Het demissionaire kabinet heeft in de begroting van Infrastructuur en Waterstaat voor 2024 82 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de transitie naar een circulaire economie.
In totaal is er komend jaar 14,65 miljard euro beschikbaar gemaakt voor de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dat is 1,75 miljard euro meer dan vorig jaar. Net zoals andere jaren gaat het grootste gedeelte naar het Mobiliteitsfonds (9,8 miljard euro). Binnen de 2,067 miljard euro die gereserveerd is in het kader van ‘Beleid en ondersteuning’ staat nu een uitgave van 82 miljoen euro voor de circulaire economie. Vorig jaar werd hier onder de kop ‘Duurzaamheid’ nog 72 miljoen beschikbaar gesteld voor hoofdzakelijk de transitie naar een circulaire economie en voor emissies uit stallen en het verbeteren van de kwaliteit rond stallen, een koppeling die behoorlijk merkwaardig was, en die dit jaar gelukkig weer uit de boeken is verdwenen. Dit jaar heet het dus 'Circulaire Economie' en gaat dat artikel ook alleen daarover. Verder is er 86 miljoen euro gereserveerd voor ‘Omgevingsveiligheid en milieurisico’s’ (vorig jaar: 97 miljoen euro) en 203 miljoen euro voor de Inspectie Leefomgeving en Transport (was 204 miljoen euro).
In de begroting van IenW staat uitgebreid beschreven (voor de liefhebbers: artikel 21) op welke wijze IenW de komende jaren werkt aan het realiseren van een circulaire economie en het halen van bijvoorbeeld de recyclingdoelstelling van 55 procent van het stedelijk afval uit Kaderrichtlijn afvalstoffen). Het belangrijkste van de begroting is uiteraard zicht op welke bedragen waaraan zijn gekoppeld. Welnu, komend jaar is 11,7 miljoen euro beschikbaar voor de uitvoering van maatregelen rond duurzame productieketens. Hiervan is 5 miljoen euro voor circulair inkopen, ketenaanpak en recycling van plastic en textiel. Naar Rijkswaterstaat (RWS) en RVO gaat respectievelijk 6,1 en 1,2 miljoen euro bedoeld voor opdrachten in het kader van de realisatie van duurzame productieketens. Daarnaast ontvangen de agentschappen bijdragen van 10,8 miljoen euro en 9,9 miljoen euro voor overige werkzaamheden aan de transitie naar een circulaire economie. Zo betreft de bijdrage aan RWS onder andere CE in de regio en in de bouw, maar ook de uitvoering van het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA).
Verder was al bekend dat er vanuit het Klimaatfonds geld zou worden overgeheveld naar de begroting van IenW. De precieze bedragen voor 2024 zijn nu ook helder: 13,07 miljoen euro voor de aanpak van circulaire plastics. Het bedrag is inclusief de handhavings- en uitvoeringskosten (1,2 miljoen euro) voor de plastics norm. 2,2 miljoen euro komt vanuit het Klimaatfonds beschikbaar voor circulair doen en gedrag, en 1,6 miljoen euro voor biobased bouwen. Het gaat dan met name om de aanscherping en bredere toepassing van de milieuprestatie-eis aan gebouwen.
Qua subsidies is er 18,86 miljoen euro beschikbaar voor de realisatie van duurzame productieketens. Dit is onderverdeeld in Circulaire ketenprojecten (7,0 miljoen), Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie Circulaire Economie (1,0 miljoen), Kennis en innovatie Agenda - Circulaire Economie (0,8 miljoen euro), Ontwikkeling en opschaling recycling (8,4 miljoen euro) en een resterend budget van 1,6 miljoen voor diverse, kleinere subsidies. Daarnaast is er nog 2 miljoen euro uit het Klimaatfonds beschikbaar voor de regeling Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie+Circulaire Economie (DEI+CE), waarmee kleine, kortlopende CE-projecten ondersteund kunnen worden. Voor de ontwikkeling van afvalbeheer op Bonaire komt komend jaar 1,0 miljoen euro beschikbaar.
Overige fiscale regeling op dit beleidsterrein (niet opgenomen in de begroting van IenW) betreffen de Milieu-investeringsaftrek (Mia), waarvoor in 2024 net als in 2023 192 miljoen euro beschikbaar is. Ook de Vamil blijft gelijk met 25 miljoen euro. Een toelichting op deze regelingen is te vinden in Bijlage 9 van de Miljoenennota.