Is het besluit van de gemeente Amsterdam om AEB in de verkoop te zetten 'referendabel'? SP'er Erik Bobeldijk zet er zijn tanden in en wil meer duidelijkheid.
In december diende Bobeldijk in de Amsterdamse gemeenteraad een motie in om de verkoop van AEB tegen te gaan. Die motie haalde het niet. Daarop werd duidelijk dat de SP dan een referendum wilde organiseren over de geplande verkoop van AEB, met als doel deze tegen te houden. De coalitiepartijen in de Amsterdamse gemeenteraad twijfelden echter of de verkoop van AEB wel 'referendabel' is, omdat het collegebesluit tot verkoop al anderhalf jaar daarvoor was genomen en de gemeenteraad er ook een democratisch besluit over heeft genomen.
Bobeldijk wil daar duidelijk meer van weten, want hij stelt er nu schriftelijke vragen over aan het Amsterdams college. Hij ziet de mogelijkheid van een referendum, en dus ook over de verkoop van AEB, als een verrijking van de lokale democratie. Deelt het college die mening?
Ook over het besluit van het college om eerst niet de scheidingsinstallatie van AEB in de verkoop te betrekken, en vervolgens toch wel, wil hij meer weten. Wanneer wordt dit nieuwe besluit aan de gemeenteraad voorgelegd voor wensen en bedenkingen? En is dat besluit niet ook referendabel?
In het verleden was het organiseren van een referendum in Amsterdam een hels karwei en nagenoeg onmogelijk, schrijft Bobelink en refereert daarbij aan een uitspraak van wethouder Groot Wassink die heeft gezegd: ‘Referenda waren bijna niet mogelijk in Amsterdam, er was altijd wel een regel op basis waarvan een aanvraag kon worden afgekeurd.’ Met zijn laatste vraag wil Bobelink van het college weten of het voor Amsterdammers niet gemakkelijker moet worden gemaakt om het initiatief te nemen tot een referendum en initiatieven niet moeten stranden door allerlei beperkende regels.