Categorie: Politiek en beleid | Gepubliceerd: 25 februari 2025

MRF en FNOI: 'CMP geen basis voor CE-transitie'

Metaalrecyclers en oudpapierbedrijven zijn niet onder de indruk van het ontwerp-Circulair Materialenplan. Ze missen nog altijd de erkenning dat hoogwaardige recyclingstromen economische goederen zijn die virgin grondstoffen vervangen waar wereldwijd vraag naar is.

Schroot en oudpapier en karton moeten de grens over kunnen voor een circulaire economie.

Hoe gaan we ervoor zorgen dat Nederlandse/Europese metaalsmelterijen schroot gaan inzetten als grondstof? Voor die voor metaalrecyclers belangrijke vraag mist de Metaal Recycling Federatie (MRF) aandacht in het ontwerp-Circulair Materialenplan (CMP) dat het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) vorig maand publiceerde.

In een zienswijze op het lijvige beleidsstuk wijst de MRF erop dat er in Europa jaarlijks 20 Mton ferro en non-ferro schroot meer wordt ingezameld dan de Europese metaalindustrie als grondstof kan inzetten. In Nederland bedraagt dat overschot 2,5 Mton. Het surplus stijgt door afnemende verwerkingscapaciteit zowel in de EU, als in Nederland zelf.

Export is altijd de oplossing geweest voor het overschot, maar de nieuwe Evoa-regels voor de export van afvalstoffen die feitelijk per 21 mei 2027 in werking treden, zullen voor een verstoring van de internationale markt zorgen, waarschuwt de MRF. Doordat voor een deel van de metalen Europese einde-afval-criteria zijn vastgesteld, zal die verstoring iets minder groot zijn dan voor bijvoorbeeld oudpapier en karton, maar nog altijd zeer wezenlijk. Hierdoor zal bij ongewijzigd overheidsbeleid na mei 2027 een jaarlijks surplus van 5 tot 10 Mton in Europa ontstaan, waarvoor geen verwerkingscapaciteit is.

Voor het Afvalplan Metalen zal voor de toekomst dus niet alleen de vraag moeten zijn ‘hoe we schroot zuiverder gaan maken?’, stelt de MRF. Belangrijker is volgens de vereniging de vraag: ‘hoe gaan we ervoor zorgen dat Nederlandse/Europese metaalsmelterijen (meer) schroot gaan inzetten als grondstof?’ Want ook voor nog verder gezuiverd en gesorteerd schroot is binnen Europa volstrekt onvoldoende verwerkingscapaciteit. En die verwerkingscapaciteit in Europa neemt alleen maar verder af.

Inzet secundaire grondstoffen stimuleren

De MRF mist concreet beleid om de inzet van hoogwaardige secundaire grondstoffen te stimuleren, en/of de kwaliteit van recyclingstromen te verbeteren. Dat zou kunnen met Maatschappelijk Verantwoord Inkopen. Dat wordt al vele jaren als instrument genoemd om via overheidsinkopen circulariteit in positieve zin te kunnen beïnvloeden. In de praktijk functioneert dit middel echter nog steeds niet, vindt de MRF. Tal van duurzaamheidseisen en ingewikkelde rekenformules zijn ontwikkeld. Maar uiteindelijk blijkt de hoogste of laagste prijs toch allesbepalend bij aanbesteding en spelen duurzaamheidsaspecten onderaan de streep een onbeduidende rol.

ZZS en stoorstoffen

In haar zienswijze maakt de MRF verder gehakt van de plannen in het ontwerp-CMP ten aanzien van ZZS en overige stoorstoffen. Door niet te kiezen voor een bronaanpak, en een landelijke aanpak, zien metaalrecyclers een lappendeken van regionale acties en maatregelen ontstaan, dat per Omgevingsdienst verschilt. Los van de praktische onuitvoerbaarheid, vreest de MRF ook de rechtsongelijkheid waar dit toe leidt.

In haar zienswijze gaat de MRF verder nog specifiek in op onder andere de afvalplannen voor shredderafval, autowrakken, elektr(on)ische apparatuur, batterijen en kabels en kabelrestanten.

Papieren tijger

Ook oudpapierbedrijven kraken kritische noten over het ontwerp-CMP. Hoewel de papier- en kartonketen in principe al goed functioneert, ziet de FNOI hun ideeën om deze keten verder te optimaliseren (die de vereniging al decennia onder de aandacht brengt bij IenW) ook in dit plan weer genegeerd worden door de overheid. Ze missen plannen om de inzamelstructuur voor huishoudelijk inzameling te optimaliseren, om drempels weg te nemen voor een scheidingsplicht voor het mkb en om een sorteerplicht in te voeren voor bouw- en slooplocaties. En uiteraard de erkenning van oudpapier en karton als secundaire grondstoffen: waar blijven de einde-afvalcriteria voor deze materialen? In 2023 bood de FNOI IenW nog een volledig uitgewerkt concept voor een ministeriële regeling tot vaststelling van nationale einde-afval-criteria voor oudpapier en karton aan.

Dat dan weer wel nascheiding wordt genoemd als mogelijk middels om een circulaire oudpapier- en kartonketen dichterbij te brengen, vindt de FNOI onbegrijpelijk. Dat is exact de enige richting waar de keten al vele jaren van aangeeft dat je die vooral niet in moet slaan, als Nederland naar een circulaire economie wil, waarin de kwaliteit van secundaire grondstoffen essentieel is.  

Exportprobleem

Ook de FNOI benadrukt in haar zienswijze het belang van exportmogelijkheden voor haar leden. Europa kent een jaarlijks surplus van ruim 5 Mton oudpapier en karton. Dat wordt nu nog geëxporteerd, maar door exportrestricties als gevolg van de nieuwe Evoa-regels zal dat vanaf 21 mei 2027 bij ongewijzigd beleid niet meer mogelijk zijn. In Nederland zou dan een surplus van zo’n 200 kton ontstaan. Erkenning van gezuiverd en gesorteerd oudpapier en karton als secundaire grondstof (niet-afvalstof) via nationale einde-afvalcriteria is volgens de FNOI de enige juiste weg om dit probleem te tackelen.

‘CMP-onwaardig’

Al met al vinden beide verenigingen de plannen van IenW in het ontwerp-beleidsstuk ‘CMP-onwaardig’. Het theoretisch kader van het CMP is wat hen betreft teveel blijven steken in de lineaire afvalvisie van het Landelijk afvalbeheerplan (Lap). Beide verenigingen spreken de hoop uit op korte termijn met het ministerie aan tafel te kunnen om te bespreken hoe het CMP en aanpalende regelgeving en beleid kan worden omgebogen naar een raamwerk dat wel een slinger aan de transitie naar een circulaire economie kan geven.