Categorie: Politiek en beleid | Gepubliceerd: 06 april 2022

RIVM: 'Meer transparantie nodig over samenstelling producten'

Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kan ervoor zorgen dat producenten transparanter zijn over de samenstelling van hun producten. Daarnaast zijn er meer metingen nodig van de samenstelling van gerecyclede grondstoffen.

Kennis over de samenstelling van gerecyclede grondstoffen is belangrijk om grondstoffen zo hoogwaardig mogelijk te gebruiken en om mogelijke vervuilingen te beperken. Daar zit mogelijk een risico voor de consument, als het gaat om bijvoorbeeld kleding, verpakkingen en speelgoed. Om op de hoogte te blijven over de grondstoffenkennis kan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) ervoor kiezen de ontwikkelingen rond onder meer grondstoffenlabels en -paspoorten - zoals de Europese stoffendatabase SCIP - in de gaten te houden. Als het ministerie een meer stimulerende rol voor de circulaire economie wil aannemen, dan kan VWS via wetgeving het gebruik van deze gerecyclede grondstoffen mogelijk maken en aanjagen.

Dat geeft het RIVM aan in haar publicatie ‘Circulaire economie en consumentenproductveiligheid’. Daarnaast adviseert het instituut aan VWS om een rol te spelen in het opstellen van een kwaliteitsindex voor gerecyclede kunststoffen. Het is volgens het RIVM van belang dat er transparantie komt over de kwaliteit van gerecyclede materialen om hoogwaardige recycling mogelijk te maken. Ook komt dit de productveiligheid ten goede.

Tekort aan onderzoeken

Verder signaleert het RIVM een tekort aan onderzoeken over de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in gerecyclede producten. En al helemaal niet waarbij bepaald is wat de mate is, waarin deze stoffen uit de producten migreren, zodat een mogelijk risico kan worden bepaald. Daarom moeten er periodieke steekproeven gedaan moeten worden, onder meer naar gerecyclede producten en materialen die op de markt komen en naar producten waarbij de blootstelling naar verwachting hoog is en er mogelijk gerecycled materiaal wordt toegepast. Dit laatste gaat bijvoorbeeld om voedselcontactmaterialen. Het instituut adviseert beleidsmakers, kennisinstellingen en bedrijven om zo’n onderzoek gezamenlijk op te pakken om dit goed te kunnen opzetten.