Na 2020 moeten alle vervuilde bodemlocaties veilig zijn voor mens en milieu. Al deze locaties moeten dan gesaneerd zijn of dat de risico's van de vervuiling onder controle zijn of dat er tijdelijke beveiligingsmaatregelen zijn genomen. Er is 536 miljoen euro voor in kas.
Dat hebben IenM, IPO, Unie van Waterschappen en VNG in het bodemconvenant 2016-2020 afgesproken. Deze overeenkomst is een vervolg op het Bodemconvenant 2010-2015. Daarin lag de nadruk op het saneren van vervuilde bodemlocaties die direct gevaar konden opleveren voor mensen. De meeste hiervan zijn nu gesaneerd of tenminste zó beveiligd dat de risico’s beheersbaar zijn en de vervuiling geen gevaar oplevert voor mensen.
Er zijn nog 1500 locaties die met voorrang aangepakt worden door
provincies en gemeenten. De vervuiling ervan bedreigt het grondwater en
daarmee ook de winning van drinkwater. Verder resteren enkele
waterbodemverontreinigingen die aangepakt moeten worden.
Daarnaast zijn er nog ongeveer 200.000 locaties waar mogelijk sprake is
van minder ernstige bodemverontreiniging. Deze locaties hoeven niet met
spoed gesaneerd te worden omdat bij het huidige gebruik van die plekken
geen risico’s zijn, bijvoorbeeld een bedrijfsterrein. Indien de
functie of het gebruik van zo’n locatie wijzigt of als er gebouwd
gaat worden, kán sanering noodzakelijk zijn.
Gesaneerde locaties of bodemlocaties die onder controle staan, kunnen
weer duurzaam en efficiënt worden gebruikt bijvoorbeeld als
woningbouwlocatie, bedrijventerrein of park.
Tot en met 2020 heeft IenM 536 miljoen euro gereserveerd voor kosten die
decentrale overheden voor bodemsaneringen maken. Als er onverhoopt
onvoldoende geld is om een spoedlocatie op tijd gesaneerd te hebben, dan
moeten in 2020 in elk geval de risico’s duidelijk zijn en moet er
zicht zijn op uitvoering. Provincies en gemeenten zien hier als bevoegd
gezag op toe.
De staatssecretaris van IenM is van plan ook een convenant met VNO-NCW en MKB-Nederland te sluiten. Besluitvorming hierover vindt nog deze maand plaats. In deze overeenkomst maken Rijk en bedrijfsleven afspraken over hun bijdrage in de gezamenlijke inzet bij het afronden van de saneringsoperatie van vervuilde bodemlocaties
De VNG heeft de afgelopen periode hebben een ledenraadpleging over het concept- Convenant Bodem en Ondergrond gehouden. Er hebben 281 gemeenten (71% van de gemeenten) gestemd. Daarvan hebben 269 gemeenten voor gestemd; 94 procent van de gemeenten die gestemd hebben. Op basis van de uitkomsten van de ledenraadpleging en de gemaakt opmerkingen, heeft het VNG- Bestuur op 12 maart besloten het convenant Bodem en Ondergrond te ondertekenen. Het bestuur heeft daarbij de volgende kanttekeningen: