Arnhemmers willen af van diftar
Een kleine meerderheid van de Arnhemmers heeft gestemd voor het stoppen met diftar.
Tegelijkertijd met de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart organiseerde de gemeente Arnhem een referendum over het afvalbeleid. De vraag die kiezers voorgelegd kregen luidde: "Steunt u het voorgenomen besluit om: te stoppen met het betalen per afvalzak (diftar), de ondergrondse containers van het slot te halen en te zorgen dat er weer een normale (60 liter) afvalzak in past?"
53,4 procent van de kiezers stemde daarop 'Ja' en wil dus stoppen met diftar. 46,6 procent wil het huidige beleid behouden. In totaal werden bijna 81.000 stemmen uitgebracht, een opkomst van 62,6 procent. Het verschil tussen de ja- en nee-stemmers is ruim 5.000.
Het referendum is raadgevend en daarmee niet-bindend. De gemeenteraad buigt zich op 31 maart over de uitslag en zal nu moeten besluiten wat met de uitslag te doen. Omdat een meerderheid van de gemeenteraad al heeft aangegeven zich neer te leggen bij de uitslag, is de kans groot dat het nu echt einde verhaal is voor diftar in de gemeente.
Hoe nu verder
De vraag is hoe de gemeente dan wel afvalscheiding gaat stimuleren. Want hoewel diftar dus niet populair was, was het wel effectief. Het systeem werd in de zomer van 2020 pas ingevoerd, na een jarenlange aanloop. In het derde kwartaal van dat jaar nam de hoeveelheid restafval meteen met bijna 40 procent af. Verschillende partijen in de gemeenteraad menen dat nascheiding nu een goede optie zou zijn.
Vertraagd
De uitslag van het referendum werd gisteren (22 maart) bekend gemaakt. De vertraging leidde tot enige kritiek van de Arnhemse Ouderen Partij, die vond dat de uitslag gewoon een dag na de verkiezingen bekend moest zijn. Doordat de stembureaus ook druk waren met het tellen van de stemmen voor de Tweede Kamerverkiezingen, was dat echter niet haalbaar.
SP-voorstel
Het referendum werd georganiseerd op initiatief van de SP-fractie in de Arnhemse gemeenteraad. Er waren 3.000 ondersteuningsverklaringen nodig om een referendum mogelijk te maken. In totaal dienden circa 5.000 inwoners zo'n ondersteuningsverklaring in.
