Een onafhankelijke ambtelijke werkgroep ziet dat een nieuw kabinet verder kan sturen op samenhang tussen klimaatbeleid en circulaire economie. Het circulaire economiebeleid kan sowieso concreter.
Vlak voordat de nieuwe Tweede Kamer officieel wordt geïnstalleerd, heeft demissionair minister Rob Jetten voor Klimaat en Energie het eindrapport ‘Keuzewijzer Klimaat en Energie’ naar de Tweede Kamer gestuurd. Het is een rapport van een onafhankelijke ambtelijke werkgroep dat een overzicht geeft van de keuzes die op dit moment voorliggen op het terrein van klimaat en energie in Nederland. Het rapport betreft zowel keuzes voor relatief korte termijn (om klimaatdoelen voor 2030 te halen), als keuzes waar nu al over nagedacht moet worden voor de langere termijn daarna. Politici kunnen het gebruiken bij het maken van politieke keuzes die voorliggen in de formatie.
De werkgroep noemt dat een nieuw kabinet onder andere verder kan sturen op de samenhang tussen klimaatbeleid en circulaire economie. Mocht het nieuwe kabinet de samenhang willen versterken kan het als eerste stap over de hele linie van het klimaatinstrumentarium circulaire oplossingen als uitgangspunt nemen en hiertoe circulaire voorwaarden stellen voor zover de markt dat aan kan. Voor een verdere versterking en integrale sturing kan het grondstoffenvraagstuk meegenomen worden bij de doorontwikkeling van het klimaat- en energie-instrumentarium.
Een nieuw kabinet kan de ambitie concretiseren door een doel voor de circulaire economie te formuleren. Om invulling te geven aan zo’n doel noemt de werkgroep verschillende mogelijke maatregelen. Zo kan het inzetten op verduurzaming van het non-energetisch koolstofgebruik (virgin plastic vervangen door recyclaat of biobased plastic), de afvalstoffenbelasting op zo'n manier verhogen dat dit bijdraagt aan meer hoogwaardige recycling, hernieuwbare grondstoffen en secundaire materialen (meer) stimuleren met fiscale instrumenten als de Mia/Vamil en bijvoorbeeld een SDE++-regeling voor circulaire technieken.
Het eindrapport van de werkgroep schetst een breed palet aan mogelijke strategische keuzes voor het halen van de nationale en internationale klimaatdoelen. Het gaat daarbij in op de verduurzaming van het energiesysteem, de verduurzaming van individuele sectoren en staat dus stil bij overkoepelende strategische keuzes zoals een inzet op circulaire economie, koolstofverwijdering en bijvoorbeeld fiscale vergroening. Ook is er aandacht voor de sociale kant van de klimaat- en energietransitie, de bekostiging ervan en knelpunten zoals netcongestie, stikstofproblematiek, ruimtelijk beleid, vergunningsprocedures en de arbeidsmarkt.