Vervoer over water niet hoger gewaardeerd in ASL-aanbesteding
ASL is niet bereid vervoer van afvalstoffen over water beter te belonen bij het gunnen van de opdracht voor de verwerking van het Limburgs restafval.
Dat blijkt uit antwoorden op vragen die tijdens de aanbestedingsprocedure zijn gesteld. Vraagstellers wijzen erop dat transport van afvalstoffen via de binnenvaart niet alleen CO2-reductie oplevert, maar ook filevorming en slijtage aan wegen helpt voorkomen. Zo zouden voor vervoer over de weg op jaarbasis zo’n 6.000 vrachtwagens nodig zijn om al het afval van de Limburgse gemeente naar de verwerkingslocatie te transporteren. Over water zou dat in circa zeventig schepen vervoerd kunnen worden. “De uitgedrukte CO2-reductie die wordt toegewezen naar met name de binnenvaart is in onze beleving zeer matig. […] Als de Limburgse gemeenten staan voor een duurzame en efficiënte wijze van transporteren zou het transport over water aanzienlijk beter moeten worden gewaardeerd. Kunt u deze score heroverwegen en aanpassen, zodat het transport over water hiermee een reële kans van slagen krijgt?”, vraagt een partij. Het antwoord van Afvalsamenwerking Limburg (ASL) luidt echter dat de waarderingen voor het transport met binnenvaart gebaseerd zijn op CE Delft modellen, die niet ter discussie worden gesteld. Het verzoek wordt daarom niet gehonoreerd.
Een tegenslag voor een logistieke partij als L’Ortye, die hierover in de diverse media zijn beklag doet. L’Ortye hield in het najaar van 2022 een pilot met het vervoeren van afval in balen over water in samenwerking met AVR en had gehoopt dat de winnaar van de aanbesteding het afval de komende jaren ook over water zou vervoeren. Die kans acht het bedrijf nu klein.
Uit de vragenlijsten blijkt verder dat Duitse AEC’s wellicht minder kans maken op het binnenhalen van de opdracht. Duitse AEC’s vallen namelijk per januari 2024 onder het ETS-systeem en moeten dan zo’n 17 euro per ton restafval afdragen. Deze heffing gaat eerder in en is hoger dan de Nederlandse. ASL geeft echter aan pas op zijn vroegst vanaf 2026 bereid te zijn een CO2-heffing te betalen, en uitsluitend op grond van Nederlandse wet- en regelgeving.
De inschrijvingstermijn voor de aanbesteding is verruimd tot en met maandag 15 mei.
