'We feel your pain, succes ermee.' Zo ervaart de afvalsector de houding van de Rijksoverheid ten aanzien van de problemen die lachgascilinders in de branche veroorzaken. “We staan te dweilen met de kraan open”, aldus de VA en NVRD.
Het is onbegrijpelijk dat het kabinet blijft benadrukken dat er geen causaal verband is tussen het invoeren van het lachgasverbod per 1 januari 2023 en de problemen die ontploffende lachgascilinders sindsdien in de afvalsector veroorzaken. Dat vindt NVRD-directeur Wendy de Wild. “Tot 1 januari waren wij ons als sector nauwelijks bewust van een probleem met lachgascilinders, en vanaf januari zien wij heel veel van die cilinders in de bermen liggen, en zien we enorme toenames van explosies in afvalverbrandingsinstallaties. Puur toeval? Dat geloof ik niet.” Ook Robbert Loos, directeur van de Vereniging Afvalbedrijven vindt dat er een duidelijk verband is. “Vorig jaar zat er 30 euro statiegeld op een hervulbare lachgascilinder. Die zagen we nooit in de afvalketen. Die kwamen bij ons simpelweg niet voor. Sinds dat systeem niet meer mag, zorgen niet-hervulbare lachgascilinders in onze keten voor problemen en dat is rechtstreeks in verband te brengen met het verbod.”
Gisterenmiddag (dinsdag 31 oktober) is Loos samen met De Wild en een VVD-delegatie in het kader van de lachgasproblematiek bij AEB op bezoek geweest. De afvalverwerker beschikt over data waarmee het causale verband kan worden aangetoond, vertelt Loos. “AEB kan een grafiek laten zien waarin de drukpieken in de verbrandingsovens worden getoond. Dat zegt iets over het aantal explosies in de verbrandingshaard. In 2022 geeft die grafiek een vrij stabiel beeld van een aantal explosies per week, maar vanaf 1 januari 2023 zie je een acht keer zo hoge grafieklijn en zijn er gemiddeld zo’n veertig explosies per week.” Hoewel ambtenaren van de Rijksoverheid de grafiek volgens hem ook hebben gezien, en met eigen ogen de schade aan de verbrandingsovens hebben bekeken, blijft de overheid op het standpunt dat de problemen in de sector te wijten zijn aan het gedrag van individuen, en niet het gevolg zijn van het lachgasverbod. Om juridische redenen, vermoeden De Wild en Loos. Als de overheid namelijk een verband erkent, zou zij ook aansprakelijk kunnen worden gehouden voor de geleden schade in de afvalbranche. Een schade die volgens De Wild ondertussen al de 40 miljoen euro is gepasseerd.
Tot nog toe heeft de afvalsector, vertegenwoordigd door NVRD en de Vereniging Afvalbedrijven, al meer dan 25 gesprekken met de overheid over de kwestie gevoerd. Aan tafel zitten dan de departementen van Infrastructuur en Waterstaat, Veiligheid en Justitie, en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Ook de politie is vertegenwoordigd. Van de resultaten uit die gesprekken wordt de NVRD niet gelukkig, aldus De Wild. “Ik zie dat er hard gewerkt wordt in de Haagse burelen, bijvoorbeeld aan de toolkit, en dat is echt fijn, maar uiteindelijk lost dat ons probleem niet op. En de situatie is echt over de hoge schoenen aan het lopen. Er zijn nu drie private afvalverwerkers die aangeleverd huisvuil niet meer zo maar accepteren. Die gaan voorsorteren en sturen de rekening daarvan naar de gemeenten. En als ze een lachgascilinder in het restafval vinden, volgt ook nog een boete. Dat gaat echt over tienduizenden euro’s per week.”
Dat is inderdaad aan het gebeuren, erkent Loos. “Afvalverwerkers zijn nu al tien maanden lang aan het ploeteren met ontploffingen, met risico’s voor medewerkers, met installaties die continue warm en koud zijn - wat niet goed is voor de staat van de ketels - met lijnen die stil liggen waardoor er geen warmte geleverd kan worden, etcetera. De schade daarvan dragen zij. Natuurlijk kijken ze naar maatregelen om te voorkomen dat die cilinders in de installaties terecht komen, maar ook daarvoor moeten ze kosten maken. En op een gegeven moment is bij een aantal partijen de rek eruit en eisen ze dat er schoon afval wordt aangeleverd. Daar is ook wel begrip voor. Maar uiteindelijk moeten we er natuurlijk voor zorgen dat die cilinders uit het afval gaan voordat het de installaties bereikt.”
