Het Transitieteam Circulaire Maakindustrie voorziet grote CO2-besparingen in de afvalindustrie, maar daarvoor moeten ook forse maatregelen genomen worden.
Dit nieuwsbericht is op 17 augustus gerectificeerd. De voorgestelde stort- en verbrandingsverboden gelden alleen voor afval van windparken, niet voor afval in het algemeen. |
Het Transitieteam Circulaire Maakindustrie focust in haar adviesroute naar
een circulaire maakindustrie (opgesteld in het kader van
het Nationaal Programma Circulaire Economie) op het verlagen van de
ecologische voetafdruk in combinatie met concurrentiebehoud en behoud van
werkgelegenheid. Het implementeren van circulaire strategieën in de
maakindustrie kan de CO2-emissies met 2,2 Mton omlaag brengen (op een
totaal van 24 Mton). Vooral de sectoren afvalbehandeling,
basismetaalindustrie en metaalproductenindustrie kunnen daaraan bijdragen.
Met maatregelen uit de routekaart kunnen afvalverwerking en recycling 1,1
Mton minder CO2 uitstoten.
De benodige maatregelen zijn wel fors. Zo voorziet het transitieteam een verbod op afvalstort én -verbranding vanaf 2025. Dat kan inderdaad veel uitstoot schelen, maar de vraag is hoe realistisch dergelijke verboden zijn. In 2019 verbrandde Nederland nog 7,4 Mton afval. Deze hoeveelheid neemt de afgelopen jaren met circa 150 kton per jaar af en in coronajaar 2020 was zelfs weer sprake van een toename.
Het rapport heeft speciale aandacht voor circulaire wind- en zonneparken. In het kader van de energietransitie groeit het aantal wind- en zonneparken snel, maar aan het einde van de levensduur moeten de windmolens en zonnepanelen wel weer verwerkt worden. Naast het zorgen voor hergebruik en recycling, bijvoorbeeld bij de inkoop van de materialen, is er ook aandacht voor het verlengen van de levensduur. Zo moet de vergunningsduur van windparken vóór 2030 verlengd zijn tot vijftig jaar. Dat bevordert innovatie om de levensduur te verlengen.
»
Adviesroute naar een circulaire economie voor de maakindustrie