Staatssecretaris Van Veldhoven werkt naast de Sup-richtlijn aan een bredere aanpak om 'onzinplastics' te verminderen. Ook zet ze zich in voor een verbod op de export van plasticafval. Ondertussen doemt er een nieuw 'plasticdossier' op aan de horizon: textiel.
Nadat de Kamerleden woensdag tijdens de behandeling van de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat hun zegje mochten doen over tal van circulaire onderwerpen, was het gisteren (19 november) de beurt aan staatssecretaris Stientje van Veldhoven. In haar introductie noemt ze efficiënter grondstoffengebruik "ons geheime wapen tegen de klimaatverandering", al voegt ze eraan dat het wat haar betreft wel wat minder geheim mag worden. Daarna gaat ze in op onder meer plasticpreventie, afvalexport, statiegeld en textiel.
Suzanne Kröger (GL) vroeg woensdag of er niet meer ambitie in de implementatie van de Sup-richtlijn voor wegwerpplastics gelegd kan worden. Van Veldhoven geeft aan dat haar eerste prioriteit een goede en tijdige implementatie van de richtlijn is, en "dat kan alleen nog maar met zuivere implementatie". Ze zal het daar echter niet bij laten. Ze werkt aan een bredere insteek dan alleen de Europese Sup-maatregelen, maar de exacte maatregelen worden nog onderzocht. Wel wil de staatssecretaris kwijt dat ze kijkt naar opties als beprijzing, het stimuleren van hergebruik maar ook naar specifieke geboden en verboden. "Het is heel simpel. Bij alle rioolbuizen, plantenpotten en shampooflessen vraag je je eigenlijk af: waarom zouden we daar nog nieuw plastic voor gebruiken?" In januari 2021 volgt een brief aan de Kamer over deze bredere aanpak.
Kröger vroeg ook of Van Veldhoven vol wil inzetten op een exportverbod van plasticafval. Het antwoord van de staatssecretaris is simpel: ja. Afvalexport valt echter onder Europese en internationale regels, die zij niet eenzijdig aan kan passen. Daarom zet ze zich in Europees en internationaal verband in voor aanscherping. "Ik vind ook dat we binnen de EU in staat moeten zijn om ons afval zelf op te ruimen en hoogwaardig te verwerken. Ik vind dat we afval alleen mogen exporteren als de milieuverantwoordelijke verwerking echt goed is geborgd." Daarbij hoort ook een inzet voor meer recyclingcapaciteit in Nederland en de EU en meer samenwerking met andere landen over de vertaling van de regels in de praktijk.
Op vragen van Erik Ziengs (VVD) over sturen op kwaliteit bij afvalinzameling, antwoordt Van Veldhoven dat er veel is gedaan om de afvalscheiding te verbeteren. "Gemiddeld gezien is die trend ook positief. In 2019 hadden we, in vergelijking met 2015, een kwart minder restafval per persoon per jaar. Dat is -25 procent in een paar jaar. Dat is echt goed." Het percentage afvalscheiding is in diezelfde periode met 15 procentpunt gestegen naar 65 procent. Ze beaamt dat er nog meer te doen is en het belangrijk is de kwaliteit te verbeteren, maar concrete verdere stappen benoemt ze niet. Wat betreft Ziengs pleidooi voor nascheiding stelt ze dat bronscheiding vanuit Europese regelgeving voor een aantal stromen de basis is. Gemeenten hebben een bepaalde vrijheid om daarvan af te wijken, maar "ik ga de gemeenten niet beperken in die vrijheid". Oftewel, nascheiding wordt niet opgelegd, het blijft een gemeentelijke aangelegenheid.
Kröger verzocht Van Veldhoven te regelen dat de ILT meer toezicht houdt op de essentiële eisen voor verpakkingen. Bijvoorbeeld met meer aandacht voor de top tien van meest voorkomende verpakkingen. De staatssecretaris meldt dat de ILT werkt aan een analyse om de meest relevante plastic verpakkingen in kaart te brengen, zodat daar meer toezicht op gehouden kan worden. "Verder dan alleen die shampoofles?" vroeg u. Ja. Dat gaat verder dan alleen de shampoofles."
Statiegeld op meer soorten verpakkingen, zoals Frank Wassenberg (PvdD) voorstelde, ziet Van Veldhoven niet zitten. "Als je het simpel wilt houden, moet je het gewoon houden bij het plastic en bij de blikjes." Wassenbergs partijgenoot Lammert van Raan dient daarop samen met GroenLinks, PvdA, SGP en SP een motie in om de regering te laten onderzoeken hoe het ontwijken van statiegeld op drankverpakkingen voorkomen kan worden. Op verzoek van Van Veldhoven houdt Van Raan deze motie echter aan, omdat de staatssecretaris al aangeeft dat ze de vingers aan de pols houdt wat betreft ontwijking.
Van Raan dient daarnaast ook een motie in om een reductiedoel vast te stellen voor het aantal plastic verpakkingen. De kans dat Van Veldhoven deze motie (mits aangenomen) gaat uitvoeren lijkt klein. Ze heeft al meermaals aangegeven dat dit niet mogelijk is, onder meer omdat er geen normadressaat voor een dergelijk doel bestaat. Voor nu ontraadt ze de motie dan ook.
