Categorie: Politiek en beleid | Gepubliceerd: 16 maart 2021

D66: 30 procent minder nieuwe grondstoffen in 2025

Om grondstoffen optimaal te gebruiken komt er wat D66 betreft een nieuw tussendoel voor 2025 in het circulaire economie-beleid: 30 procent minder primaire grondstoffen. Ook is meer aandacht nodig voor hogere treden op de R-ladder, en moeten grondstoffen beter gemonitord worden.

Jessica van Eijs, Tweede Kamerlid voor D66.
Foto: Gvanluijk

In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart vroeg AfvalOnline aan politieke partijen uit de doeken te doen wat zij de komende jaren noodzakelijk vinden op het gebied van afval en de circulaire economie. Vandaag de bijdrage van Jessica van Eijs van D66.

Naast de coronacrisis en klimaataanpak ligt er nog een andere grote opgave voor ons: de transitie naar een circulaire economie. Een ingrijpende transitie die ook hard nodig is. Niet alleen voor ons klimaat, maar ook om milieuschade en grondstoffenschaarste te voorkomen. Van alle grondstoffen die we ooit hebben gewonnen, en die de afvalbranche verzamelt, moeten we optimaal gebruik maken.

Wanneer we hier vol op inzetten, dan biedt de circulaire economie ook volop kansen. Kansen op een schonere wereld. Waarin minder wordt verspild en weggegooid. Waar we grondstoffen zoveel mogelijk hergebruiken. En samen met de afvalbranche kunnen we dat voor elkaar krijgen.

Concrete doelen

Allereerst is het nodig dat we de doelen van de circulaire economie concreter maken en van aangescherpte tussendoelen voorzien. De eerste stappen zijn altijd het makkelijkst en dus willen we al in 2025 naar 30 procent minder nieuwe grondstoffen. Voor bepaalde sectoren die veel nieuwe grondstoffen verbruiken, willen we dit algemene doel vertalen naar een sectordoel, bijvoorbeeld voor de bouw. Deze doelen die gaan over minder grondstoffen, kunnen ook worden aangevuld met doelen over minder milieuvervuiling en minder schadelijke stoffen in de grondstoffenketen.

Rol van de overheid

De overheid kan zelf ook veel aan doen aan de transitie. Door het Versnellingshuis dé centrale kennishub voor de circulaire economie te maken. Daar wordt kennis die is opgedaan verzameld, zodat die gedeeld kan worden met iedereen die vragen heeft. En de overheid heeft ook een grote inkoopmacht. D66 wil dat de overheid die inkoopmacht inzet als launching customer. En de voorwaarden die de overheid stelt bij aanbestedingen, worden vaak nieuwe standaarden en zijn daarmee van grote invloed op de rest van de markt. 

Hoger op de R-ladder

Bij het inkopen, maar ook breder in het beleid, moet meer aandacht komen voor hogere schalen op de R-ladder. We moeten dus veel meer inzetten op reductie, maar ook bijvoorbeeld op reparatie. Daarvoor willen we garantietermijnen verlengen en het recht op reparatie vastleggen. Marktplaatsen voor gebruikte producten verhogen de kans dat de partijen die deze zo duurzaam mogelijk kunnen hergebruiken, elkaar vinden. Daarom stimuleren we deze. En als producten dan uiteindelijk echt laag op de ladder komen en dus gerecycled moeten worden, dan moeten ze daar zo geschikt mogelijk voor zijn. Daarom moeten we design-for-recycling meer gaan afdwingen.

Regels aanpassen op EU-niveau

Dat zal waarschijnlijk pas echt werken op Europees niveau. Op dit niveau kunnen we ook de regels aanpassen voor accountancy, waarbij dubbele BTW op hergebruikt materiaal voorkomen moet worden en afschrijvingstermijn verlengd kunnen worden. Op EU-niveau kan ook geëist worden dat producten een bepaald percentage gerecycled materiaal bevatten. Dat helpt enorm om een markt te creëren voor het materiaal dat met veel inzet apart ingezameld is.

Betere monitoring van grondstoffen

Dat apart inzamelen kunnen we makkelijker maken door veel beter vast te leggen en te traceren welke materialen er in grondstoffen of producten zitten. Het materialenpaspoort in de bouw is een bekend voorbeeld. Wat D66 betreft voeren we dat zo snel mogelijk breed in.  Maar ook andere producten moeten en kunnen voorzien worden van een productpaspoort. Om te controleren of we onze grondstoffen zo efficiënt en nuttig mogelijk toepassen moet er sowieso een veel betere monitoring en tracking komen van grondstoffen, in het bijzonder de winning, import, export en gebruik van kritieke materialen kan ons inzicht en grip geven.