Categorie: Regels, toezicht en rechtspraak | Gepubliceerd: 17 april 2023

Afvalbedrijven krijgen meer zicht op ZZS in afval

Om ervoor te zorgen dat afvalbedrijven informatie krijgen over mogelijke ZZS in het afval dat zij innemen, wordt het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen gewijzigd.

De wijziging van het Besluit melden verplicht bepaalde bedrijven (vooral in de chemische sector) bij het afgeven van een afvalstof om de namen te vermelden van mogelijk aanwezige zeer zorgwekkende stoffen (ZZS). Dit biedt afvalverwerkers de gelegenheid passende voorzorgsmaatregelen te nemen om verspreiding van de stoffen in het milieu te voorkomen. 

De wijziging geldt niet voor alle bedrijven (brede informatieplicht). De meeste bedrijven hebben namelijk geen expertise over ZZS in hun afval. Een brede informatieplicht zou betekenen dat zij specialistische bureaus moeten inschakelen. Daarbij is onzeker of zo’n plicht voor hen informatie oplevert die voor afvalverwerkers bruikbaar is om milieuvervuiling met ZZS te voorkomen. Om de regeldruk niet te hoog te maken, is dus besloten de informatieplicht te beperken tot afvalstromen van bedrijven waarvoor die verplichting een minimale extra last oplevert terwijl die potentieel veel milieuwinst oplevert (met name bedrijven waar chemische processen plaatsvinden).

Te grote lasten

Afvalverwerkers en decentrale overheden hadden liever een informatieplicht gezien die voor veel meer bedrijven geldt en naast de naam van het ZZS ook het gehalte moet betreffen. Maar dat zou volgens het kabinet leiden tot te grote lasten terwijl de milieuwinst ervan onduidelijk is. Het is namelijk niet op voorhand zeker dat kennis van het gehalte nodig is voor de bescherming van het milieu. Dat is bijvoorbeeld niet het geval als de verwerking van de afvalstof zonder meer leidt tot vernietiging van de ZZS. Een verplichte meting door de ontdoener zou dan een “ondoelmatige last” vormen. Daarnaast verschilt de behoefte aan nauwkeurigheid en frequentie van metingen van geval tot geval, wat in een wettelijke verplichting niet goed is vast te leggen. Als het afvalbedrijf het gehalte van de ZZS of andere aanvullende informatie nodig heeft voor zijn risicobeoordeling, kan hij de ontdoener daarom vragen, vindt de regering. De partijen kunnen onderling afspreken wie eventueel benodigd onderzoek uitvoert. Bij het bepalen van wie dat onderzoek betaalt, zou het principe “de vervuiler betaalt” moeten gelden, waarbij de kosten in beginsel voor rekening komen van de eerste ontdoener aan het begin van de afvalketen.

Afvalbedrijven zijn op basis van het ontwerpbesluit overigens ook verplicht om de informatie over ZZS in de afvalstoffen die zij hebben ingenomen, door te geven. Dit geldt ook als zij de ZZS in hun verwerkingsproces hebben verwijderd. De benaming van de verwijderde ZZS moet dan nog steeds verstrekt wordt.

Motie Kröger

Het besluit geeft uitvoering aan een toezegging van voormalig staatssecretaris Stientje van Veldhoven naar aanleiding van een motie van Suzanne Kröger (GroenLinks). De Eerste en Tweede Kamers kunnen reageren op het ontwerpbesluit (in een zogenoemde voorhangprocedure) voordat het voor advies aan de Raad van State wordt voorgelegd. De wijziging treedt dan in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Tegelijkertijd heeft staatssecretaris Vivianne Heijnen nog een wijziging van het Besluit melden naar de beide Kamers gestuurd. Die wijziging zorgt ervoor dat het melden van informatie over vervoerders van gevaarlijke afvalstoffen aan het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen verplicht wordt.