Kleine gemeenten kunnen mogelijk een belangrijke rol spelen in de transitie naar een circulaire economie, maar daar is nu nog te weinig aandacht voor.
Onderzoek naar de circulaire economie richt zich tot nu toe voornamelijk op de rol van grote steden en industriële gebieden. De specifieke uitdagingen en kansen voor kleinere gemeenten zijn onderbelicht. Dat constateert Fleur Alofs, beleidsmedewerker afval en circulariteit bij de gemeente Gennep – een kleine gemeente in Noord-Limburg. Als onderdeel van haar masteropleiding planologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen onderzoekt Alofs hoe kleine gemeenten een rol kunnen spelen in de transitie naar een circulaire economie. Daarbij kijkt ze specifiek naar de uitdagingen waar deze gemeenten tegenaan lopen en welke oplossingen daarvoor beschikbaar zijn.
"Kleine gemeenten hebben vaak beperkte toegang tot middelen en expertise, wat specifieke uitdagingen met zich meebrengt bij de implementatie van circulaire initiatieven", legt Alofs uit. "Grote steden kunnen profiteren van schaalvoordelen en bestaande netwerken, maar kleine gemeenten missen vaak de capaciteit en ondersteuning om dergelijke initiatieven zelfstandig te ontwikkelen en uit te voeren." Tegelijkertijd ziet Alofs juist dat er steeds meer aandacht is voor bottom-up benaderingen en de kracht van lokale initiatieven. "Kleine gemeenten kunnen juist door hun kleinschaligheid en nauwe betrokkenheid bij de gemeenschap unieke en innovatieve oplossingen ontwikkelen die kunnen bijdragen aan de transitie naar de circulaire economie."
Voor haar onderzoek gaat Alofs in gesprek met verschillende kleine gemeenten, om zo te ontdekken waar deze gemeenten tegenaan lopen en hoe zij elkaar wellicht kunnen helpen. Partijen die geïnteresseerd zijn in bijdragen aan het onderzoek, kunnen per e-mail contact opnemen met Alofs.