Zeven Oost-Brabantse gemeenten en de provincie Noord-Brabant zien kansen voor een nascheidingsinstallatie in de regio. Die zou in 2028 operationeel moeten zijn.
De gemeenten Eindhoven, Valkenswaard, Geldrop-Mierlo, Helmond, Meijerijstad, Oss, ’s-Hertogenbosch en Tilburg startten in het najaar van 2020 een marktconsultatie, om te kijken wat de mogelijkheden waren voor een nascheidingsinstallatie in de regio. Negen afvalorganisaties leverden een bijdrage aan die consultatie. Ondertussen haakte de gemeente Tilburg af, omdat deze toch meer heil zag in bronscheiding. De overgebleven zeven gemeenten concluderen op basis van de consultatie dat marktpartijen kansen zien voor de realisatie en exploitatie van een dergelijke installatie in Oost-Brabant.
Het streven van de gemeenten is om in 2028 een nascheidingsinstallatie operationeel te hebben. De resultaten uit de marktconsultatie worden voorgelegd aan de gemeenteraden. Ook worden de gemeenteraden geïnformeerd over de volgende stappen in het onderzoekstraject. Daarnaast worden de komende periode andere Brabantse gemeenten en AfvalSamenwerking Limburg benaderd om na te gaan of zij interesse hebben in deelname. Kort na de start van de marktconsultatie werd er al bericht dat er waarschijnlijk meer afval nodig was voor een succesvolle installatie dan de acht initiatiefgemeenten zelf konden bieden. Er is tussen de 150 en 200 kton afval nodig.
Mogelijk dat het samenwerkingsverband ook contact zoekt met de gemeente Weert, die vorig jaar op zoek was naar een nascheider. Dat aanbestedingstraject mislukte echter, waarna de gemeente zich ging beraden op nieuwe mogelijkheden.
Met bestaande technieken voor nascheiding kan de hoeveelheid restafval met 15 tot 30 procent worden verminderd. Het gaat daarbij wel om relatief ‘rijk’ restafval waar nog voldoende pmd en keukenafval in zit. Het in te zetten restafval is met name afkomstig uit hoogbouw en stedelijke gebieden, waar bronscheiding vaak moeizamer verloopt. Daarmee biedt de nascheidingsinstallatie een aanvulling op bronscheiding.