Categorie: Regels, toezicht en rechtspraak | Gepubliceerd: 28 november 2022

Geen verplichte registratie voor Rotterdamse metaalrecyclers

Vier Rotterdamse metaalrecyclingbedrijven hoeven niet alle stromen die zij in- en verkopen te registreren, maar alleen de diefstalgevoelige goederen. Het Digitaal Opkopersregister is onvoldoende geschikt voor hun branche.

De gemeente Rotterdam verplichtte opkopers in 2017 met een Aanwijzingsbesluit om hun inkoop en verkoop te registreren in het Digitaal Opkopersregister (Dor). Vier metaalrecyclingbedrijven vroegen in 2018 om een ontheffing van deze verplichtingen. De burgemeester gaf aan daartoe niet bevoegd te zijn, maar gaf wel een tijdelijke vrijstelling voor de verkoopregistratie van een deel van de goederen. Diefstalgevoelige goederen moesten nog wel geregistreerd worden. 

De bedrijven waren het daar niet mee eens en gingen in beroep. De rechtbank Rotterdam concludeert in een uitspraak van eerder deze maand dat de burgemeester inderdaad geen ontheffing kon verlenen, maar dat het Aanwijzingsbesluit ook niet goed gemotiveerd en onderbouwd is. De bedrijven worden daarom alsnog vrijgesteld van registratie van inkoop en verkoop, met uitzondering van diefstalgevoelige goederen. 

Onevenredige belasting

Het bezwaar van de bedrijven komt vooral neer op een onevenredige administratieve belasting door de Dor-verplichting. Zij geven aan dat ze vooral handelen in bulkmateriaal, dat niet uniek is en lastig te registreren is. Daarnaast is het systeem van het Dor nog niet berekend op de registratie van de in- en verkoop van bulkpartijen. Dat blijkt onder meer uit het ontbreken van specifieke invoervelden. Ook is het Dor is nog niet geschikt voor de door de branche ontwikkelde interface (koppeling) voor communicatie tussen de administratiesystemen van de metaalrecyclers en het Dor. De bedrijven hebben daarom zelf bijvoorbeeld moeten investeren in automatiseringssoftware.

De rechter ziet in het Aanwijzingsbesluit geen onderbouwing of motivering waaruit kan blijken dat verweerder oog heeft gehad voor de bijzondere kenmerken van de metaalrecyclingbranche. Daarmee oordeelt de rechtbank dat het Aanwijzingsbesluit onvoldoende zorgvuldig is voorbereid en onvoldoende is gemotiveerd. Daarom moet het Aanwijzingsbesluit niet gelden voor de metaalrecyclers, als het gaat om de registratie van in- en verkoop van alle goederen, met uitzondering van de diefstalgevoelige goederen. Op de zitting hebben ook de metaalrecyclers erkend dat registratie van diefstalgevoelige goederen wenselijk en nodig is.

Geen vrijstelling, wel toetsing

De rechter oordeelt dus ook dat de burgemeester terecht stelt dat hij niet bevoegd is om vrijstelling te verlenen van de inkoopregistratie. De wet voorziet niet in een dergelijke vrijstelling. 

De rechter kan echter wel het Aanwijzingsbesluit toetsen. Dit is een algemeen verbindend voorschrift is waartegen geen bezwaar of beroep mogelijk is, maar het moet wel rechtmatig zijn en verenigbaar met hogere regelgeving. Op basis van deze toetsing oordeelt de rechter dus alsnog dat de metaalrecyclers niet verplicht kunnen worden deel te nemen aan het Dor.

Belang

De vrijstellingsperioden zijn inmiddels verlopen, maar de rechter oordeelt ook dat de bedrijven nog steeds belang hebben bij een gerechtelijke beoordeling. Ze hebben door de beperkte vrijstelling namelijk investeringen moeten doen in bijvoorbeeld automatiseringssoftware en daarmee aannemelijk gemaakt dat ze schade hebben geleden door de besluitvorming van de gemeente Rotterdam.