Demissionair staatssecretaris Van Weyenberg is tevreden met de manier waarop statiegeldflesjes worden ingezameld, en maakt zich weinig druk over plaatsen waar geen statiegeld ontvangen kan worden.
Eind september diende Tweede Kamerlid Eva van Esch (PvdD) een aantal Kamervragen in over de invoering van statiegeld op kleine petflessen in juli 2021. Dit, omdat deze invoering volgens haar onvolledig en onsuccesvol is. In antwoord op deze Kamervragen geeft demissionair staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Steven van Weyenberg te kennen het daar niet mee eens te zijn.
Van Weyenberg is tevreden met de manier waarop de inzameling van statiegeldflesjes momenteel georganiseerd is. Dat er plaatsen zijn waar een consument nu een flesje kan kopen maar die niet op dezelfde plek weer kan inleveren voor statiegeld, ziet hij niet als een probleem. Op verkooppunten waar geen statiegeldmachines staan, zoals sportkantines, kunnen flesjes steeds vaker worden ingeleverd via inzamelbakken. De opbrengsten hiervan gaan vaak naar een goed doel, of de (sport)vereniging zelf. Dat is noch oneerlijk, noch onwenselijk, aldus van Weyenberg. Een statiegeldmachine zou voor veel horecagelegenheden ook niet rendabel zijn, omdat ze te weinig plastic flessen verkopen. Bovendien ligt de keuze om flesjes bij inzamelbakken in te leveren bij consumenten zelf. Ook op plaatsen waar je wel statiegeldmachines zou verwachten zou het steeds beter gaan. De NS en Statiegeld Nederland, de uitvoeringsorganisatie van het nieuwe statiegeldsysteem, verwachten dat in de loop van 2022 statiegeldmachines staan op de vijftig grootste NS-stations. Dat dat later is dan aanvankelijk gepland, is een gevolg van de coronacrisis.
Volgens van Esch heeft de staatssecretaris ervoor gekozen om kritiek over een tekort aan statiegeldteruggavepunten te negeren. Deze term, en bezorgdheid over het niet kunnen ontvangen van statiegeld in pretparken en bioscopen, is volgens van Weyenberg echter nooit in de Kamer aan de orde geweest. Ook zou het, voor zover hij weet, niet als zwaarwegend onder de aandacht zijn gebracht door milieuorganisaties en consumentenorganisaties. Bovendien zou de invoering van statiegeld op kunststofflessen dermate uitgebreid zijn gemotiveerd, dat hij geen reden ziet om nu aan de poten ervan te gaan zagen.
Een innameplicht voor verkooppunten, zoals in Duitsland, zou volgens de staatssecretaris in Nederland onaantrekkelijk zijn voor zowel consument als ondernemer. Het zou, als je naar Duitsland kijkt, in de praktijk ook maar weinig verschil maken, zegt van Weyenberg. "Ook met een innameplicht voor verkooppunten leert de ervaring dat 90 procent van de flessen via de supermarkten binnenkomt."
In 2024 zal het statiegeldsysteem worden geëvalueerd.