De inwerkingtreding van de nieuwe Omgevingswet leidt onverwacht toch tot beleidswijzigingen, waarvan de gevolgen voor de metaalrecyclingsector miljarden euro's kunnen gaan bedragen. MRF roept staatssecretaris Heijnen op om de wijziging ongedaan te maken.
Het gaat hierbij specifiek om de omzetting van het voormalige Activiteitenbesluit naar het nieuwe Besluit Activiteiten Leefomgeving (Bal), die grote gevolgen voor de metaalrecyclingsector blijkt te hebben. In de nieuwe Bal-regels staat dat het schroot en ferrometaal met een belangrijke mate van roestvorming in dichte ruimtes moet worden opgeslagen, overgeslagen en bewerkt.
In een brief aan demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat roept brancheorganisatie MRF dringend op om in overleg te treden met de metaalrecyclingsector, om te kijken hoe deze niet-beleidsneutrale wijziging ongedaan kan worden gemaakt. In deze brief geeft de organisatie aan dat de wijziging in de praktijk een onmogelijke eis is, nog los van de arbotechnische risico’s en het verhoogde risico op broei en dus brand. Jaarlijks zamelen de metaalrecyclers ruim 3 Mton aan ferroschroot in. Ongeveer eenzelfde hoeveelheid, afkomstig uit buurlanden, wordt via Nederlandse metaalrecyclinglocaties geëxporteerd. Hoeveel van die laatstgenoemde categorie valt onder de definitie van ‘belangrijke mate van roestvorming’? Daarbij vindt de MRF ‘belangrijke mate’ een niet-afgebakende omschrijving. Afhankelijk van de invulling van de definitie moet ruim 50 procent van het ingezamelde en verhandelde tonnage aan ferroschroot inpandig worden opgeslagen en bewerkt. Dit komt dus neer op zeker 3 Mton aan ijzer- en staalschroot per jaar.
Geen enkele metaalrecyclingwerf in Nederland heeft volgens MRF een overdekte opslag waar zelfs maar een gering deel van deze hoeveelheid aan ijzerschroot kan worden opgeslagen. Daarom zouden enorme investeringen nodig zijn om de jaarlijks te ontvangen tonnen ijzerschroot met een ‘belangrijke mate van roestvorming’ inpandig op te slaan. MRF raamt de kosten voor de totale metaalrecyclingbranche op minimaal 5 tot 8 miljard euro.
Daarbij brengt het inpandig brengen van deze schroothopen nieuwe risico’s met zich mee. Zo moeten de medewerkers hun werkzaamheden in afgesloten ruimtes verrichten en zorgt de inpandige opslag voor een verhoogd risico op broei – en dus brand – in het schroot. Volgens de MRF hebben verzekeringsmaatschappijen hier al geschokt op gereageerd.
Bij het duidelijk worden van deze wijziging heeft de MRF direct contact gezocht met Rijkswaterstaat. Zij heeft laten weten dat de wijziging voortvloeit uit een Bref en nodig is om Nederland als lidstaat te laten voldoen aan EU-regelgeving op dit vlak. In de Bref is echter ook een kanttekening gemaakt om af te wijken van de verplichting. Volgens MRF-directeur Lennert Vermaat is het niet zinvol om die lijn te volgen, omdat dan alle metaalrecyclingbedrijven een ontheffing gaan aanvragen. Hij geeft aan dat in geen enkele EU-lidstaat een verplichting bestaat tot inpandige opslag van ijzer- en staalschroot. Ook zijn er in geen enkele ander EU-lidstaat plannen in die richting.