EEW en de provincie Groningen vragen om een voorlopige voorziening, zodat EEW gebruik kan blijven maken van haar vernietigde natuurvergunning.
EEW Energy from Waste Delfzijl en de provincie Groningen staan daarvoor vandaag (3 november) voor de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ook hebben ze beroep aangetekend tegen de vernietiging van de vergunning.
De rechtbank Noord-Nederland vernietigde begin oktober de natuurvergunning van EEW. De provincie had die in november 2019 verleend voor de derde afvalverbrandingslijn van het bedrijf. Drie organisaties hadden daar echter bezwaar tegen: Bürgerinitiative Saubere Luft Ostfriesland, Vereniging Zuivere Energie uit Vlagtwedde en Mobilisation for the Environment (Mob) van Johan Vollenbroek. Door een wijziging van de installatie bleek de originele natuurvergunning uit 2007 sinds 2013 niet meer geldig. En daardoor is het besluit tot het verlenen van de nieuwe vergunning in 2019 op onjuiste gronden genomen, want daarin ging de provincie ervanuit dat die vergunning nog bestond. Een jaar geleden vernietigde rechtbank Noord-Nederland ook al de vergunning voor de derde verbrandingslijn, toen op grond van wetgeving over stikstofuitstoot.
De derde lijn is in de zomer van 2019 al in gebruik genomen en EEW en de provincie willen dus dat die voorlopig in gebruik kan blijven. De voorzieningenrechter doet binnen twee weken uitspraak. Het hoger beroep van EEW wordt in een losse bodemprocedure behandeld, wanneer deze van start gaat is nog niet bekend.