De herziene Evoa-wetgeving dreigt de recyclingsector wereldwijd te verstoren. Niet-Oeso-landen moeten daarom meer tijd krijgen om te voldoen aan de wetgeving.
De tijd dringt: niet-Oeso-landen die na mei 2027 nog gerecycled materiaal (geclassificeerd als afval) uit de EU willen ontvangen, moeten daarvoor uiterlijk 21 februari 2025 een verzoek indienen. Zonder zo'n verzoek wordt het exporteren van gerecycled materiaal uit de EU naar die landen vanaf 21 mei 2027 verboden. Dat is het gevolg van nieuwe wetgeving uit de herziene Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (Evoa). De Europese Commissie herinnerde hier niet-Oeso-landen eind 2024 ook al aan.
Maar volgens branchevereniging Euric zijn veel van de niet-Oeso-landen "simpelweg nog niet klaar" om te voldoen aan de eisen van de EU. De procedure om een ontvangstverzoek in te dienen omvat "gigantische datasets" en een uitgebreide vraagstelling, wat een grote administratieve last plaatst op de ambtenaren van deze landen. Daarnaast zou de EU te weinig hebben gedaan om deze landen te informeren over de nieuwe wetgeving.
Euric vreest dan ook dat zonder maatregelen, de wereldwijde recyclingmarkt ernstig verstoord wordt en de Europese sector niet meer kan concurreren met de rest van de wereld. De branchevereniging pleit ervoor de deadline van 21 februari met tenminste zes maanden uit te stellen, of hier anders flexibel mee om te gaan.
Ook zou de inwerkingtreding van de regels in 2027 uitgesteld moeten worden, zodat bedrijven meer tijd krijgen zich aan te passen. Euric wil verder dat de EU actief in gesprek gaat en blijft met niet-Oeso-landen over de nieuwe regels en transparantie biedt over de feedback van niet-Oeso-landen. Dat zou nodig zijn om te zorgen voor stabiele afzetmarkten voor Europese recyclingbedrijven.