellingen sterk afhankelijk van bijvoorbeeld de recyclebaarheid en kwaliteit van de op de markt gebrachte goederen, de stand der techniek en de al dan niet aanwezige afzetmarkt van herwonnen grondstoffen. Voor het realiseren van circulaire doelstellingen zijn daarmee alle schakels in de keten hard nodig. Of zo’n gemeentelijke doelstelling zinnig is en welk meetmoment hierbij leidend is, zou per stroom moeten worden bekeken.”

Met de schat aan data over hoe afval zich door ketens heen beweegt, denkt de programmamanager dat betrokken partijen, waaronder Rova en haar gemeenten, beter kunnen sturen op duurzaam afvalbeheer. “In verwerkingscontracten kunnen we via CirkelWaarde betere afspraken maken over recyclingpercentages en hoogwaardige verwerking. Ook willen we in contracten opnemen dat een verwerker transparantie biedt in de afzet van de herwonnen grondstoffen en afvalstoffen. Met een transparantere keten kunnen we beter afwegen wat de duurzaamste oplossing is voor een stroom.”

Volgens Hendriks is het verder interessant meer inzicht te krijgen in de effecten van vervuiling in stromen. “Voor ons is het waardevol te weten hoe schoon een stroom eigenlijk moet zijn om op een bepaald niveau verwerkt te worden”, legt ze uit. “Circulus-Berkel heeft al een gft-verwerkingscontract met Attero waarbij lagere verwerkingstarieven kunnen gelden bij aanlevering van kwalitatief beter gft. Ik kan me voorstellen dat inzamelaars vaker dat soort afspraken maken met contractpartners, zodat hun grondstofstromen zo hoogwaardig mogelijk verwerkt kunnen worden. Het betekent wel dat inzamelaars in het begin van de keten boven op de vervuiling moeten zitten. Als ze er pas aan de poort van de verwerker achter komen dat het percentage vervuiling te hoog is, gaat het immers mis. Daarom investeert Rova nu via #Terugwinnaars in het in beeld krijgen en aanpakken van vervuiling. We kijken naar sorteeranalyses, afkeurgegevens op routeniveau en ledigingsgegevens om te zien in welke wijken de kwaliteit van de ingezamelde grondstoffen kan verbeteren. Vervolgens kunnen we gericht interveniëren. We zetten bijvoorbeeld zogenoemde voorlopers in de wijk in die containers controleren en we intensiveren onze communicatie in zo’n gebied. Om tot hoogwaardigere recycling te komen, hebben we de hele keten nodig: van producenten tot inwoners tot verwerkers.”


Vakblad Afval! augustus 2021 (nummer 5)


Auteur: Govert Buijze