Circulariteit en vooral recycling kunnen op korte termijn een deel van de oplossing zijn voor de klimaatproblemen die het laatste IPCC-rapport weer met nog meer urgentie heeft geschetst. Dat betoogt Marc den Hartog, managing director Renewi Nederland, in deze bijdrage waarin hij ook oproept om meer samenwerking tussen overheden, consumenten en producenten.
"In augustus 2021 publiceerde het IPCC het eerste deel van het zesde evaluatierapport waarin werd gewaarschuwd dat de mensheid in ‘code rood’ zit. In veel delen van de wereld staan mensen en ecosystemen al met hun rug tegen de muur. Dichter bij huis hebben droge zomers, overstromingen, bosbranden, hittegolven en zware stormen de klimaatcrisis tastbaarder gemaakt dan ooit tevoren.
Het nieuwe, tweede deel van het IPCC-rapport wijst ons onverbiddelijk op de ernstige impact en risico’s die de opwarmende wereld zal hebben en nu al heeft op mensen, natuur, ecosystemen en geopolitiek. Dit rapport legt bovendien de sociale en maatschappelijke gevolgen van de klimaatcrisis bloot. Ook in dit tweede deel ligt de nadruk op de urgentie - dat de ergste risico's kunnen worden vermeden als we enerzijds snel actie ondernemen om de broeikasgassen terug te dringen en anderzijds de uitgaven, om mensen te helpen zich aan de klimaatverandering aan te passen, opvoeren.
Het derde deel van het rapport, over de mitigatie/verzachting/matiging van de klimaatverandering én oplossingen, volgt begin april. Het volledige IPCC-syntheserapport zal in de herfst van 2022 worden gepresenteerd.
Deze rapporten zijn cruciaal om de effecten van klimaatverandering te begrijpen en oplossingsrichtingen te bepalen die zowel het milieu als de mens ten goede komen. Deze wetenschappelijke verslagen van het IPCC moeten als basis gebruikt worden voor de formele onderhandelingen van de VN-conferentie, COP27, in november, waar van de landen nu écht wel wordt verwacht dat zij hun klimaatambities verhogen, tastbaar maken én klimaatactie ondernemen.
De problemen zijn enorm en er is haast geboden, daar laat dit rapport geen twijfel over bestaan. Tegelijkertijd ben ik ook hoopvol: samen kunnen we er nog iets aan doen.
Uit het onlangs verschenen 2022 Circularity Gap Report blijkt dat we wereldwijd 100 miljard ton grondstoffen per jaar verbruiken en slechts 8,6 procent hergebruiken. Sinds COP21, zes jaar geleden, hebben we meer dan een half biljoen ton grondstoffen verbruikt. Het equivalent van het gewicht van 14 olifanten voor elke persoon ter wereld. Dat is 70 procent meer dan de aarde zelf kan aanmaken. Enorm, dus. De uitstoot als gevolg van ons overmatig gebruik van nieuwe materialen creëert emissieniveaus die onverenigbaar zijn met de Overeenkomst van Parijs. Deze circulariteitskloof (meer dan 90 procent van de materialen zijn voor altijd verloren!) is ongelofelijk groot, maar biedt tegelijk mogelijkheden om op 'korte termijn' de CO2-uitstoot te verminderen, als we de materialen, onder andere, door recycling in de kringloop houden.
Bovendien blijkt uit een recente studie van onder meer de Europese afvalfederatie Fead en studiebureaus CE Delft en Prognos dat de jaarlijkse CO2-uitstoot met 150 miljoen ton kan dalen (in vergelijking met 2018), als we in Europa de doelstelling van 65 procent recycling en maximum 10 procent afval naar stortplaatsen behalen. 150 miljoen ton: dat is meer dan de jaarlijkse uitstoot van een land als Nederland (138 miljoen ton in 2020). Door consequente en consistente recycling en hergebruik van grondstoffen kan de Europese afvalsector dus een enorme bijdrage leveren aan de Europese klimaatambities.
Systeemverandering rond het hergebruik van materialen en afval een nieuw leven geven, is niet alleen onontbeerlijk voor de transitie naar een circulaire economie en de sleutel om de Europese klimaatdoelstellingen te halen, maar volgens het recente Denkwerk-rapport (Voorbij netto-nul naar planeet positief) ook noodzakelijk om de Nederlandse consumptievoetafdruk terug te brengen binnen de grenzen van een leefbare wereld.
Ondanks de ernstige wetenschappelijke en empirische waarschuwingen, lijkt het er wel op dat er nog heel wat knelpunten zijn om deze potentiële CO2-besparingen te bereiken. Wet- en regelgeving houden geen gelijke tred of worden nog niet snel genoeg genomen om écht een verschil te maken. Hiervoor zal Europa, en ook Nederland, nog meer politieke wil om de recyclingcapaciteit verder te stimuleren, moeten tonen. Uniforme en consequente signalen zoals overheidssteun voor systemen die een gescheiden inzameling van meer afvalstromen mogelijk maken, quota voor het gebruik van gerecycled materiaal voor productiebedrijven, meer aandacht voor circulair ontwerp en recyclebaarheid van producten en een verbod op storten en verbranden van herbruikbare materiaalstromen.
Het nieuwe coalitieakkoord biedt ruimte om stroeve wetgeving en belastingsystemen om te buigen in duurzame mogelijkheden. Het moment dus om samen werk maken van het wegnemen van belemmeringen voor een circulaire economie. Het toekennen van het juiste (tijdelijke) statuut aan de afvalverwerking bijvoorbeeld zou een enorm obstakel voor afnemers van recyclaten wegwerken. Aanvaard, gedoog een transitieperiode alvorens een definitief statuut aan de afvalverwerking te geven. Zonder een overgangsfase wordt innovatie in de kiem gesmoord, elke investeerder in circulaire oplossingen ontmoedigd én is een versnelling van de circulaire economie onmogelijk. Dit is een enorme verantwoordelijkheid van de overheden. Zo niet blijven we achter de feiten aanlopen en krijgen we de cirkel nooit rond.
De hindernissen voor een goed functionerende circulaire economie zijn eenvoudiger te overwinnen dan we denken. Recycling draait, net als de meeste markten, om vraag en aanbod. Het aanbod wordt gestimuleerd door het creëren van een duidelijk normatief regelgevend kader.
Deze push vanuit de overheid zal echter niet volstaan. Ook de producent moet en wil hopelijk steeds duurzamer opereren. Maar uit het laatste NEx-rapport blijkt dat de score op circulariteit van de Nederlandse economie stagneert op 12,9 procent, terwijl consumenten zouden kunnen concluderen dat het inmiddels gemeengoed is geworden. Dus, ambitieuzere en meetbare doelstellingen en transparante verslaglegging van bedrijven kunnen de noodzakelijke versnelling brengen. En als het bedrijfsleven zijn verantwoordelijkheid neemt, kunnen de overheden ervoor zorgen dat het economisch speelveld gelijk wordt. Dit stelt de consument tenslotte in staat duurzame keuzes te maken en naast het zuinig omgaan met grondstoffen, ook een belangrijke bijdrage aan de versnelling van de circulaire economie te leveren.
De feiten zijn bekend, de route naar een oplossing ook. Dus laten we niet op elkaar wachten, maar samenwerken om de circulaire ketens te sluiten, waarbij de overheid op dit moment een belangrijke kaart in handen heeft dit mogelijk te maken en te versnellen."
Marc den Hartog, Managing Director Renewi Nederland