Categorie: Regels, toezicht en rechtspraak | Gepubliceerd: 23 april 2023

Renewi vindt Rotterdamse gunning OPK oneerlijk

De Rechtbank van Rotterdam mag zich buigen over de vraag of de op- en overslag van oud papier en karton die Peute bij Van Leeuwen wil gaan doen door de aanbestedende beugel kan of niet.

De gemeente Rotterdam zette vorig jaar een aanbesteding voor verwerking van oud papier en karton (opk) in de markt van jaarlijks ruim 12 kton in twee percelen. Van de twee inschrijvers won Peute, tot verbazing van Renewi, de andere inschrijver. Renewi verzorgt de opdracht nu voor Rotterdam nadat ze deze in 2018 als enig inschrijver gegund was. De aanbesteding uit 2014 had Renewi ook al gewonnen. Waarschijnlijk had het bedrijf ook dit jaar geen concurrentie verwacht want een van de voorwaarden was dat de locatie waar het opk moet worden afgeleverd minder dan 15 kilometer van een locatie in Rotterdam moest zijn. Peute heeft dat niet. Maar metaalrecycler Van Leeuwen op de Doklaan in Rotterdam-Zuid wel. Dus Peute kwam op het idee om bij Van Leeuwen een hal te huren en gebruik te maken van de weegbrug en schreef in op de aanbesteding. En won beide percelen.

Onderaannemer of verhuurder?

Renewi vindt dat oneerlijk. Immers, Van Leeuwen heeft een omgevingsvergunning en daarin staat dat de op- en overslag van papier maar zeer beperkt mag plaatsvinden. Daarnaast zijn er limieten aan bijvoorbeeld geluid en voertuigbewegingen die met de opdracht voor opk zeer waarschijnlijk worden overschreden. Ook mag Van Leeuwen niet op zon- en feestdagen open zijn, wat de gemeente Rotterdam wel vereist, en heeft ze bovendien niet de vereiste ISO-normeringen. De gemeente had dus niet mogen gunnen aan Peute, zo betogen de advocaten van Renewi tijdens een zitting afgelopen vrijdag (21 april).

Dat ziet de gemeente en vanzelfsprekend Peute toch anders. Want Van Leeuwen is geen onderaannemer van de opdracht van Peute. Nee, zeggen beide, Peute huurt alleen een hal en een paar voorzieningen van Van Leeuwen. Van Leeuwen heeft niets met de opdracht te maken, Peute blijft daarvoor volledig verantwoordelijk en voert deze ook zelf uit. En omdat er op enig moment niet meer dan 10 ton in de hal aan opk aanwezig zal zijn, is geen omgevingsvergunning nodig. Alleen het activiteitenbesluit is van toepassing en daarom is een melding voldoende. Peute heeft het bij de vergunnings- en handhavingsorganisatie DCMR nog nagevraagd en die verklaarde dat een melding volstaat zolang de normen die in het besluit staan niet overschreden worden.

Een locatie, twee verschillende activiteiten?

Renewi is hier ontsteld over. Op de Doklaan is nu een inrichting met een omgevingsvergunning, maar daar kan een ander bedrijf activiteiten uitvoeren zonder dat die onder de vergunning vallen. Dus dan mag de locatie wel open op zondag. Mogen er dan ook meer voertuigen langskomen enzovoort? Wat voor nut heeft die vergunning dan, vragen de advocaten van Renewi zich af. De DCMR zou volgens de advocaten, als het activiteitenbesluit inderdaad van toepassing is, aanvullende eisen moeten gaan stellen. Bovendien: is de rol van de gemeente niet heel eigenaardig? In de aanbesteding staan zeer gedetailleerde eisen, zoals de eis dat het terrein altijd droog moet zijn zodat chauffeurs niet in plassen staan. Maar als het om geluid, voertuigbewegingen en milieu-eisen gaat dan is dat geen reden om van de gunning af te zien, stelt de advocaat zichtbaar verbijsterd vast. 

Dat kan misschien zo zijn, betoogt de advocaat van Peute, maar het gaat om eisen in de uitvoeringsfase en niet om gunningseisen. Als een partij niet aan de minimale gunningseisen voldoet, dan mag er niet gegund worden. De uitvoeringsfase is van toepassing als de opdracht uitgevoerd wordt. Als aan eisen in die fase niet wordt voldoen dan moeten er nadere maatregelen worden genomen. Daar brengt de advocaat van Renewi echter tegenin dat er jurisprudentie is die bepaalt dat de aanbestedende dienst niet mag gunnen als bij de gunning vaststaat dat ze niet aan de uitvoeringseisen kan voldoen.

Toekomstige verhuizing

Renewi heeft nog een ander bezwaar. Haar is ter ore gekomen dat Van Leeuwen gaat verhuizen van de Doklaan naar de Bergambachtstraat. Als dat zo is, dan voldoet Peute niet meer aan de eisen uit de aanbestedingsrichtlijn. De nieuwe locatie overschrijdt namelijk de 15 kilometer limiet uit het bestek. De advocaat van de gemeente betwist echter dat er een verhuizing op komst is. Er is een plan geweest, maar dat is niet verder doorgezet. De advocaat van Peute wijst erop dat een verhuizing tijdens de opdracht geen reden is om niet te gunnen. Het is altijd mogelijk dat er tijdens de opdracht veranderingen noodzakelijk zijn. Pas als een verandering zoals een verhuizing aan de orde is, dan moet getoetst worden of de verandering nog in lijn is met de eisen uit het aanbestedingsbestek.

Informatieachterstand

Renewi zit, zo blijkt tijdens de zitting, niet alleen met de constructie die Peute met Van Leeuwen heeft opgericht in haar maag. Ze vindt ook dat de gemeente onvoldoende alert en volledig reageerde op de informatieverzoeken van Renewi nadat de gunning bekend was geworden. Renewi voelt zich achtergesteld in informatie. Het is een vaker gehoorde klacht bij verliezers van aanbestedingen: er wordt gegund, niet aan jou, maar veel informatie over het wat en hoe ontbreekt. Renewi moest dus zelf op onderzoek gaan om erachter te komen hoe Peute het geregeld had. Daarbij lijkt ze de conclusie getrokken te hebben dat Van Leeuwen als onderaannemer door Peute werd ingeschakeld. Ter zitting noemde de advocaat van Renewi de openbaring dat Peute alleen maar zou huren van Van Leeuwen een “duveltje uit een doosje”. Volgens de advocaat van Rotterdam had Renewi dat echter kunnen lezen in een antwoord op een vraag over de gunning door Renewi. In die reactie schreef de gemeente dat de activiteiten onder het activiteitenbesluit zouden gaan vallen. Of de rechter dat voldoende vindt, is nog onzeker. Ter zitting stelde ze in ieder geval aan de gemeente aanvullende vragen over de klacht van Renewi dat de gemeente niet in gesprek wilde gaan over de gunning.

De uitspraak is over drie weken. Vast blijft staan dat het als verliezer lastig is om te achterhalen of de partij die heeft gewonnen ook aan alle eisen van de aanbesteding voldoet of kan voldoen. Dat legt dus een zware verantwoordelijkheid bij de aanbestedende partij. En dan is er natuurlijk ook nog de vervolgvraag. Blijft gedurende de looptijd van de gegunde opdracht ook altijd voldaan worden aan de gestelde eisen?