De arbeidsrelatie was verstoord door de houding en het gedrag van de HR-directeur. Daarom mag Renewi de directeur ontslaan.
Dat vindt de kantonrechter in Eindhoven. Renewi wilde de HR-directeur, omdat de directeur met haar houding, gedrag en leiderschapsstijl niet meer presteert op de wijze en het niveau dat in haar functie als hoogst geplaatste HR-functie binnen het bedrijf mag worden verwacht. De verhoudingen tussen de partijen zijn verstoord en er is geen draagvlak meer binnen Renewi voor haar positie.
De directeur trad in 2019 aan en had als taak om op HR-gebied Van Gansewinkel en Shanks te verbinden. Zo diende er een flinke professionaliserings- en harmonisatieslag te worden gemaakt, vanwege de verschillende arbeidsvoorwaarden, regelingen, gebruiken en systemen. Deze reorganisatie en opbouw van een nieuwe structuur ging haar goed af en daarin was ze succesvol. In de eerste jaren van haar dienstverband heeft ze goed gefunctioneerd.
Vanaf medio 2021 veranderde Renewi als organisatie en dat bracht een ander soort leiderschap met zich mee. De nadruk lag steeds meer op samenwerken. Ook toen werd haar functioneren als voldoende beoordeeld, maar ze kreeg wel als kanttekening mee dat ze door haar “enorme ambitie” soms te veel wilde van haar team terwijl de organisatie “piept en kraakt”. In de jaren die volgden kreeg Renewi steeds meer signalen van meerdere medewerkers over de houding, het gedrag en de manier van leidinggeven van de HR-directeur. Dit ging onder meer over haar manier van handelen en de wijze van communiceren. Ook liepen projecten minder goed, waarover ze de leiding had. Door privéomstandigheden heeft de directeur zich in 2023 voor een paar maanden ziek gemeld.
In de laatste jaren zou de directeur meerdere keren zijn aangesproken op haar gedrag, maar volgens Renewi bleef ze haar eigen koers volgen. Daarom besloot Renewi begin dit jaar haar ontslag aan te zeggen. In reactie hierop meldde de directeur zich weer ziek en gaf ze aan om via een regulier re-integratietraject aan haar herstel te willen werken. Renewi wilde de arbeidsovereenkomst echter op de kortst mogelijke termijn ontbinden.
Als verweer gaf de HR-directeur aan dat van ontbinding van de arbeidsovereenkomst geen sprake kan zijn, omdat het opzegverbod tijdens ziekte de verzochte ontbinding verhindert. Daarnaast gaf ze aan dat een groot deel van de verwijten van Renewi toe zijn te schrijven aan de overspanning (geestelijke problemen), waaraan ze sinds begin 2023 lijdt. Verder betwistte ze dat ze niet functioneert en dat er sprake is van een onherstelbaar verstoorde arbeidsverhouding. Ze zal aan de nodige punten moeten werken en er zullen gesprekken gevoerd moeten worden, maar een terugkeer naar de werkvloer van Renewi acht ze niet onmogelijk.
De kantonrechter gaat echter niet mee in haar verweer en is van oordeel dat de arbeidsovereenkomst tussen de partijen beëindigd dient te worden. De arbeidsongeschiktheid verhindert dit niet. Volgens de kantonrechter is er sprake van een zodanig verstoorde arbeidsrelatie dat er geen basis meer is voor de voortzetting van de arbeidsovereenkomst. Dat houdt in dat de arbeidsovereenkomst per 1 december 2024 eindigt. Renewi dient nog wel de wettelijke transitievergoeding aan de directeur te betalen.