Categorie: Politiek en beleid | Gepubliceerd: 09 maart 2021

PvdD: radicale omslag nodig in afval- en circulair beleid

Statiegeld op blikjes en flesjes, of een circulaire fietsbrug zijn mooie stapjes, maar om serieus te komen tot een circulaire economie is ander beleid nodig. Dat stelt de PvdD.

Eva van Esch (PvdD).
Foto: Tweede Kamer

In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart vroeg AfvalOnline aan politieke partijen uit de doeken te doen wat zij de komende jaren noodzakelijk vinden op het gebied van afval en de circulaire economie. Vandaag de bijdrage van Eva van Esch van de Partij voor de Dieren.

De Partij voor de Dieren staat voor een radicaal ander afval- en circulair beleid. Zolang we meer afval in de leefomgeving doen belanden dan we eruit halen, doen we het verkeerd. En het omslagpunt is nog ver van ons huidige beleid verwijderd.
Andere partijen spreken over een ‘zero-waste’ maatschappij en bepleiten dan vaak nog de zachte maatregelen. De Partij voor de Dieren bepleit de radicale omslag die nodig is.
Statiegeld op blikjes en flesjes in de afgelopen kabinetsperiode was een goed stapje. Maar als we tegelijk zien hoe snel de afgelopen vier jaar de bezorging van eten gegroeid is, weten we dat ook de afvalberg weer gegroeid is. ING Economisch Bureau becijferde dat er nog elk jaar 100 miljoen verpakkingen bijkomen. Zolang stevige sturing en maatregelen ontbreken, loopt dit verder mis.

Ditzelfde geldt voor de circulaire economie. Een staatssecretaris die een circulaire fietsbrug aanlegt, is een ook een mooi stapje. Alleen als de minister van hetzelfde ministerie vervolgens voor de verbreding van de A27 een kilometerslange en 70 meter diepe bentonieten wand wil storten, is elke mogelijke ‘circulaire’ winst op de eerste werkdag alweer verdampt.

Fundamentele verschuiving

De Partij voor de Dieren is de enige partij die stelt dat het streven naar eeuwige economische groei op een eindige planeet onvermijdelijk tot problemen gaat leiden. Meer economische groei is het probleem, niet de oplossing. Wanneer dat besef is ingedaald moeten we ernaar handelen. Van kleine tot grote maatregelen. We moeten in de economie een fundamentele verschuiving aanbrengen.

We willen dat mensen een baan hebben en we vinden het onwenselijk dat de aarde vervuild raakt. En toch is het gebruik van (virgin) grondstoffen relatief goedkoop en het gebruik van arbeid relatief duur. Daarom wil de Partij voor de Dieren een verschuiving van de belastingen. Vervuiling en grondstoffen moeten zwaarder belast worden en arbeid veel minder.

Concrete maatregelen

Ons verkiezingsprogramma staat vol met concrete maatregelen om de benodigde verschuiving te realiseren. Zo willen wij een Grondstoffenwet met verplichtende doelstellingen. De vrijblijvendheid van de circulaire economie gaat er zo vanaf. Gerecyclede grondstoffen worden goedkoper dan nieuwe grondstoffen. Er komen ontwerpeisen om hergebruik en recycling makkelijker te maken. Producenten worden verplicht verpakkingen uit gemengde materialen zoveel mogelijk terug te dringen. De bouw en industrie gaan verplicht een grondstoffenpaspoort gebruiken. Naast een financieel plafond komt er in de Rijksbegroting ook een grondstoffenplafond. Maar er komt ook een verbod om ballonen op te laten en een verbod op plastic sigarettenfilters. Het telt allemaal.

Om de circulaire economie, waar iedereen voorstander van lijkt, echt dichterbij te brengen moeten we de principes die daarbij horen serieus nemen. Refuse wanneer dat kan. Reduce waar dat kan. Reuse zoveel als mogelijk. Repair waar mogelijk. En daarna komt pas, waar nu zoveel aandacht voor is, de recycling.

Zo maken we beleid dat ook daadwerkelijk zorgt voor die schone leefomgeving.