Zowel Jessica van Eijs (D66) als Carla Dik-Faber (ChristenUnie) brachten de vervuilende textielproductie en het belang van betere textielinzameling voor het voetlicht. Van Veldhoven is het daar volmondig mee eens. "Ik zeg weleens: textiel is het nieuwe plastic. In die zin dat de textielsector na de oliesector de tweede meest vervuilende sector ter wereld is." Er is daarin "echt heel veel te doen" volgens de staatssecretaris. Als voorbeelden van haar inzet noemt ze het Beleidsprogramma circulair textiel en de onlangs gesloten Denim Deal. De overschotten ingezameld textiel van het begin van de coronacrisis zijn volgens Van Veldhoven inmiddels grotendeels weer verkocht en de markt is weer op gang gekomen. Verbranden van (ongebruikt) textiel wil ze verder ontmoedigen. Recycling is de minimumstandaard in het Lap3, maar ze wil kijken of dat kan worden aangescherpt. In het voorjaar van 2021 komt er verder een voorstel voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) voor textiel.
Hierop vooruitlopend dienen Van Eijs en Dik-Faber vast twee moties in. De eerste dient om het verbranden van afval verder te ontmoedigen, door de gronden waarop textiel geschikt is voor recycling explicieter te bepalen en vervolgens vast te leggen in het Landelijk Afvalbeheerplan. Met de tweede motie vragen ze om regelgeving voor UPV voor de textielbranche, met daarin in elk geval doelstellingen op het gebied van inzameling en recycling, productontwerp gericht op recycling en gedifferentieerde transitiebijdrage. Dik-Faber noemt de motie "een zachte stok achter de deur richting de textielbranche om hier echt werk van te gaan maken." Voor beide moties laat Van Veldhoven het oordeel aan de Kamer.
Dik-Faber vindt de Denim Deal een mooi begin, maar vraagt zich wel af: "Waarom doen we dat alleen met spijkerbroeken en gebeurt het nog niet met katoen en andere stoffen?" Van Veldhoven wijt dit aan het feit dat textiel een hele internationale markt is. Afspraken vastleggen in Europese wetgeving heeft daarom haar voorkeur. Voor plastic verwacht ze wat dat betreft "heel binnenkort" een voorstel voor een verplicht aandeel recyclaat en ze weet dat de Europese Commissie ook naar andere ketens krijgt. Nederland dringt er in Europese context op aan dit ook voor textiel te regelen, en deelt daarbij kennis en kunde.
Van Eijs signaleert dat regelgeving die de circulaire economie in de
weg zit, moeilijk door te geven is. Het Versnellingshuis zou dit op moeten
pikken, maar toen het Kamerlid zo'n blokkade zelf eens wilde aangeven op
de website, moest ze echt zoeken. "Er is niet een heel duidelijke knop
waar je op kunt drukken." Van Veldhoven zegt meteen toe zo'n knop te gaan
maken. "Het is absoluut mijn intentie om dat versnellingshuis juist te
benutten om echt in kaart te krijgen waar de knelpunten zitten. Als er
knelpunten in de regelgeving zitten, wil ik dat weten." Wel geeft ze nog
mee dat aangeven niet meteen hetzelfde is als oplossen.
Ondanks de toezegging van de staatssecretaris dient Van Eijs vast een
motie in, waarmee ze de regering verzoekt het Versnellingshuis in te
zetten als meldpunt voor knellende regelgeving op het gebied van
circulaire economie en deze meldingen actief te onderzoeken. Van Veldhoven
laat het oordeel hierover aan de Kamer.
Van Raan (PvdD) diende daarnaast nog enkele moties in over onderwerpen die verder niet in het debat aan bod kwamen: het uitfaseren van het gebruik van "versnipperde autobanden" als infill bij kunstgrasvelden, en een verbod op het oplaten van ballonnen, omdat de ballonnen uiteindelijk als zwerfafval in het milieu belanden. Omdat er al een verkenning wordt uitgevoerd houdt hij de eerste motie uiteindelijk aan. De tweede motie ontraadt Van Veldhoven, omdat dit de verantwoordelijkheid van gemeenten is.
Minister Van Nieuwenhuizen en staatssecretaris Van Veldhoven stonden ook even stil bij het feit dat het debat om de laatste begroting van dit missionaire kabinet draaide. In maart 2021 zijn er immers weer Tweede Kamer-verkiezingen. Van Nieuwenhuizen bedankte alle leden van de Commissie IenW, en in het bijzonder die Kamerleden die zich niet meer verkiesbaar stellen: de leden Dijkstra, Ziengs, Schonis, Van Eijs, Dik-Faber en Laçin. Ze roemde de bevlogen inzet van alle leden in de commissie, ieder vanuit hun "eigen passie, gedrevenheid en ideologische achtergrond". Ook staatssecretaris Van Veldhoven spreekt haar waardering uit. "Beste Cem, Carla, Erik, Rutger, Remco en Jessica, veel dank voor alle scherpe vragen en mooie debatten, maar ook de goede samenwerking die we in al die jaren hebben gehad." De AO's circulaire economie van de afgelopen jaren vat ze samen als: kan er meer, kan het sneller en kunnen we doorpakken? "Dat is natuurlijk altijd een feest: als je verantwoordelijk bent voor zo'n terrein en je ziet dat iedereen graag meer wil."