Zowel Loos als De Wild zijn voorstander van een retourpremie op de lachgascilinders, die volgens hen zeer effectief is. De Rijksoverheid raadt deze echter af. Volgens staatssecretaris Heijnen zou zo’n maatregel onwenselijk gedrag stimuleren, zoals mensen of kinderen die vanwege de financiële beloning grote hoeveelheden gevaarlijk afval gaan rapen en vervoeren. De Wild: “Bij AEB en HVC heeft een pilot gedraaid met het krijgen van een retourpremie of een bioscoopbon in ruil voor het inleveren van een cilinder. Wij hebben niet de ervaring dat daar gevaarlijke situaties zijn ontstaan. Bovendien is het oproepen om zo’n cilinder naar de milieustraat te brengen – wat de overheid wel promoot – niet gevaarlijker dan dat je er een retourpremie voor krijgt. Dus ik denk dat dat risico wel meevalt, zeker als je dat afweegt tegen de risico's die onze medewerkers in de keten nu lopen.” Zowel Loos als De Wild vinden dat die risico’s voor de branche te gemakkelijk terzijde worden geschoven, vanuit het belang van het drugsbeleid. Een beleid waar ze overigens beiden achter staan, zo benadrukken ze.
Volgens het Trimbos-instituut neemt het gebruik van lachgas onder zowel jongeren als volwassenen sinds 2019 af. Ook zou de Rijksoverheid bij de sector sussend hebben aangegeven dat het lachgasverbod snel zijn uitwerking zou hebben, en ertoe zou leiden dat de hoeveelheid cilinders in het (zwerf)afval zal afnemen en daarmee ook de problemen voor de sector. Maar van een afname is volgens De Wild nog geen sprake. Hoe de trend er precies uitziet, laat ze de komende weken onder haar leden onderzoeken. De lachgasbenchmark, noemt ze het. Doel is erachter te komen om welke aantallen het precies gaat, of die stabiel zijn, wat de kosten zijn, welke maatregelen gemeenten nemen en ga zo maar door. De gegevens zullen input leveren voor een regeling waarover de brancheorganisaties met de overheid in overleg zijn.
Zowel De Wild als Loos hebben ondertussen al wel een idee van wat ze graag minimaal in een regeling terug zouden zien. De Wild: “Ik zou voor de lange termijn willen dat het Rijk gemeenten gaat bijstaan in het investeren in de voorsortering van afval. Dus kijken welke middelen nodig zijn, zoals camera’s met kunstmatige intelligentie op inzamelauto’s, en daar landelijk tractie op zetten. Op de korte termijn vind ik dat het Rijk financieel en operationeel zou moeten bijspringen in de huidige voorsortering. Het huren van verzamelplekken voor afval, het storten op vlakke vloeren en het handmatig uitsorteren van het afval is nu de enige kortetermijnoplossing om de cilinders uit het restafval te halen, en dat kost handenvol geld. Daar moet een financiële tegemoetkoming voor komen, en het Rijk zou terrein beschikbaar moeten stellen om cilinders te kunnen opslaan. Nu zegt het kabinet dat niet te kunnen doen, want dat zou strijdig zijn met de staatssteunregels. Dus hoewel de inname van de cilinders nu onze wettelijke taak is, krijgen we verder de boodschap om het maar vrolijk zelf verder uit te zoeken. Dat vind ik duiken voor je verantwoordelijkheid.”
Loos: “Wij vinden allereerst dat er een financiële vergoeding moet komen voor de geleden schade in de sector door de lachgascilinders. Om daarnaast te voorkomen dat cilinders in het afval terechtkomen, moeten er plekken aangewezen worden waar ze ingeleverd kunnen worden en daarover moet stevig gecommuniceerd worden, ook vanuit het Rijk. Dus niet alleen maar een kleine alinea op Rijksoverheid.nl. En tot slot toch de invoering van een financiële prikkel om de cilinders in te leveren. Het kabinet is daar geen voorstander van, maar de praktijk wijst gewoon uit dat het werkt.”
Erg veel vertrouwen in dat er op korte termijn een financiële tegemoetkoming gaat komen, hebben de twee evenwel niet. Er is geen budget gereserveerd in de huidige begroting of in die voor 2024, hebben ze te horen gekregen. Ook is hen verteld dat een volgend kabinet daarover zal besluiten, op zijn vroegst mogelijk pas bij de voorjaarsnota. Dat betekent dat de branche er dus in ieder geval tot de zomer volgend jaar alleen voor staat.