Categorie: Bedrijven | Gepubliceerd: 12 februari 2025

Amsterdam krijgt AEB niet verkocht

Niet geheel onverwacht heeft het Amsterdamse college van B en W besloten om het Afval Energie Bedrijf (AEB) niet te verkopen. Er is geen acceptabel bod binnengekomen.

AEB gaat een zelfstandige toekomst tegemoet met de gemeente als aandeelhouder.

Voor AEB betekent dit in ieder geval rust. De komende tien jaar blijft de gemeente gewoon eigenaar van AEB. Wethouder Van Dantzig: “Het is niet gelukt om een nieuwe eigenaar te vinden voor AEB. Uit het zorgvuldige proces kwam niet een bod voor AEB dat wij als college acceptabel vonden. Dat is jammer, maar het gaat om publieke belangen en publiek geld en we verkopen AEB niet voor elke prijs en onder iedere voorwaarde. Daarom kiezen we nu voor het alternatief: AEB langdurig houden.”

Ook directeur Wim van Lieshout lijkt de uitkomst van de procedure niet zo slecht te vinden. “De uitkomst van dit proces biedt de langdurige duidelijkheid en stabiliteit die AEB nodig heeft om goed te functioneren. In het licht van de verkoopprocessen van afgelopen jaren heeft AEB op diverse vlakken intern te weinig aan haar toekomst kunnen werken.”

Eerste ronde

Er zal de komende tien jaar geen nieuw verkoopproces worden gestart. Dat is een goed teken voor AEB, want het is al erg lang onrustig op dat vlak. Vanaf 2015 onderzoekt het college de mogelijkheid om AEB af te stoten. Verschillende trajecten zijn bewandeld, waaronder een overname door of fusie met HVC en ook Wim Beelen liep warm voor een overname. Toch werd in april 2021 AEB voor het eerst publiekelijk in de etalage gezet. Het verkooptraject werd snel doorlopen, en nog voor het einde van dat jaar werd duidelijk dat AVR de meest geschikte kandidaat was. Tot een definitieve deal kwam het echter niet. Na een langdurig onderzoek van de monopolywaakhond ACM kwam die tot de conclusie dat de combinatie van AVR en AEB te veel marktdominantie zou krijgen, zeker in het westen van Nederland.

Tweede ronde

Een teleurstelling voor de betrokkenen, maar Amsterdam zette door met de verkoop en ging een tweede traject in. In april vorig jaar werd het verkoopproces opnieuw gestart. De gemeente meldt nu dat het proces zorgvuldig is verlopen en een koper met kennis en ervaring interesse had. Volgens geruchten in de markt zou dat Indaver zijn. Maar na een periode van onderhandelingen lag er een prijs en voorwaarden die voor de gemeente niet acceptabel waren. En dus ging de verkoop niet door.

Reden voor verkoop

De reden dat de gemeente af wil van het belang in AEB is dat ze het publieke belang van afvalverwerking, het opwekken van energie en warmte, niet meer ziet. Overigens is niet iedereen het in de gemeente daar mee eens, maar de meerderheid wel. Ook een rol speelt dat er grote financiële risico’s verbonden zijn aan een installatie als AEB, en dat heeft in het verleden nogal wat trammelant veroorzaakt. Zo kwam tien jaar geleden AEB in financieel zwaar weer, waarvoor de gemeente moest bijspringen en ruim vijf jaar geleden werden plots verbrandingslijnen uit productie genomen om een verbeterprogramma uit te voeren wegens achterstallig onderhoud.

Toch lukt verkoop niet

Daar waar de prijs die AVR bood voor AEB blijkbaar voldoende was, is de laatst geboden prijs dat niet. Er zit drie jaar tussen en daarin is wel het een en ander veranderd. Belangrijk onderdeel daarvan zal waarschijnlijk de onlangs gepubliceerde visie van de overheid zijn op het verbranden van afval. Kort gezegd komt die erop neer dat verbranden net als storten van afval een activiteit moet zijn die tot een minimum moet worden beperkt. Daarbij is import van afval niet gewenst. Onherroepelijk zal er capaciteit uit de markt moeten gaan de komende jaren. Dat is geen wenkend toekomstperspectief voor een potentiële koper.

Samen weer verder

De gemeente gaat samen met AEB werken aan de toekomst van het bedrijf, staat nu in het persbericht. De huidige directeur Wim van Lieshout is kwartiermaker en gaat binnen de onderneming werken aan een plan om AEB in te richten voor het langdurige behoud van de gemeente. "De uitkomst van dit proces biedt duidelijkheid en stabiliteit. Dit is cruciaal voor de toekomst van AEB. We hebben nu de kans om verder te bouwen aan een sterk, duurzaam bedrijf. Onze focus ligt op het verder professionaliseren van onze organisatie en het versterken van onze rol in de circulaire economie. We kijken met vertrouwen naar de komende jaren en de uitdagingen die voor ons liggen.” Die uitdagingen zullen ook liggen in het reduceren van de verbrandingscapaciteit.